i
18
l
FINANCIEEL OVERZICHT.
18.652,87
1.269.449,23
35.620,45
1.305.069,68
Totaal
12
Hierbij komt het nadelig saldo van
de exploitatie van de Dienstgebou
wen bij het complex Zomerhof
In verband met de omstandigheid, dat ten aanzien
van enige complexen nog niet tot definitieve vaststel
ling der stichtingskosten en derhalve van de verschul
digde annuïteiten kon worden overgegaan, werd ten
laste dezer exploitatierekening een annuïteit gebracht
gebaseerd op de zo nauwkeurig mogelijk geraamde
stichtingskosten, zodat zo veel mogelijk is gestreefd
naar een volledige exploitatierekening.
Het nadelig saldo der woningcom
plexen met inbegrip van het onder
D. uitgetrokken tekort op de exploi
tatie van de brandstoffenhokken
(grotendeels veroorzaakt door het
hoge onderhoudscijfer).
(Zie staat IVa: totaal A, B, C en D)
In mindering hiervan komen de voor
delige saldi van de woningcomplexen
Kolenwagenslag II, Kortenbos,Trek-
wegI,Hoefkade,Vissershaven,Duin-
dorp I/II, Duindorp V, Marktweg,
Pakhuizencomplex en de exploitatie
kippenhokken
Het nadelig saldo over 1951, dat na wijziging werd
begroot op 1.248,963,88, bedroeg 1.305.069,68
of 56.105,80 meer dan de raming, hetgeen o.a.
werd veroorzaakt door een hogere boeking wegens
„Afschrijving op eigendommen” en „Rente terzake
bouwkosten", in verband met het in exploitatie komen
van nieuwe complexen.
Het nadelige saldo is het resultaat van de nadelige
saldi der woningcomplexen en brandstoffenhokken
ten bedrage van 1.288.102,10 en de voordelige saldi
van de woningcomplexen Kolenwagenslag II, Korten
bos, Trekweg I, Hoefkade, Vissershaven, Duindorp
I/II, Duindorp V, Marktweg, Pakhuizencomplex en
de exploitatie kippenhokken tot een totaal bedrag
van 18.652,87, benevens het nadelig saldo van
de exploitatie der Dienstgebouwen bij het complex
Zomerhof ad 35.620,45.
Het saldo, dat ten laste van de Gewone Dienst der
Gemeentebegroting komt, is als volgt samengesteld:
Het totaal bedrag der vóór 1951 geraamde en nog
aan de Gemeente verschuldigde annuïteiten bedraagt
603.357,30, op welk bedrag 466.322,55 wegens
betaalde rente terzake bouwkosten in mindering kan
worden gebracht, zodat per saldo een bedrag ad
137.034,75 resteert, dat kan worden aangemerkt
als een verhoging van de nadelige saldi der betref
fende woningcomplexen.
Aangezien in de jaren vóór 1951 reeds een bedrag
ad 244.083,76 werd gereserveerd wegens nadelige
saldi, bedragen de totale nadelige saldi der vóór
1951 in exploitatie geweest zijnde complexen alzo
244.083,76 137.034,75 of 381.118,51 (zie
bijlage I). In mindering van laatstvermeld bedrag
werd 246.993,ontvangen, zodat per saldo nog
134.125,51 is te vorderen.
Met inbegrip van laatstvermeld bedrag belopen de
totale nadelige saldi van de woningen voor de volks
huisvesting 1.439.195,19 t.w. 1.305.069,68 ver
hoogd met 134.125,51.
Door het Rijk zal in de nadelige saldi der in de
exploitatierekening onder A en B en met inbegrip
van de in bijlage 1 genoemde woningcomplexen wor
den bijgepast tot een bedrag, hetwelk gesteld kan
worden op 1.363.470,(waarvan reeds ontvangen
is als voorschot op bijdragen 246.993,zodat per
saldo 322.718,19 resteert, dat dus voor rekening
van de Gemeente blijft.
Het overschot op de exploitatie van het 2e com
plex van de voormalige Woningbouwvereniging „Die
Haghe”, overgenomen door de Vereniging voor
Volkshuisvesting „Nutswoningen” bedroeg ƒ4.701,38,
dat aan de Gemeente wordt afgedragen ter compen
satie van het verlies terzake van het le complex
„Die Haghe”, zodat per saldo 318.016,81 ten laste
van de Gewone Dienst der Gemeente-begroting komt.
Buiten de huuropbrengst is gelaten een bedrag ad
436,45, zijnde huurverhoging in verband met de
samenwoning en dat ingevolge Rijksvoorschriften aan
het „Onderhoudsfonds” is toegevoegd.
In het aan de Gemeente uit te keren bedrag ad
216.727,41 is 89,94 begrepen wegens huurver
hoging door samenvoeging.
VERSLAG VAN DE STICHTING CENTRAAL WONINGBEHEER.
1.288.102,10
j'
Artikel I van de Baten. Bruto huur van de door
de Gemeente voor de Volkshuisvesting ge
bouwde of aangekochte woningen c.a.
Artikel V van de Baten. Inkomsten van andere,
dan de onder Artikel I bedoelde woningen.