47 18 VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN. 1650, zwarte 1610, gekleurd bandje 1651, 1611, aan 1612, 1652, 1613, 1614, 1653., 1615, 1654. 1616, 1655, 1617, 1656, 1618, 1619, 1657, 1620, 1658, 1621, 1659, 1660, 1622, 1661, 1662, 1623, 1663, 1664, 1625, 1626, 1665, 1627, 1666. 1628, 1667. 1634, 1670, 1635, vel, cylindervormig, met gevlochten 1671, 1636, 1672, 1637, 1673, 1640, 1674, 1641, 1675, 1676, 1644, 1677, 1645, 1646, 1679, 1647, 1648, 1680, 1649, 1668, 1669, 1629, 1630, 1631, 1632, 1633, 1638, 1639, 1642, 1643, overtokken aan een kant met slangenhuid, 2 snaarpennen, China, lang 45; Kokyu, strijkinstrument met strijkstok, vierkante met goudornament versierde donkerbruine klankkast met 2 vellen, 4 snaarpennen (2 ontbreken), Japan, lang 66, lengte stok 89,5; Ch’in, bruinrood gelakte klankkast, 7 snaren, 13 paarl- moeren aanduidingen voor vingerplaatsing, koorden met kwasten, China, lang 105,5; met leer overtrokken klankkast, klankgaten, Belgisch Congo, lengte Een paar zwarte castagnetten aan gekleurd bandje (rood-wit koord), lang 65; Een paar zwarte castagnetten (rood-wit koord), lang 65; Een stel bruine castagnetten aan geel en rood gekleurde linten en balletjes (voor 1 hand), lang 85; Spinettino, gemerkt Andreas Rückers 1649”, Antwer pen, lang 80. breed 40, hoog 15; Fagot, 13 koperen kleppen, 5 koperen banden, geen merk, lang 27, 19e eeuw; Fagot, 10 koperen kleppen, 4 koperen banden, gemerkt ,,H. Grenser Dresden", met wisselstuk (2 kleppen), lang 125, einde 18e/begin 19e eeuw; Fagot, 7 kleppen, 4 koperen banden, gemerkt .Plath Dresden", lang 124,7, 18e eeuw; Bas-klarinet in fagotvorm, 19 koperen kleppen. 4 ko peren banden, koperen beker, gemerkt „Erfunden und verfertigt von G. Streitwolf in Göttingen”, le helft 19e eeuw, lang 94; Signaalhoorn met drie windingen, zeer klein model, niet gemerkt, natuurhoorn, lang 19,5, diam. 10; Signaalhoorn met drie windingen, zeer klein model, niet gemerkt, natuurhoorn, lang 195, diam. 8; Gunibri, Noord-West-Afrika, klankkast is gemaakt van een schildpad, overtrokken met huid, 2 houten schroe ven, versierde hals, lang 46,5; Tokkelinstrument, Noord-Oost-Afrika, houten klank kast, overtrokken met vel, 5 houten penschroeven, half cirkelvormige met snijwerk versierde schroef houder, lang 68,4; Tokkelinstrument, Achter-Indië, (Siam), klankcorpus van cocosnoot met houten bovenblad, brede platte houten hals, schroef houder met 2 schroeven, lang 48,6; Tanbur, Turkije, peervormig model, hout, 5 houten schroeven, lang 60,5; 1624, Tanbur, Turkije, peervormige klankkast, hout, 4 houten schroeven, lang 56; Tanbur, Turkije, peervormige klankkast, hout, 4 houten schroeven, ingelegd met paarlmoer, lang 64.4: Katjapi, Sumatra, hout, 2 schroeven, klankkast van on deren open, lang 61; Katjapi, Sumatra, hout, 2 schroeven, klankkast van on deren open, schroefhouder uitlopend in mannenfiguur, lang 60; Katjapi in de vorm van een boot (bootluit), Celebes, 2 schroeven, lang 68,3; Schelptrompet, Japan, lang 31,5; Schelptrompet, Japan, met koord en kwasten, lang 22.6; Schelptrompet, Japan, met koperen mondstuk, lang 18,8; Schelptrompet, Japan, lang 18,5; Zanza van riet, 5 bamboe toetsen (2 ontbreken), van onderen rond klankgat, Belgisch Congo, lang 13,5; Wambee, houten 5 snaarpennen, 2 klankkast 22,2; Trommel met één rottan spanriem, van onderen open, Indonesië, lang 51,3, diam. 8; Bandfluit, 4 toongaten, roodgeschilderd ingekerfd fi- guurornament, bamboe, Borneo, lang 76,5; Blokfluit, 7 toongaten, 1 duimgat, bamboe, Indonesië, lang 23,3; Bandfluit, 6 toongaten, bamboe, Java, lang 41,8; Bandfluit, rood beschilderd, 4 toongaten, bamboe, Bor neo, lang 39,2; Bandfluit, bij mondstuk en uiteinde rood beschilderd, 4 toongaten, bamboe, Borneo, lang 42,1; Bandfluit, met ingekerfd ornament, 5 vierkante toon gaten, bamboe, Indonesië, lang 33,8; Bandfluit, bamboe, 6 toongaten, Java, lang 51,5; Bandfluit, met ingebrand figuuromament, 6 toongaten, bamboe, Celebes, lang 