HOOFDSTUK XV.
B.
1.
1
4
5.
1
123
10
28
97
65
3
10
8
5
4
16
2
1
22
23
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
e.
f.
g-
a.
b.
c.
d.
D. Lichting 1952.
Bij brief van 3 Mei 1950 verzocht de Minister van
Oorlog over te gaan tot inschrijving der lichting 1952.
Hiervoor kwamen in aanmerking de mannelijke per
sonen, geboren in 1932, die op 1 Juni 1950 in het
bevolkingsregister waren opgenomen, benevens zij,
die om een of andere reden nog niet voor één der
lichtingen 1944 t./m. 1951 waren ingeschreven.
De keuring, welke op 29 Augustus 1950 is aange
vangen en bij het einde van het verslagjaar nog
niet was afgelopen, geschiedde evenals in de vorige
jaren door de in het v.m. schoolgebouw Falck-
straat lló ondergebrachte indelingsraad.
E. Hernieuwde keuring van voorgoed ongeschikt
verklaarden.
De keuring van de hierbedoelde personen is, in
ver
ier
3 133
103
562
De door de Gemeente in 1950 ten behoeve van de
keuring van ingeschrevenen voor de dienstplicht ge
maakte kosten bedroegen 9.411,11. De Minister van
Oorlog zal dit bedrag geheel aan de Gemeente doen
terugbetalen.
Aan 2 626 personen zijn oproepingen verzonden,
inhoudende de opdracht ter vervulling van de eerste
oefening in werkelijke dienst te komen. Behalve de
aan deze personen afgegeven vervoerbewijzen zijn
aan 96 uit andere gemeenten afkomstige personen
eveneens deze bewijzen verstrekt.
1 778 personen zijn schriftelijk in kennis gesteld
met de omstandigheid, dat te hunnen aanzien inlij
ving buiten tegenwoordigheid is geschied.
Aan 169 dienstplichtigen, behorende tot de lich
ting 1949, zijn oproepingen uitgereikt voor buiten
gewone opkomst onder de wapenen.
In verband met vrijwillige dienstneming of ver
vroegde inlijving als dienstplichtige zijn in 86 geval
len inlichtingen aan de betreffende ministeries ver
strekt.
Wegens het niet voldoen aan een oproeping tot
vervulling van werkelijke dienst is op verzoek in 179
gevallen de reden hiervan aan de onderscheidene
korpscommandanten medegedeeld.
In slechts enkele gevallen is de Burgemeester ver
zocht, dienstplichtigen, die in gebreke waren geble-
61
1949 ingesteld, in 1950 voortgezet. Tijdens het
slagjaar zijn 50 ingeschrevenen der Gemeente
keuring opgeroepen.
Hiervan werden:
goedgekeurd
2. voorgoed ongeschikt verklaard
3. niet gekeurd wegens:
a. tijdelijk ontzegging van het recht tot het
dienen bij de gewapende macht
b. het niet op hen van toepassing zijn der
wet
LANDSVERDEDIGING.
A. Lichting 1941, 1942 en 1943.
Ook in het jaar 1950 moest, evenals in het voor
afgaande jaar, de inschrijving dezer lichtingen wor
den voortgezet. Het aantal ingeschrevenen was op
31 December 1950 gestegen tot onderscheidenlijk
4 305, 4 284 en 4 321.
In de loop van het jaar 1950 zijn van deze lich
tingen 19 ingenieurs ter keuring opgeroepen.
Van hen werden:
goedgekeurd
voorgoed ongeschikt verklaard
niet gekeurd wegens vrijwillige dienstneming
Lichting 1951.
Begin keuring: 30 Augustus 1949.
Laatste keuringsdag: 20 Juni 1950.
Van de 3 987 ingeschrevenen werden:
goedgekeurd f
tijdelijk ongeschikt verklaard
voorgoed ongeschikt verklaard
met geldige redenen niet gekeurd wegens:
vrijwillige dienstneming
beoefening buitenlandse zeevaart
verblijf buitenslands
bekleden van of opleiding tot een
geestelijk of godsdienstig-menslievend
ambt
verblijf in een bepaalde inrichting
inschrijving elders e.d
overlijden
niet gekeurd wegens ongeldige redenen, te
wier aanzien proces-verbaal is opgemaakt
In 305 gevallen moest een onderzoek naar de reden
van het niet voldoen aan de oproeping tot keuring
worden ingesteld.
1 persoon
1
2 personen
161
Van deze personen werden:
1goedgekeurd
2. voorgoed ongeschikt verklaard
3. niet gekeurd wegens verblijf buitensland
C. Tijdelijk ongeschikt verklaarden van oudere
lichtingen.
Tijdens de keuring van de lichting 1951 zijn aan
een tweede lichamelijk onderzoek onderworpen 165
personen, die aanvankelijk tijdelijk ongeschikt waren
verklaard. Hiervan behoorden:
tot de lichting 1941
1947
1949
1950
>5
n
n
KOSTEN KEURING.
OPKOMST IN WERKELIJKE DIENST.
I. Dienstplicht.
INSCHRIJVING, KEURING EN OPKOMST IN
WERKELIJKE DIENST.