40n nog dagonderwijs genieten; b. avondonderwijs genieten; geen onderwijs meer genieten. c. 13 voud is van het aantal leerlingen, dat geen onderwijs meer geniet. Het bedroeg in de beide laatste jaren rond 70 pCt., waartegenover dus 30 pCt. geen dag- ongeveer het dubbele van het aantal dat in 1948 aan wezig was. Vergeleken bij vóór de oorlog is het aan tal mannelijke leerlingen eveneens verdubbeld, het aantal vrouwelijke is zelfs verdrievoudigd. Hierdoor nam het totaal aantal leerlingen sindsdien tot het 21/i-voudige toe. Was voordien het mannelijk element bij de leer lingen in de regel sterker vertegenwoordigd dan het vrouwelijke, sedert 1947 is hierin een wijziging ge komen. De laatste 3 jaren beweegt het aantal man nelijke leerlingen zich rond 40 pCt. van het totaal. y. Ten aanzien van de cursisten bij de Centrale School voor Machineschrijven is het van belang een onder scheiding te maken in leerlingen, die Het aantal leerlingen bij deze instelling nam in de beide verslagjaren zeer sterk toe. Bedroeg het in 1948 755, in het daaropvolgende jaar telde deze inrichting 1 365 en in 1950 1 467 leerlingen, zodat de school bevolking dus in twee jaar tijds bijna verdubbelde. Dit is voornamelijk een gevolg van het feit, dat sinds 1949 vele u.l.o.-scholen er toe overgegaan zijn ma chineschrijven op de lesrooster te plaatsen. De toeneming komt hoofdzakelijk voor rekening van de vrouwelijke leerlingen. Verhoudingsgewijs zijn echter de aantallen mannelijke en vrouwelijke leer lingen in vrijwel gelijke mate gestegen, nl. beide tot Voornamelijk als gevolg van de reeds gereleveerde laatste jaren, in tegenstelling tot voorheen, een veel- toeneming van het aantal u.l.o.-leerlingen op deze inrichting, is het deel der leerlingen dat nog dagonder wijs geniet, sterk opgelopen, zodat dit in de beide VOORTGEZET ONDERWIJS. Cursussen aangevangen in M. V. V. M. Totaal. a. 1926/’27 t./m. 1930/31 1931/32 t./m. 1935/36 1936/37 t./m. 1940/’41 1941/’42 t./m. 1944/’45 1945/’46 1946/’47. 1947/’48. 1948/’49 1949/30. 1950/31 154,1 159,7 119,6 124,3 183,8 193.9 220,5 211,- 390,5 401,- 210 383 341 278 248 386 407 463 443 820 842 119,5 120,6 94,8 94,1 121,6 144.2 147,6 129,3 233,7 251,2 584 773 742 606 541 710 842 862 755 1 365 1 467 0,8 1,6 1,1 1,4 0,9 1,6 1,5 1,5 1,1 1,6 1,8 1,5 55,1 51,6 54,7 54,4 45,6 51,7 46,3 41,3 39,9 42,6 44,9 48,4 45,3 45,6 54,4 48,3 53,7 58,7 60,1 57,4 b. 20,1 10,5 9,3 2,5 M. b. 24,- 13,2 8,2 1,- Totaal. b. 21,9 12,- 8,7 1,7 42,3 44,7 34,1 28,2 43,5 45,6 50,2 43,- 29,6 26,7 1926/27 1930/31 1935/36 1939/’40 1940/’41 1945/’46 1946/’47 1947/’48 1948/’49 1949/30 1950/31 Gemeentelijke Centrale School voor Machineschrijven. Aantal leerlingen bij de aanvang der cursussen. Absoluut. a. I 35,8 43,3 57,2 70,1 562 54,4 48,9 I 55,4 68,9 71,8 36,8 39,9 30,8 19,8 39,2 34,7 40,8 31,1 21,3 9,1 c- i 48,4 50,4 38,- 37,2 47,2 57,3 58,3 51,4 35,1 I 39,8 374 390 401 328 293 324 435 399 312 545 625 Indexcijfers (1926/1927 100) I 100,1 98,6 80,8 77,2 86,6 116,3 106,7 83,4 145,7 167,1 1926 t./m. 1930 1931 t./m. 1935 1936 t./m. 1940 1941 t./m. 1944 1945 1946 1947 1948 1949 1950 Aantal mannelijke en vrouwelijke leerlingen in pCt. I van het totaal aantal a. j 39,2 46,9 61,- 79,2 60,8 65,3 58,4 67,3 77,6 I 89,5 Gem. 1926/’27 t/m 1930/31 1931/32 1935/36 1936/37 1940/’41 1941/M2 1944/’45 1945/’46 1946/’47 1947/’48 1948/’49 1949/30 1950/31 a- I 31,5 39,1 52,7 60,3 ~"*~52,8 42,7 40,6 47,- 63,1 58,7

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 541