1 s z= 1 I 12 2li 2! H H L-2- z J z z z Besmettelijke veeziekten. Aangetroffen werd: 2 i 6 a. normale slachting: b. noodslachting wegens ongeval; c. slachting zonder voorafgaande levende keuring; d. ziek of wrak dier: e. gestorven dier. Voor zover bekend kwamen vleesvergiftigingen niet voor. De kook- en braadproef werd 924 maal verricht en gaf in 74 gevallen een positief resultaat, t.w. 37 varkens Zoals uit het bovenstaande blijkt, werden cysticerci gevonden bij 875 runderen of 3,3 pCt. van het aantal geslachte runderen (vorig jaar 3,46 pCt.), bij 51 kal veren of 0,73 pCt. (vorig jaar 3,22 pCt. van het aantal geslachte graskalveren en 0,06 pCt. van het aantal ge slachte vette kalveren). Levende cysticerci werden gevonden bij 205 runderen of 0,77 pCt. van het aantal geslachte runderen (vorig jaar 0,88 pCt.), bij 19 kalveren of 0,27 pCt. (vorig jaar 1,36 pCt. van het aantal geslachte graskalveren en 0,06 pCt. van het aantal geslachte vette kalveren). Distomatose. Deze afwijking was de reden tot af keuring van de levers van 2 960 runderen, 56 graskal veren, 1 veulen, 5 varkens, 373 schapen en 75 geiten. Uit de levers van 10 533 runderen, 81 kalveren, 19 schapen en 5 geiten werden de ontstoken galgangen verwijderd. Strongylose. Deze aandoening leidde tot de afkeuring van één geheel veulen en van de longen van 4 kalveren, 3 paarden en 66 schapen. met traangeur en/of -smaak; 30 varkens met cryptor chidie (3 mannelijke), 1 hermaphroditisch varken met geslachtsgeur, 1 in nood geslacht varken met multiple wonden en kneuzingen; 1 in nood geslacht rund met Bij 2 074 dieren hadden onderzoekingen plaats (vo rig jaar bij 1 587 dieren). Bacteriologisch onderzoek werd 1 158 maal toege past (vorig jaar 1 060 maal) en gaf in 124 gevallen een positief resultaat (vorig jaar 141). Hierna volgt een tweetal staten, die op dit onderzoek betrekking hebben. In de tw'eede staat betekent: mond- en klauwzeer bij 84 runderen, 24 kalveren en 432 varkens; varkenspest bij 10 varkens; rotkreupel bij 7 schapen; houtvuur bij 1 gestorven kalf; paratuberculose bij 3 runderen. typhi murium 5 i~ I De stijging van het percentage bij eenhoevige dieren is eveneens toe te schrijven aan de verminderde invoer van paarden uit Denemarken. Cysticercose. (Het voorkomen van blaaswormen van de bij de mens parasiterende lintworm Taenia saginata). Onderstaande staat verschaft gegevens over het aan tal en de vindplaats van de gevonden parasieten. 16 I 2 j 2- VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. Kalf. Rund. Vindplaatsen. Laboratoriumonderzoekingen. 1 Identificatie der culturen. 13 2 1 3 1 12 1 6 1 10 17 20 2 2 Na bacteriologisch onderzoek werden Diersoort. afgekeurd. goedgekeurd. a b e I a b b c d a c e 3 18 8 1 98 13 11 1 1 2 1 3 15 I 2 2 Uitwendige kauwspier Inwendige kauwspier Hart Slokdarm Middenrif Tongspier 158 21 1 23 7 3 Bac. coli rhusiopathae suis Coccen Gram positieve bacillen Salmonella dublin 1 1 1 I 15 14 1 4 1 1 8 5 5 Aantal positieve gevallen van bacteriologisch onderzoek. 1 1 1 2 5 bacteriologisch onderzoek werd verricht. 7 1 1 3 3 1 2 1 5 1 2 1 6 2 1 Runderen Kalveren. Nuchtere kalveren Paarden Veulens Varkens Schapen Geiten Biggen Lammeren I 2 -! i 468 47 90 62 1 2 23 3 6 29 1 6 12 4 14- 12- 1 1 10 2 2 voorwaardelijk goedgekeurd (vrijbank). a b c d 42 17 4 14 4 5 7 7 1 3 47 6 2 1 1 1 i 99 119 1 u iï z d e 25 2 4 4 2 2 18 6 4 6 7 - 5- 40 105 5 12 1- 3- 24 1 5 1 12 2 1 36 1 1 Levend. Dood. Gevallen, waarin I e a 53 198 11 87 4 54 20 14 1 58 193' Levend. Dood. voorwaardelijk goedgekeurd (sterilisatie). a b c d e c I d e 2- 6 5 5 - c d 229 3 114 2 85 14 8 6 345 9 10 2 5|

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 147