45 lager onderwijs nam vrij sterk toe. Sommige leer krachten lieten de leerlingen in de tuin determineren of tekeningen maken en op hun verzoek werden er enkele banken in de tuin geplaatst. Het voorgedeelte van de E.-J.-Herweijertuin, met de kinderboerderij en het leslokaal, werd door een hek en een haag van de kindertuinen en van de Botanische Tuin gescheiden. In dat voorgedeelte werd een vrij groot openlucht terrarium aangelegd, dat door een slootje en een hek van de weg gescheiden is. De kikkers, padden, vuur- padden, vuursalamanders, smaragd-, muur- en duin- hagedissen, de land- en moerasschildpadden en vooral de ringslangen mochten zich in een stroom van belang stellenden verheugen, die slechts in duizendtallen te tellen is. Met dit openluchtterrarium werd een schare van geregelde bezoekers, zowel oude als jonge, ge kweekt, die vele uren op de tuin doorbracht. In het leslokaal werd gezorgd voor een voortdurend wisselende expositie van zoetwaterdieren in aquaria, terwijl er ook een demonstratiekastje voor bijen was opgesteld. Het leslokaal werd, na de lessen, opengesteld voor het publiek. Om het effect van dit werk te vergroten, werd het voorgedeelte van de tuin iedere werkdag tot 18.30 uur (’s-Zaterdags tot 17 uur) en ’s-Zondags van 1017 uur voor het publiek opengesteld en werd er voor gezorgd, dat er iedere dag na 16 uur en 's-Zondags de gehele dag een personeelslid aanwezig was, dat voldoende toelich ting kon geven. Door de grote toewijding, die door het personeel bij dit werk betoond werd, waren de resultaten verbluffend. Het totale bezoek viel niet te tellen. Op drie willekeurige Zondagen werden gemiddeld ruim 8 000 bezoekers waargenomen en het totale aantal ligt stellig ver boven de 150 000. In het verslagjaar werd een gedeelte van de glazen serre tot insectarium verbouwd. In het najaar werden de paden om het leslokaaltje breder gemaakt om het volgende jaar de grote stroom bezoekers gemakkelijker te kunnen verwerken. De Kinderboerderij heeft een reputatie gekregen tot buiten de Gemeente. De gehele zomer door kwamen er bussen met kinderen, die een schoolreisje maakten, waarbij ook de kinderboerderij in het programma was opgenomen. Evenals het vorige jaar werd het werk op de boerderij verricht door een vaste groep van 50 kin deren onder leiding van een onderwijzer. Uit het feit, dat ieder kind tussen half Maart en eind October ge middeld 111 maal op de boerderij werkte, valt af te leiden hoe groot de animo van de kinderen voor dit werk is. Het aantal dieren werd uitgebreid en de gezondheids toestand van de dieren liet, dank zij de uitstekende ad viezen van de Rijksveeteeltconsulent en van de Rijks- pluimveeconsulent, niets te wensen over. Het aantal plantensoorten in de Botanische Tuin werd vrij sterk uitgebreid; oude naambordjes werden ver vangen, terwijl vele nieuwe bordjes werden gemaakt. De aanleg werd iets gewijzigd om wat ruimte te winnen voor het kweken van planten voor de scholen. Het gebruik, dat van de tuin gemaakt werd door klassen van middelbaar onderwijs en (meer) uitgebreid De demonstratielessen werden gegeven door de ad- junct-directeur, één vaste onderwijzer en één weten schappelijk assistent A. Op drukke dagen assisteerde de directeur. Slechts indien er niemand meer vrij was werden ver zoeken om demonstratielessen afgewezen. Ondanks het feit, dat er 2 354 klassen met 64 051 leerlingen (vorig jaar 1811 klassen met 48 164 leerlingen) op de tuinen ontvangen werden, moesten nog vele aanvragende scholen worden teleurgesteld. Met de huidige bezetting zal het niet mogelijk zijn om dit aantal klassen en leerlingen in 1952 te bereiken. Het geven van meer dan 4 demonstratielessen per dag is een veel te grote belasting, temeer, omdat ieder der do centen na 4 uur nog een andere taak wacht. De volgende lessen werden gegeven boter- en kaasbereiding, bloembollen en bloembollen cultuur, jonge dieren, amphibiën en reptielen, het leven der bijen, pluimvee, dorsen, vlasbewerking, zoetwater vis en zoetwatervisserij, ploegen en planten in de herfst. Voor de les over Pluimvee werd veel medewerking ondervonden van de Pluimveeconsulent en van het Bedrijfschap voor Pluimvee en Eieren. De les over Zoetwatervis en Zoetwatervisserij werd geheel voorbereid in samenwerking met het hoofd van de afdeling Binnenvisserij van de Nederlandse Heide maatschappij, van wie veel medewerking ontvangen werd. In het verslagjaar werden reeds enkele nieuwe lessen (zeedieren en zeevisserij, trekvogels, vinkenbaan en eendenkooi) voorbereid voor het volgende jaar. De bedoeling is binnen enkele jaren tot een dubbel stel lessen te komen, zodat iedere les (uitgezonderd „jonge dieren’’) slechts eens in de twee jaar gegeven wordt. Jkvr. E. J. de Ranitz gaf op 25 ochtenden of middagen les aan klassen van het v.h.m.o; in de wetenschap pelijke tuin; de directeur deed dit op 11 ochtenden of middagen. Bovendien leidde Jkvr. de Ranitz 9 lagere scholen en 55 particulieren door de wetenschappelijke tuin. Boven dit aantal komt natuurlijk het bezoek, dat zij in opdracht van de Dienst der Gemeenteplantsoenen door de wetenschappelijke tuin leidde. Verscheidene scholen bezochten de botanische tuin onder leiding van hun eigen leerkrachten. Om dat te bevorderen leidde de directeur op 14 middagen groepen onderwijzers door de botanische- en de wetenschappe lijke tuin. De Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, af deling ’s-Gravenhage, bezocht iedere maand de weten schappelijke tuin. Een viertal van deze excursies werd VERSLAG GEMEENTELIJKE SCHOOL- EN KINDERTUINEN. E.-J.-Herweijertuin, Zuiderpark. Het onderwijs op de tuinen. 3

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 556