i
I
1'
I
l
II'.
i
8
I
VERSLAG FINANCIERINGS- EN BELEGGINGSFONDS.
I
Bedrag.
OMSCHRIJVING.
Paragraaf.
Hoofdstuk.
XV
291.970.635,65
I
si
Si
SS
Si
Si
I
II
III
IV
V
VI
vil
VIII
IX
XI
XIII
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
20
2
2A
4
5
6
7
7A
9
10
11
12
13
14
15
16
SS
Si
SS
SS
SS
SS
SS
SS
SS
SS
24.053.100,—
10.527.747,46
821.709,08
2.698.261,66
SS
66.673.445,63
29.403.005,41
4.977.749,80
4.475.719,—
135,36
954.855,44
402.649,80
945.038,30
7.299.788,21
1.202.953,21
162.808,45
459.249.62
78.455,55
2.026.655,65
31.487,28
305.058,—
5.593.526,32
538.561,17
13.097.332,95
12.832.731,04
12.312.400,—
SS
STAAT van de op 1 Januari 1951 door het Fonds aan de Gemeente verstrekte en nog niet terug
ontvangen gelden. Bijlage D.
Reinigingsdienst
Gemeentewerken
Gemeenteplantsoenen
Dienst v.d. Wederopbouw en de Stadsontwikkeling
Gemeentelijke Woningdienst
Dienst voor het Gemeentelijk Grondbedrijf
Gemeentelijke Hypotheekbank
Noodhypothekenfonds
Rijskhypothekenfonds
Gemeenteziekenhuizen
Keuringsdienst van Waren
Koninklijke Schouwburg
Dienst voor Schoolkinderzorg
Gemeenteapotheek
Overige inkomsten en uitgaven
Vroegere diensten
Algemeen beheer
Openbare veiligheid
Volksgezondheid
Volkshuisvesting
Openbare werken
Eigendommen, niet voor de openbare dienst bestemd
Openbaar gewoon lager onderwijs
Openbaar voortgezet gewoon lager onderwijs
Openbaar uitgebreid lager onderwijs
Openbaar buitengewoon lager onderwijs
Openbaar voorbereidend lager onderwijs
Bijzonder gewoon lager onderwijs
Bijzonder voortgezet gewoon lager onderwijs
Bijzonder uitgebreid lager onderwijs
Bijzonder buitengewoon lager onderwijs
Bijzonder voorbereidend lager onderwijs
Lager onderwijs, niet vallende onder de 1 t./m. 11
Middelbaar onderwijs
Hoger onderwijs
Nijverheidsonderwijs
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, niet vallende onder de 1 t./m. 15
Maatschappelijke steun en voorzorg
Handel en Nijverheid
Gasbedrijf
Electriciteits-Bedrijf
Duinwaterleiding
Openbaar Slachthuis
Gemeentelijke Credietbank
De hiervóór vermelde bedragen stemmen overeen met die, welke in Bijlage E, kolom 13, worden aangeduid als „geïnvesteerd
bedrag boekwaarde) aan het begin van het dienstjaar”. Zij geven dus per hoofdstuk (paragraaf) aan het saldo der nog
niet afgeschreven kapitaalsuitgaven van vorige dienstjaren.
7.176.096,92
2.156.409,25
3.465.416^24
873.744,05
412.778,63
29.007,33
209.475,13
59.821.829,39
2.970.030,—
429.805,—
3.164.444,—
5.012.064,65
202.503,24
923.602,72
105.688,98
3.143.315*73