18 o 1 il 5 I getast. Bovendien bezetten 3 gezinnen een 5 kamer woning en wonen 5 gezinnen in een 2e klasse woning. Aan beide typen bestaat grote behoefte om het op- schuifsysteem beter tot zijn recht te doen komen. In het verslagjaar hadden 14 verhuizingen plaats, hieronder begrepen 2 opschuivingen naar 2e klasse of grotere woning. Van de 12 vertrokken gezinnen woonden er 8 van 1946 af in de Zomerhof, de andere kortere tijd. Vier verkregen een particuliere woning, waarvan 2 door ruil, 8 konden in een andere ge- meentewoning worden geplaatst. Zes van deze gezin nen voldoen vrijwel aan de eisen, die de nieuwe om geving hun stelt, de twee andere blijven zorg behoe ven, mede door de geestelijke onvolwaardigheid van beide echtparen. Van de nieuw geplaatste gezinnen verbleef er één reeds 8 maanden in het Noodtehuis, 2 andere moesten wegens kwesties over betaling en gedrag uit het Noodtehuis worden verwijderd en wer den door ons in de meest wanhopige situaties aange troffen. Met alle 3 deze gezinnen gaat het thans rede lijk goed. Ook de andere verkeerden in benarde omstandigheden, bewoonden krotwoningen die op in storten stonden of zaten in veel te kleine vertrekjes zonder stookplaats of water. Toch was niet de wo- ningsituatie het criterium, maar de voorgeschiedenis en de algemene indruk van het gezin. Immers moest het doel voor ogen blijven, dat moeilijke, doch wel te corrigeren gezinnen worden geplaatst. Het blijkt wen selijk te zijn, meer jonge gezinnen met enige kinderen op te nemen. (Met oudere mensen, die volwassen kinderen hebben, komt de gewenning moeilijker tot stand.) De kinderschaar heeft de neiging zich snel uit te breiden; in 1951 werden 19 kinderen geboren. Het consultatiebureau voor zuigelingen en kleuters bereikt goede resultaten, alle jonggeborenen komen geregeld ter controle, 3 maal per week worden nazorgbezoeken afgelegd. De hoogtezon werkt stimulerend op het bezoek; er wordt druk gebruik gemaakt van de moge lijkheid om een kinderbox in bruikleen te krijgen. Wanneer er een baby verwacht wordt gaat de wijk- inspectrice na, of de nodige voorzorgen zijn getroffen. Waar nog iets ontbreekt, worden diverse instanties ingeschakeld of de zelfwerkzaamheid aangemoedigd (zelf maken of schilderen van kinderledikantjes enz.). In September 1951 werden de eerste stappen on dernomen om een klasje van de openbare Kleuter school weer terug te krijgen in het clubzaaltje. Veel administratieve beslommeringen moesten worden verricht, doch de principiële toezegging en mede werking der onderwijsautoriteiten geven goede hoop. Ook de werkruimte voor huishoudelijke en ge- zinsvoorlichting heeft nog steeds de aandacht. Het wachten is op de toekenning van de nodige gel den. Het clubwerk gaat gestadig voort, een voetbal veld achter Overvoorde werd in huur verkregen en met eigen middelen verrees daarop een kleedruimte. Tegen verschillende buurtclubs werd fel gestreden om de eer. Van groot belang is, dat de eertijds zo weinig sportieve jeugd, thans alle eer aan de tegenstander weet te geven en in staat is, door samenwerking veel In bijgaande tabel wordt een overzicht gegeven van de inning der vergoedingen voor houtschade van 1 Januari 1946 tot en met 31 December 1951. Het onderhoud geschiedde evenals in 1950 door of onder toezicht van de Gemeentelijke Woningdienst. In verband met de beperkte middelen van het onderhoudsfonds werd alleen het meest noodzakelijke onderhoud uitgevoerd, terwijl slechts aan enkele wo ningblokken, onder andere Duindorp I/II en aan enkele zogenaamde oude woningen, het buitenverf- werk werd uitgevoerd. In het verslagjaar werden 540 keukens geverfd, 51 000 rollen behangselpapier geplakt en 12 200 stuks ruiten geplaatst. 115 aanrechten werden van een nieuw granito dekblad met gootsteen voorzien, terwijl van een ge deelte dezer aanrechten tevens de fronten werden vernieuwd; 439 woningen wisselden van bewoners en werden nagezien, bijgeverfd of, wanneer dit nodig bleek, geheel geverfd. Het herstellen van zogenaamde houtschade, ver oorzaakt door het opstoken van verschillende onder delen der woning door de bewoners in de winter 1944/45, werd voor het resterende gedeelte, hoofd zakelijk in de complexen Trekweg I tot en met IV en Deimanstraat, zover dit mogelijk was, uitgevoerd; door het uitblijven van het aan Burgemeester en Wet houders aangevraagde crediet was het niet mogelijk een aantal gesloopte houten schuren achter de wo ningen in de complexen Spoorwijk en Trekweg door nieuwe te vervangen. Behalve de normale onderhoudswerkzaamheden door personeel van de Gemeentelijke Woningdienst (in sommige gevallen uitgebreid met geleende krach ten, onder andere van de Habo), werden verschillende werkzaamheden van grotere omvang ondershands aanbesteed. Deze aanbestedingen betroffen in hoofd tot stand te brengen. Ook de zomerkampen in Leer- sum werken in deze richting. Het badhuis werd door oud en jong geregeld bezocht, de schoolgaande jeugd zag zich beloond met een gezellige middag, waar een tachtigtal prijsjes kon worden uitgereikt aan de geregelde badbezoekers. 955,85 1.257,50 4.833,60 7,15 162,90 12,— 7.229,— Het totaal aantal baden bedroeg in 1951 53 207, waarvan 47 673 betaalde en 5 430 gratis. Totaal werd in het verslagjaar ontvangen voor: 2 731 kuipbaden a 0,35 12 575 stortbaden a 0,10 32 224 a 0,15 143 kinderbaden a 0,05 5 430 emmers warm water a 0,03 4 knipkaarten a 3, Totaal VERSLAG VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER. Houtschade. Onderhoud. Badhuis Troelstrakade.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 260