f
17
Gewone leningen op schuldbekentenis, aangegaan
voor consolidatie van vlottende schuld (B) of wo
ningbouw (C); leningen voor conversie (A) werden
niet aangegaan.
Ter verklaring van dit gunstige resultaat zij er
allereerst de aandacht op gevestigd, dat bij Koninklijk
besluit van 22 Februari 1951 voor de uitkeringen
wegens ondernemingsbelasting een van de bestaande
wijze voor verantwoorden afwijkende boeking werd
voorgeschreven en wel dat de in 1951 ter zake ont
vangen uitkeringen, welke rechtstreeks voortvloeiden
uit de herziening van die uitkeringen over 1950, niet
in de gemeenterekening over 1951, maar in die over
1950 moesten worden verantwoord. Dientengevolge
is een bedrag van 3.8OO.OOO,-dat op 10 April
1951 werd ontvangen meer in 1950 verantwoord
dan waarop aanvankelijk was gerekend. Van laatst
genoemd bedrag is in December 1951 echter een
bedrag van 1.519.608,teruggevorderd, zodat
per saldo ten bate van de dienst 1950 is gekomen
2.280.392,—,
Voorts leverden de achterstallige inkomsten en uit
gaven over de jaren vóór 1950 een voordelig verschil
op van rond 358.000,
Wanneer deze beide factoren voor de berekening
van het batig saldo buiten beschouwing worden gela
ten, geeft de dienst 1950 op zich zelf derhalve een
gunstig resultaat te zien in ronde sommen van
3.874.000,-2.280.000,-1- f 358.000,—)
1.236.000,—.
Ten aanzien van laatstgenoemd bedrag zij het vol
gende opgemerkt.
Bij de ontvangsten bleken de verschillende heffin
gen, o.a. de straatbelasting en die ter zake van het
gebruik van openbare gronden en wateren en wegens
haven- en marktgelden rond 120.000,hoger dan
geraamd. Van de Haagse Tramweg-Maatschappij
werd een winstuitkering ontvangen van 142.000,
terwijl de daarvoor in de begroting opgenomen post
voor memorie was uitgetrokken.
De werkelijke uitgaven ten laste van tal van posten
zijn beneden de raming gebleven. Zo is ter zake van
salarissen voor ambtenaren en onderwijzend personeel
rond 268.000,minder uitgegeven dan geraamd en
zijn de in 1950 uitgevoerde onderhoudswerken rond
Het totale bedrag van de vaste schuld op 31 De
cember 1951 (Rijksvoorschotten voor Woningbouw
enz. inbegrepen) bedroeg 297.131.312,514,
per inwoner).
In 1951 was het hoogste bedrag der vlottende schuld
95.550.000,het laagste bedrag 32.600.000,
337.000,beneden de daarvoor uitgetrokken be
dragen gebleven.
Voor vergoeding van de kosten van verzekering
tegen ziekte was 180.000,uitgetrokken. De hier
voor bestemde post behoefde niet te worden ge
bruikt, daar de kosten deels door de verschillende
bedrijven en diensten ten laste van hun exploitatie
rekeningen zijn genomen en deels konden worden
geboekt ten laste van de desbetreffende posten der
gemeentebegroting zonder dat een aanvulling der
ramingen nodig bleek.
Ten slotte werd het saldo van de dienst 1950 gun
stig beïnvloed wegens het bij het sluiten van de dienst
1950 op de post „Onvoorziene uitgaven” nog beschik
bare bedrag van 156.000,
Het batig saldo ad. 3.874.075,50 is ingevolge
artikel 43a der Rekeningsvoorschriften overge
bracht naar de kapitaaldienst van 1951. Een gedeel
te ervan, te weten 374.075,50, is aangewend voor
extra afschrijving op kapitaalsuitgaven.
Volgens de door de Gemeenteraad vastgestelde be
groting voor het dienstjaar 1952 zijn de geraamde
bedragen als volgt.
Hierbij kan worden opgemerkt, dat ih het voor
uitgaven van de gewone dienst geraamde bedrag
1.022.609,is begrepen voor „Onvoorziene uit
gaven”.
4.756.451.48
3.874.075,50
nihil
tijd (in
Doel.
ontvangsten
uitgaven
In de gemeenterekening over 1950 zijn ver
schillende achterstallige inkomsten als „nog
te verhalen” aangemerkt. Deze inkomsten
bedragen blijkens de bij die rekening ge
voegde staat, na aftrek van een aantal pos
ten, voornamelijk bestaande uit achterstal
lige schoolgelden, die in de onzekerheid, of
zij wel ten volle kunnen worden ingevorderd,
bij de becijfering van het netto-saldo buiten
aanmerking blijven,
Totaal
De achterstallige uitgaven, die op de
dienst 1950 betrekking hebben en thans op
de dienst 1951 moeten worden geraamd,
bedragen
het werkelijk batig saldo van de gewone
dienst 1950 bedraagt derhalve
Rente
percentage.
3
3
3
3
3
3
3
3
4
20
20
20
20
20
20
20
5
50
Koers
in pCt.
kapitaaldienst.
194.965.819,85
194.965.819,85
B
B
B
B
B
B
B
B
C
gewone dienst.
188.110.251,—
„118.110.251,—
100
100
100
100
100
100
100
100
100
I
Gemeenteschulden.
3.261.259,87
8.630.526,98
2- 1-1951
2- 1-1951
2- 1-1951
2- 1-1951
2- 1-1951
2- 1-1951
2- 1-1951
28- 4-1951
6- 8-1951
300.000,—
250.000,—
750.000,—
750.000,—
700.000,—
3.497.000,—
100.000,—
500.000,—
7.500.000,—
Bedrag der
lening in
gld.
Datum
Raadsbesluit.
1
Begroting 1952.
nihil
Loop-
jaren).