_J
1
20
1
GEMEENTEBELASTINGEN VAN ’S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1951.
BIJLAGE 10
Belasting op vermakelijkheden.
(Zie de staten I en II).
1949.
1951.
1949.
1949.
1950.
1951.
to
Het verslag geeft een overzicht van de volgende Ge
meentebelastingen
9?
99
belasting op vermakelijkheden;
hondenbelasting;
straatbelasting;
rechten voor het gebruik of genot van openbare Ge
meentegrond;
vergunnings- en verlofsrecht;
schoolgelden
verpleeggelden Gemeentelijke openlucht- en buiten
scholen;
opcenten grondbelasting;
opcenten personele belasting;
ondernemingsbelasting.
De belasting wordt geheven krachtens de Verordening
no. 17 van 1932.
Bij Raadsbesluit van 19 December 1949, Bijl. 610, is
in de verordening de mogelijkheid opgenomen om ge
deeltelijke restitutie der belasting te verkrijgen, indien
de ondernemer naast een variétéprogramma muziek
ten gehore laat brengen door een orkest, waarvan het
aantal leden niet minder bedraagt dan 1/100ste gedeelte
van het naar beneden tot een veelvoud van honderd
afgeronde aantal zitplaatsen.
De Raad heeft in zijn vergadering van 16 April 1951,
Bijl. 198, deze restitutiebepaling verruimd. Van 1 Juli
1951 af wordt de restitutie verleend, wanneer het aantal
variété-artisten en musici te zamen ten minste één per
100 zitplaatsen bedraagt. De wijziging is goedgekeurd
bij Koninklijk besluit van 11 Juni 1951, no. 23.
35
30
25
toneelvoorstellingen
opera en operette
ballet
concerten
bioscoopvoorstellingen
revue
sport
tentoonstellingen
overige vermakelijkheden
toneelvoorstellingen
opera en operette
ballet
concerten
bioscoopvoorstellingen
revue
sport
tentoonstellingen
toneelvoorstellingen
opera en operette
ballet
concerten
bioscoopvoorstellingen
revue
sport
tentoonstellingen
overige vermakelijkheden
99
99
Staat I bevat een overzicht van de opbrengst en van
het voor toegangsbewijzen bestede bedrag over de jaren
1949, 1950 en 1951.
De zuivere opbrengst dezer belasting bedroeg over
1951 ƒ2.705.420,— tegen ƒ2.594.129,— over 1950,
zodat de opbrengst over 1951 rond 111.000,of
ruim 4,1 pCt. meer bedroeg dan die over 1950.
inwoner;
99 9
99 9
99 9
99
pCt.
2,6
0,8
0,3
3,2
71,7
2,0
6,2
1,0
12,2
pCt.
5,4
1,8
0,9
4,2
61,-
5,8
5,1
1,9
13,9
pCt.
5,5
2,2
1,2
5,1
59,3
5,2
5,2
1,1
15,2
pCt.
2,4
0,8
0,3
2,8
70,5
2,3
6,3
2,8
11,8
ƒ2,34
„2,37 I
„4,57
1,62 I
0,81
„2,67
0,81
„0,65 i
pCt.
6,0
1,2
1,2
5,7
61,6
5,1
5,6
0,8
12,8
ƒ2,33
„2,48
3,14
1,55
0,91
2,70
0,86
0,72
ƒ2,10
2,59
4,80
1,57
0,82
2,60
0,83
1,12
1950.
I
Van het totale aan toegangsbewijzen bestede bedrag
werd uitgegeven voor
Het aantal afgegeven toegangsbewijzen bedroeg, in
percenten van het totaal, voor
De belasting op vermakelijkheden, die tegen betaling
toegankelijk zijn, heeft in het verslagjaar bedragen
35 pCt. van vermakelijkheden, die geheel of gedeeltelijk
uit een bioscoopvoorstelling bestonden, be
houdens die, waar uitsluitend films werden ver
toond welke door de in artikel 15 der Bioscoop
wet bedoelde Centrale Commissie zijn goedge
keurd als betreffende onderwerpen van weten
schap, nijverheid, landbouw en handel. Voor
laatstgenoemde voorstellingen werd 20 pCt.
geheven;
van bals en danspartijen;
van kermisvermakelijkheden;
van toneel-, cabaret-, variétévoorstellingen en
andere vermakelijkheden, welke gevolgd wer
den door een bal of een danspartij
van de overige vermakelijkheden.
terwijl het gemiddeld bestede bedrag per toegangsbe
wijs bedroeg voor
Uit staat II blijkt het aantal van Gemeentewege uit
gereikte of afgestempelde toegangsbewijzen. Dit be
droeg
in 1946 14 840 782 of gemiddeld 31,1 per
1947 13 812 766
1948 14 048 595
1949 11 274 818
1950 11 174 227
1951 10 737 865
26.3
25,9
20.4
20,0
18,7
1950. 1951.
pCt.
2,5
0,5
0,2
3,4
72,9
1,8
6,7
1,2
10,8