I i; I L_ Voor 17 personen, die zich niet konden verenigen met de ministriële beslissing op een door hen inge diend verzoek om vrijstelling, moesten beroepschrif ten in behandeling worden genomen. Op verzoek van korpscommandanten is aan 679 dienstplichtigen een oproeping tot opkomst voor her halingsoefeningen uitgereikt. In 7 gevallen werd aan de Minister van Oorlog ven te voldoen aan een hun opgelegde verplichting tot dienstvervulling, te doen opsporen en aanhouden. Aan 123 alhier wonende personen is wegens lichaamsgebreken een ontslagbewijs uitgereikt. In 136 gevallen zijn kennisgevingen toegezonden, betreffende uitsluiting van de dienst, op grond van artikel 22, 1 a der Dienstplichtwet, terwijl in 4 gevallen be roepschriften tegen deze beslissingen aan de Minister van Oorlog zijn doorgezonden. Ten behoeve van de administratie van dienstplich tigen werden 10 504 mutaties aangetekend, waarvan in 2 141 gevallen aan de ministeries en in 415 ge vallen aan burgemeesters van andere gemeenten op gave moest worden verstrekt. Ter reconstructie van de administratie van hen, die, hoewel behorend tot vooroorlogse lichtingen, na de bevrijding werkelijke dienst hebben verricht, zijn op verzoek van de Minister van Oorlog t.a.v. 871 per sonen de nodige dienstplichtgegevens verzameld en op daarvoor speciaal bestemde A-kaarten vastgelegd. advies uitgebracht omtrent uitstel van opkomst en in 3 gevallen omtrent vrijstelling daarvan. Behandeld zijn 1 294 aanvragen om uitstel van eerste oefening wegens studiebelangen en 212 ver zoeken, gegrond op zakelijke motieven. Ten aanzien van de aanvragen om studie-uitstel zijn de noodzake lijke dienstplichtgegevens aan de Minister van Oorlog of Marine verstrekt, terwijl omtrent de andere ver zoeken, na ingesteld onderzoek, aan genoemde minis ters advies is uitgebracht. Op verzoek van de Minister van Oorlog is aan 3 584 ingeschrevenen voor de lichting 1951 een ken nisgeving verzonden, betreffende de mogelijkheid tot: 1het aanvragen van vrijstelling van dienst als gewoon dienstplichtige wegens broederdienst, op grond van de omstandigheid, dat reeds 3 wettige broeders of halfbroeders een voor broederdienst geldige dienst hebben volbracht; 2. het indienen van een verzoek om bestemming tot buitengewoon dienstplichtige, op grond van de om standigheid, dat een wettige broeder of halfbroeder als militair is gesneuveld of als lid van een verzets organisatie om het leven is gekomen. In 1950 zijn 612 aanvragen om toekenning van kostwinnersvergoeding behandeld. Het aantal gevallen waarin vergoeding werd uitbetaald, daalde in het verslagjaar geleidelijk, hoofdzakelijk tengevolge van de demobilisatie van de uit Indonesië teruggekeerde Ten behoeve van de vrijwillige dienstneming en voor bevordering werden 2 586 zg. bewijzen van goed gedrag, 1 599 bewijzen betreffende de burgerlijke staat en 2 082 bewijzen van Nederlanderschap uit gereikt. In 897 gevallen is overgegaan tot legalisatie van handtekeningen, voorkomende op verklaringen betreffende militaire dienst. Tevens zijn 4 bewijzen van goed gedrag opgemaakt ten behoeve van het Fonds voor oud-militairen c.q. voor de opneming van oud-militairen in „Bronbeek”. In 1 338 gevallen zijn bewijzen betreffende de ver houding tot de dienstplicht afgegeven of ambtelijke inlichtingen hieromtrent verstrekt. Ten aanzien van 3 661 personen is, naar aanlei ding van het van de Commissaris der Koningin ont vangen schrijven van 14 Mei 1948, A.N. 1716 (5e Afd.), beoordeeld of uit militaire overwegingen be zwaren bestonden tegen inwilliging van een verzoek om afgifte van een buitenlands paspoort. Naar aanleiding hiervan hebben om de hierboven onder 1 genoemde reden 110 personen een verzoek om vrijstelling ingediend, terwijl 38 personen om de onder 2 vermelde reden hebben verzocht tot buiten gewoon dienstplichtige te worden bestemd. In 97 gevallen hebben dienstplichtigen een aan vraag ingediend om vrijstelling van dienst als ge woon dienstplichtige wegens het bekleden van een geestelijk of een godsdienstig-menslievend ambt of opleiding tot zodanig ambt. Deze verzoeken werden, vergezeld van de nodige dienstplichtgegevens, aan de betreffende ministeries doorgezonden. Adviezen werden uitgebracht omtrent: a. 59 aanvragen om vrijstelling wegens persoonlijke onmisbaarheid; b. 27 verzoeken om vrijstelling wegens aanwezigheid van een bijzonder geval, ontleend aan zakenmo tieven en 62 aanvragen om een soortgelijke vrij stelling, gegrond op blijvende vestiging buiten Europa. ADMINISTRATIE DIENSTPLICHTIGEN. ONTSLAG. HERHALINGSOEFENINGEN. 62 AFGIFTE VAN ZG. BEWIJZEN VAN GOED GEDRAG, BEWIJZEN VAN NEDERLANDERSCHAP, LEGALISATIE VAN HANDTEKENINGEN ENZ. II. Verg aard. UITSTEL VAN EERSTE OEFENING, VRIJSTELLING, ENZ. KOSTWINNERSVERGOEDING. e n d e I Is o e d i n ge n van verschill

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1950 | | pagina 70