1.
2.
3.
4.
5.
2.
3.
63
Ter zake van door ongehuwde militairen ingedien
de verzoeken om overeenkomstig de „Voorlopige Re
geling Bezoldiging Koninklijke Landmacht” als kost
winner te worden erkend, werden in de loop van 1950
55 staten van inlichtingen opgemaakt, welke met de
In verband met deze bepalingen moesten de reeds
behandelde en de in behandeling zijnde aanvragen
om kostwinnersvergoedingen betreffende dienstplich
tigen die reeds vóór de ontvangst van het rondschrij
ven waren opgeroepen om op 4 October 1950 te wor
den ingelijfd, opnieuw worden beoordeeld. De ge
vallen waarin alsnog vrijstelling kon worden verleend,
zijn onverwijld aan de betrokken Minister door mid
del van een staat van inlichtingen ter kennis gebracht.
Ten slotte zij vermeld, dat ingevolge de rondzend
brief van de Minister van Marine van 7 December
1949, Afd. HIZ Nr. 195654/23718, de tegemoet
koming in de kosten van vrijwillige verzekering bij
een ziekenfonds met ingang van 1 Januari 1950 niet
meer als toeslag op -de kostwinnersvergoeding mocht
worden uitbetaald, aangezien deze voortaan aan het
einde van elk kalenderjaar rechtstreeks door het
Ministerie aan belanghebbende zal worden uitgekeerd.
de volgende regeling vastgesteld, welke slechts van
toepassing is op dienstplichtigen die na 1 October
1950 voor de eerste maal in werkelijke dienst komen
dan wel na deze datum in werkelijke dienst komen
na tevoren minder dan 31 dagen als dienstplichtigen
te hebben gediend:
vrijstelling wegens kostwinnerschap kan worden
verleend aan de dienstplichtige, die op het tijd
stip waarop hem de oproeping tot opkomst werd
toegezonden enig of hoofdkostwinner was;
als hoofdkostwinner wordt aangemerkt hij, die
op het onder 1 genoemde tijdstip ten minste het
gedeelte van het gezinsinkomen inbracht;
vrijstelling wordt niet verleend aan de op het hier-
voren aangeduide tijdstip gehuwde dienstplichtige,
die geen kinderen te zijnen laste heeft;
vrijstelling wordt evenmin verleend en kostwin
nersvergoeding wordt evenmin toegekend aan de
dienstplichtige, die bij de verzending van de op
roeping geen eigen inkomsten had en ook nim
mer heeft gehad.
Met verandering in de gezinsomstandigheden na
bovenbedoeld tijdstip wordt derhalve geen reke
ning gehouden;
voor het toekennen van kostwinnersvergoeding
aan de verwanten van dienstplichtige mede-kost-
winners werd de berekening van het gederfde be
langrijk gewijzigd. De vergoeding wordt nl. be
paald op het netto-inkomen van de dienstplichtige,
verminderd met tenminste 20 van het bruto-
inkomen als zakgeld en met 10,eigen levens
onderhoud, een en ander uiteraard met inachtne
ming van de vastgestelde maxima.
In verband met de beslissing van het College van
Rijksbemiddelaars van 7 September 1950 betreffen
de de per 1 resp. 4 September 1950 toegestane loons
verhogingen werden bij gezamenlijke rondzendbrief
van bovengenoemde Ministers van 23 September
1950, Afd. A. 3. S. 2. Bur. 3. Nr. 534870, de ver-
goedingsvoorschriften gerekend van 1 September
1950 af, opnieuw en wel als volgt herzien.
De hierboven onder 1 genoemde grens werd tot
56,per week, het onder 2 genoemde bedrag tot
2,80 en de onder 3 genoemde grens tot 28,70
verhoogd. Verzocht werd alle toegekende vergoedings
bedragen opnieuw te beoordelen en, in plaats van de
gebruikelijke wijzigingsopgaven, voor éénmaal nieuwe
staten van inlichtingen toe te zenden, onder bij
voeging van loonsverklaringen en andere bewijs
stukken.
Aangezien het wenselijk was gebleken op beperkte
schaal tot het verlenen van vrijstelling wegens kost
winnerschap over te gaan en andere maatstaven aan
te leggen voor de toekenning van kostwinnersvergoe
ding, werd voorts, mede namens zijn ambtgenoot van
Marine, door de Minister van Oorlog bij rondzend
brief van 26 September 1950, Afd. A. 3. nr. 535971,
De op 1 Januari 1950 ingegane loonsverhogingen
van maximaal 5 maakten het noodzakelijk de ver-
goedingsvoorschriften op verschillende punten te her
zien. Daarom werd bij gezamenlijke rondzendbrief van
de Ministers van Oorlog en Marine van 28 April
1950 Afd. A. 3. S. 2. Bur. 3., nr. 485443, ingaande
1 Januari 1950:
de maximum-inkomstengrens van 50,tot
53,50 per week verhoogd;
het bedrag, waarmede de onder 1 bedoelde grens
voor elk kind beneden 18 jaar mocht worden
overschreden, tot 2,75 verhoogd.
de maximum-grens van 25,voor de toeken
ning van kostwinnersvergoeding aan de bij ver
wanten inwonende echtgenoten van dienstplichti
gen der Koninklijke Landmacht tot 27,50 per
week verhoogd.
militairen. Hieronder volgt een per kwartaal inge
deeld overzicht.
593.104,93
Totaal
1.
Aantal
posten.
1 020
102
443
89
666
83
806
96
185.950,33
25.563,29
139.431,44
27.080,26
94.058,33
23.830,09
78.581.09
18.610,10
Totaal
uitgekeerd.
ERKENNING ALS KOSTWINNER VAN ONGEHUWDE
MILITAIREN.
2 de kwartaal:
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine
3de kwartaal:
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine
4de kwartaal:
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine
1ste kwartaal:
ten laste van het Ministerie van Oorlog
ten laste van het Ministerie van Marine