1
GEMEENTELIJKE MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL TE ’S-GRAVENHAGE
VOOR WERKTUIGBOUWKUNDE EN ELECTROTECHNIEK
VERSLAG VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT OVER HET SCHOOLJAAR 1949/1950.
Oprichting Gem. Industrie-Avondschool.
B. en W. hebben bij hun missive no. 239200 afd. O.
d.d. 14 Januari 1950 toestemming verleend tot het in
stellen van een verder onderzoek ter beantwoording
van de vraag, of het al dan niet wenselijk is over te gaan
tot de oprichting van een gemeentelijke Industrie-
Avondschool.
In verband hiermede is door de Commissie een en
quête ingesteld bij de alhier en in de omliggende ge
meenten gevestigde metaalbedrijven, uit welke enquête
gegevens zijn verkregen omtrent de mate, waarin voor
de personeelsleden dier bedrijven, zoals tekenaars, op
zichters, controleurs en voormannen, een verdere ont
wikkeling in de theoretisch-technische vakken nodig
wordt geoordeeld. Een nader onderzoek is gaande naar
het tal voor verdere ontwikkeling in aanmerking
komende personeelsleden.
Personeel.
Gedurende deze cursus bereikten de heren Ir C. F.
M. Duyzings en C. Klompenhouwer de 65-jarige leef
tijd.
Door het tekort aan leerkrachten werden zij weder
om tijdelijk benoemd.
Schoolgebouw.
De meest noodzakelijke uitbreiding van het school
gebouw, bestaande uit 2 leslokalen, 1 tekenzaal en een
klein laboratorium werd gedurende deze cursus en wel
op 1 Februari 1950 in gebruik genomen.
Echter laat de totale ruimte een uitbreiding van 12 op
13 klassen niet ten volle meer toe.
Een voorlopig onderzoek naar de mogelijkheid van
huisvesting van de Gem.-M.T.S. in het in 1952 vrij
komende gebouw van het bureau B.V.B. Goudenregen-
straat 36, heeft uitgewezen, dat deze mogelijkheid, na
totstandkoming van de nodige ver- en bijbouwingen,
inderdaad aanwezig is, terwijl deze oplossing aanzien
lijk goedkoper is dan de bouw van een nieuweTvl.T.S.
De meest noodzakelijke instrumenten en apparaten
voor de vakken radio-techniek en zwakstroomtechniek,
alsmede de benodigde instrumenten t.b.v. het natuur
kundige laboratorium werden aangeschaft, terwijl de
schoolbibliotheek enigszins kon worden uitgebreid.
Dank zij de medewerking van de directie van de
M.T.S. te Rotterdam kon een gloeikopmotor, systeem
„Brons” in het machine-laboratorium aldaar, in bedrijf
worden gesteld.
Schoolbezetting.
Het totale aantal leerlingen was op 1 September 1949
306, waarvan 110 uit omliggende gemeenten en op 1
Juli 1950: 278.
Bij het eindexamen slaagden 37 M4- en 24 E4 candi-
daten.
Afgewezen werden 6 M4- en 1 E4 candidaten.
Er was dit jaar voor de Commissie geen aanleiding
een bijzondere beloning toe te kennen wegens uitzon
derlijke prestaties.
Op 1 Augustus 1950 werd het practische studiejaar
aangevangen door 27 leerlingen van de afdeling Elec-
trotechniek en door 40 leerlingen van de afdeling Werk
tuigbouwkunde.
Gang van het onderwijs.
Het cursusjaar 1949/1950 heeft enigszins ongunstiger
resultaten opgeleverd dan het vorige jaar. Zeer zeker is
dit niet te wijten aan het peil van het gegeven onderwijs,
doch aan de meer critische houding, welke door direc
teur en leraren is aangenomen t.a.v. de eisen, welke aan
de leerlingen en in het bijzonder aan het niveau van hun
verworven kennis is gesteld. Men is meer en meer tot
het inzicht gekomen, dat er onder de toegelaten leer
lingen verschillende zijn, voor wie een middelbare tech
nische opleiding te zwaar moet worden geacht; tracht
men deze leerlingen desondanks het onderwijs verder te
doen volgen, dan blijkt het resultaat vaak onbevredi
gend met als gevolg, teleurstelling in het latere stadium
van de studie of bij het eindexamen. De commissie acht
dan ook de thans toegepaste strengere selectie in het
belang zowel van de leerlingen als van het onderwijs
aan de school in het algemeen.
Een natuurlijk gevolg van dit thans ingenomen stand
punt is de neiging om voor deze afgewezen leerlingen,
die op een lager niveau in de industrie toch van nut kun
nen zijn, een opleiding te scheppen, voor zover deze
nog niet bestaat.
De commissie overweegt deze mogelijkheid en deed
in deze richting reeds voorlopige voorstellen aan het
Gemeentebestuur.
Hulpmiddelen van de school.
Evenals in vorige jaren werd voor werkplaats- en la-
boratorium-oefeningen gebruik gemaakt van de werk
plaatsen van de Christelijke- en de Eerste Ambachts
school, van het laboratorium in het gebouw van de
M.T.S. te Rotterdam en van het „Proefstation Delft”
van de B.P.M.
BIJLAGE 42
K<