■1
I
46
De Gemeente-archivaris,
W. MOLL
5
Nu, naar gehoopt mag worden, de grootste gevaren
verbonden aan de vochtigheidstoestand in het gebouw
binnenkort door het plaatsen van ontvochtingsappa-
raten tot het verleden zullen behoren, komt het meer en
meer nijpend ruimtegebrek om ernstige aandacht
vragen. De voor de archieven beschikbare plankruimte
is op enkele tientallen meters na uitgeput; het over
nemen van enigszins grotere archieven is voortaan ge
heel uitgesloten. De voor de Letterkundige Verzameling
bestemde ruimte is nagenoeg geheel gevuld, de kranten
kamer zal na twee of driejaren het jaarlijks accres niet
meer kunnen opnemen.
Maar verreweg het ergste is de Prentenverzameling
er aan toe. Alle dozen en laden zijn vol, reeds is een deel
der verzameling in de gang geplaatst, wat een zeer on
gewenste toestand is.
Wanneer, zoals te vrezen valt, vooreerst geen nieuw
gebouw gesticht zal kunnen worden, zal het zetten van
een verdieping op de tentoonstellingszaal naar het oor
deel van ondergetekende op den duur onvermijdelijk
blijken.
Rï\» 7•JCSk'4*:<Cr-'-
i. Maatregelen in het belang der verzamelingen te
nemen.
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.
