1 L Het personeel was op 1 Januari 1951 als volgt samengesteld. DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN DER GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1950. In December van het jaar 1950 verscheen een Gids voor de afdeling Oude Kunstnijverheid. Overigens be paalden de publicaties van de Dienst zich uitsluitend tot de uitgifte van catalogi voor de onderscheidene tentoonstellingen. Er werden tijdens het verslagjaar 12 tentoonstel lingen gehouden. In dit aantal is niet begrepen de tentoonstelling „100 Jaar Noorse Schilderkunst”, welke reeds in December 1949 werd geopend. Wel zijn in dit aantal begrepen de tentoonstellingen „Het Mauritshuis gast in het Gemeentemuseum” en „Jacob- Marisprijs voor de Schilderkunst 1950”, welke bij het einde van het verslagjaar nog niet waren gesloten. In het bijzonder mag wel worden vermeld de tentoonstel ling „Franse beeldhouwkunst” door het uitzonderlijk groot aantal bezoekers, dat deze tentoonstelling trok, t.w. 52 037. In de staat op blz. 5 zijn de tentoon stellingen in volgorde van openingsdatum gespecifi ceerd. Wetenschappelijk personeel: 1 adjunct-directeur (tevens waarnemend directeur), belast met de Muziek historische Afdeling en de Muziekhistorische Biblio theek; 1 conservatrice, belast met de afdeling Oude Kunstnijverheid; 1 conservator, belast met de afdeling Moderne Kunst; 1 conservator, belast met de afdeling Haagse Historie; 5 wetenschappelijke assistenten B (3 afdeling Moderne Kunst, 1 Muziekhistorische Af deling, 1 afdeling Oude Kunstnijverheid); 1 museum- 1 controleur; 1 zaalwachter; 1 hulpzaalwachter; 1 werkvrouw. Inleiding. Uit de gegevens die het hiernavolgend jaarverslag van de Dienst voor Schone Kunsten der gemeente ’s-Gravenhage over het jaar 1950 te bieden heeft, is af te lezen hoezeer de Dienst zich in dat jaar in een grote bloei heeft kunnen verheugen. De Dienst heeft in genoemd jaar de werkzaam heden voor de permanente collecties een eind verder kunnen brengen dan in 1949, zodat de oorlogsschade steeds minder in het gebouw zichtbaar werd. Daar naast is de roep van de Dienst door de organisatie van een groot aantal belangrijke tentoonstellingen sterk vergroot. Met erkentelijkheid dient gewag te worden gemaakt van de medewerking die de Dienst mocht ondervin den van het Corps Diplomatique te ’s-Gravenhage, van het Ministerie voor Onderwijs, Kunsten en We tenschappen, van de directies van vele musea in bin nen- en buitenland en van tal van particulieren. Uit het feit dat deze zich allen beijverd hebben om aan de initiatieven welke het museum ontwikkelde, steun te verlenen, blijkt wel overduidelijk hoezeer het Haagse Gemeentemuseum in het jaar 1950 zijn plaats in het gemeenschapsleven heeft weten te bevestigen. Ook de samenwerking met het Haags Cultureel Centrum bleef even innig als in de voorafgaande jaren. Andere verheugende feiten zijn de groeiende be langstelling voor de door het Museum-Kamerorkest georganiseerde concerten en het stijgend aantal leden van de Vereeniging van Haagsche Museum vrienden en van houders van leerlingenkaarten. Er moge als slot van deze inleiding op gewezen worden dat, evenals in voorafgaande jaren, vele schen kers en bruikleengevers leemten in onze collecties hebben willen vullen en dat daardoor ook in 1950 het peil van de verzameling belangrijk werd verhoogd. In het verslagjaar werden 698 boeken en 119 archiefwerken uitgeleend; de studiezaal werd bezocht door 479 bezoekers, waarvan 365 voor de Muziek historische Bibliotheek en 114 voor de Kunsthistori sche Bibliotheek en Prentenkabinet. In het verslagjaar werden uitgegeven 3 903 leer lingen- en 6 004 jaarkaarten. Voor de eerste maal werden jaarkaarten ook ter beschikking gesteld aan leden van het Gemeentepersoneel en hun huisgenoten, en aan kunstenaars en hun gezinsleden. assistente B (Muziekhistorische Afdeling); 5 museum- assistenten A; Administratief personeel: 1 administrateur C; 1 boekhouder A; 4 administratieve ambtenaren B; 2 bureelambtenaren; 4 schrijvers; 1 bediende; Technisch personeel: 1 technisch ambtenaar A; 3 technici; 1 machinist; 1 amanuensis; 1 atelierbedien- de; 1 kolentremmer; 2 werklieden; Toezichthoudend personeel: 1 concierge; 1 contro leur B; 10 zaalwachters; 1 portier B. Volontairs: 4. BIJLAGE 47 Personeel. Publicaties. Tentoonstellingen. A. Gemeentemuseum. B. Museum Bredius. Studiezaal en uitleenbibliotheek. Museumjaarkaarten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 565