61,2; Klarinet van riet met opslaande tong, 4 vierkante toon gaten, lang 51,6; Klarinet van riet met opslaande tong, 4 vierkante toon gaten, lang 44,4; Roephoorn, gemaakt van een koehoorn, Europa, lang 25,5; Roephoorn, gemaakt van een karbouwhoorn, 2 ronde gaten, ingekrast ornament, Zuid-Afrika, lang 38; Dwarsfluit, in fraai versierde koker, 7 klankgaten, Japan, lang 39; Gitaar (klein model), modern schroefmechaniek, 4 me talen snaren, Oost-Europa, lang 54,5; Mandoline, gemerkt ,,D. Brambilla Napoli”, 4 dubbele snaren, modern, Italië, lang 60; Gunibri, klankcorpus gevormd door een schildpad, het vel versierd met Arabische karakters en bloemornament, groene hals, 2 houten snaarpennen, Noord-Afrika, lang 69; Tokkelinstrument, houten klankkast, voor- en achterzijde beplakt met vel, drie gedraaide houten schroeven, Oost- Azië (Siam?) zonder punt lang 66; Tokkelinstrument, hals fraai versierd met houtsnijwerk uitlopend in gestyleerd dier, 1 snaarpen, Bataklanden (Indonesië), lang 86,5; Mandoline, 6 dubbele snaren, fraai diepliggend rozet, ingelegd met paarlemoer, Italië, lang 55,3; Qupuz, schroefhouder met spiegeltje, 6 houten snaar pennen, Egypte, totale lengte 105; Strijkinstrument met strijkstok, klankkast van cocos- noot, uitgesneden met verguld rozet aan de achterzijde, 2 rood geschilderde snaarpennen, hals rood, van boven versierd met verguld, groen en rood, Indo-China, lang 87,5; Daira (tamboerijn), hoorn met ingekrast cirkel- en lijn ornament, 5 stel koperen bekkens, een vel, diameter 211, Turkije; Schudinstrument, rieten mandje gevuld met gedroogde pitten op houten stok. Belgisch Congo, lang 32,1; Schudinstrument, rieten mandje gevuld met gedroogde pitten op houten stok, Belgisch Congo, lang 33,2; Zanza, 9 ijzeren toetsen (een ontbreekt), aan de zijkant open, Belgisch Congo, lang 22; Zanza, 14 toetsen van ijzer (3 ontbreken), Belgisch Congo, lang 25; Rebab, vel gescheurd, klankkast met stof bekleed, 2 lange snaarpennen, met stok, Java, lang 112; Rebab, ronde klankkast van cocosnoot, bekleed met doek met oranje randje, 2 snaarpennen, Java, lang 101,3; Sister, toegeschreven aan Joh. Cuypers, Den Haag. 2e helft 18e eeuw, verguld rozet, 5 dubbele en 1 enkele metalen snaren, lang 80,4; Mandoline, 6 snaren, gemerkt „M. Bertini e Figlio Mi lano”, rood geverfd bovenblad, ovaal klankgat, rand ingelegd met paarlemoer, lang 57,4; Balalaika, 3 snaren, op de toets 5 witte ronde positie- aanduidingen. Rusland, lang 67,7; Mandoline, eigenaardig model met plat achterblad, 4 dubbele metalen snaren, modern schroefmechaniek, Oost-Europa lang 58; Cheng, China, hoog 47,5; Marketensterviool in de vorm van een ovaal tonnetje, met rotan banden, donkerrood geverfd, 4 schroeven, Europa, 19e eeuw, lang 63; Trommel, één vel, van onderen open, slangenhuid met spanriemen van rotan en rotan spanhoepel, bekleed met donkere stof, aan de onderkant een zwarte, gedeeltelijk met snijwerk versierde band, Borneo, hoog 45; Viool, eigenaardig model, genaamd „Philomele”, ge merkt: „Johann Padewet Grossh. Bad. Hof-Saiteninstru- mentenmacher, Carlsruhe 1862”, lang 59; Luitachtig tokkelinstrument met fraai opengewerkt verguld rozet, 2 driedubbele snaren en 3 dubbele snaren, hals omwonden met „Bünden” van darm, plat boven en achterblad, 17e eeuw, lang 54,6; Mittenwalder Zither, 16 snaarpennen, rond klankgat, een f klankgat en een uitgesneden ovaal klankgat, lange smalle toets met metalen „Bünden”, 19e eeuw, lang 83,7; Gambastrijkstok, slof zonder ring en metalen plaatje, schroefmechaniek, 18e eeuw, lang 74,3; Vioolstrijkstok met Frans kopje en ivoren schroefhou der. slof zonder ring en metalen plaatje, 18e eeuw, Vioolstrijkstok met gedeeltelijk ingekerfde groeven, snoekenkop, ivoren schroefhouder, 17e eeuw, lang 70,7; San-Shen, ronde klankkast met 2 vellen, lange houten hals, schroefhouder met 3 houten snaarpennen, China, lang 89,7; 1678, "Tfu-Ch’in, cylindervormige klankkast

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 582