17n Aan de „Haagse Stichting voor Lichamelijke Op voeding” werd voor sportdoeleinden een oppervlakte grond ter grootte van 3.48.50 ha gelegen aan de Van Vredenburchweg te Rijswijk (Z.H.) in gebruik gegeven. Voortgegaan werd met het inrichten van twee com plexen volkstuinen in de zogenaamde groene strook van plan „Morgenstond”. Het kampeerterrein te Kijk duin kon als zodanig nog niet in gebruik worden ge nomen. Weliswaar werden de voorbereidende werk zaamheden voltooid, doch het gereedmaken van dit terrein kon niet worden uitgevoerd aangezien daartoe de vereiste toestemming van de desbetreffende Rijks- instellingen nog niet werd verkregen. Ten behoeve van het jeugdwerk werden, behalve „De Kleine Ridderzaal”, de jeugdherberg „Ockenburgh” en de voormalige theeschenkerij „Vreugd en Rust” te Voorburg, enige oppervlakten grond verhuurd of aan de Stichting „Haagse Jeugdverblijven” in gebruik gegeven. waren gebouwd. In 3 gevallen had de uitbetaling der bijdragen betrekking op panden, welke niet voor ver dere financiering in aanmerking kwamen. Aan de A.N.W.B.werd op „Ockenburgh” een terrein beschikbaar gesteld voor de opleiding van kampleiders voor jeugdverenigingen, ressorterende onder de Haagse Jeugdactie (H.A.J. A.), werd eveneens op „Ockenburgh” en op „Overvoorde” en „Groenendaal” voor kampeer gelegenheid een terrein in gebruik gegeven. Ten behoeve van autocaravanners werd op en Bos” een terrein geëxploiteerd. De directeur van het Gemeentelijk Grondbedrijf, J. P. VAN DER PLOEG VIII. DIVERSEN. Voor school- en kindertuinen werd aan de desbetref fende dienst een oppervlakte teelland ter grootte van 2.39.40 ha beschikbaar gesteld. Ten behoeve van de tewerkstelling van minder-valide en sociaal-onvolwaardige jeugdige personen werd een oppervlakte grond, ter grootte van 7.67.80 ha in de Veen- en Binckhorstpolder aan de Gemeentelijke Dienst voor School- en Kindertuinen in gebruik gegeven. „Meer Volgens het voor het eerst in 1951 bewerkte systeem is de Gemeente verdeeld in wijken, meestal samenvallende met.de indeling der volkstelling 1948. Iedere wijk is ten aanzien van het bodemgebruik ingedeeld in 60 categorieën, waarvan de zo juist mogelijke omschrijving is vastgelegd. De met de planimeter hoofdzakelijk op kaarten 1 1000 gemeten oppervlakken zijn per wijk doorlopend ge nummerd en worden met hun nummer op de telstaten gebracht óf onder „landelijk gebied”, óf Onder „wijk” óf onder „stadsvoorziening”. Per wijk wordt getotali seerd; ook de oppervlakken „landelijk”, „wijk” en „stad” worden per wijk getotaliseerd. Verfijningen, vooral binnen het bouwblok, zijn mogelijk. Het is met gebruikmaking van dit systeem thans mogelijk veel soortige gegevens betreffende het bodemgebruik zowel per wijk als voor de gehele Gemeente te verstrekken. Iedere wijk zal éénmaal per jaar elke maand enkele wijken worden gerevideerd. De op blz. 11 afgedrukte tabel geeft een overzicht van de op 31 December 1951 beschikbare bouwter reinen. VERSLAG GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF. 1) A.N.W.B. Algemene Nederlandsche Wielrijders-Bond. 10 Recreatie. Jeugdwerk. Jeugdzorg. Statistiek bodemgebruik. Beschikbare bouwterreinen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 235