14 STICHTING „CENTRAAL BADBEHEER” TE ’S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1951 Ambtenaren. Werklieden. 47 c. 62 Totaal III. INRICHTINGEN. 1 25 20 2 I. BEHEER. Bestuur. De heer Ir F. C. J. M. Wirtz stelde zich na zijn perio diek aftreden op 31 December 1950 als lid van het Bestuur niet herbenoembaar. De Heer Wirtz heeft van 25 September. 1946 af deel uitgemaakt van het Bestuur en heeft als zodanig belangrijke diensten aan de Stich ting verleend, in het bijzonder met betrekking tot de oplossing van de warmte-economische problemen, welke zich bij de exploitatie van de badhuizen voor deden. Het Bestuur bestond op 31 December 1951 uit de volgende leden: Mr J. van Aartsen, voorzitter; J. J. van Langen, onder-voorzitterMr M. Blei Weiss mann, secretarismevrouw E. van den Bosch-de Jongh W. Boer; J. G. W. Bolomey; W. Brusse; Mr W. F. K. Cost Budde; C. A. M. Diepenhorst; A. L. M. Dink- huijsen; J. P. Govaars; Ir A. J. Gurck; J. C. A. Ultée en B. Verwaal. Boekhouder-Kassier. De heer W. A. van der Horst vervulde tot en met 30 November de functie van Boekhouder-Kassier. Op deze datum verliet de Heer Van der Horst wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd als Ad ministrateur der Gemeentewerken de Gemeentedienst. Ingevolge het bepaalde in de Stichtingsstatuten werd zijn opvolger in laatstgenoemde functie, de heer M. Maris, met ingang van 1 December 1951 belast met de functie van Boekhouder-Kassier der Stichting. Adjunct-Secretaris. De heer D. P. Lindhout vervulde wederom de functie van adjunct-secretaris. Inspectie. De voorgenomen reorganisatie van de Stichtings- leiding was aan het einde van het verslagjaar nog niet tot stand gekomen. De heer P. J. Batenburg was ook gedurende het jaar 1951 belast met de waarneming van de Inspecteursfunctie. Badhuizen. Op 25 October vond de opening plaats van het geheel gemoderniseerde en gerestaureerde badhuis aan de Hemsterhuisstraat, bevattende 28 douchecellen, welke door bijzondere voorzieningen, nl. het aanbrengen van boven- en onderdeuren, zowel voor volwassenen als voor schoolkinderen kunnen worden gebruikt en 10 speciale schoolbadcellen. Afwezigheid wegens ziekte. In 1951 bedroeg het aantal ziektedagen voor de ambtenaren 40, dat is 0,9% van het aantal arbeids dagen. Voor de werklieden bedroegen deze cijfers on derscheidenlijk 585 en 3%. II. PERSONEEL. Algemeen. Het personeel bij de Stichting was op 31 December 1951 als volgt samengesteld a. b. 14’) 1 -15 Gedelegeerden. Gedurende het verslagjaar traden als Gedelegeerden, belast met de dagelijkse leiding op: de heer Mr M. Blei Weissmann voor de badhuizen en de zeebaden, de heer W. Boer voor de schoolbaden en de heer B. Verwaal voor de zwembaden. a. in vaste dienst b. in tijdelijke dienst in vaste dienst in tijdelijke dienst in losse dienst Van dit aantal waren 57 personen ingedeeld bij de badhuizen en de 5 overige bij de zwembaden. Gedu rende het seizoen 1951 waren gemiddeld in het Zuider- park-zwembad 29, in het Gemeentelijk Zeebad te Sche- veningen 32 en in het Gemeentelijk Zeebad te Kijkduin 8 personen werkzaam. BIJLAGE 1 1) Hierin is begrepen 1 ambtenaar van de Dienst der Gemeentewerken, die bü de Stichting is gedetacheerd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 174