19
I'
Gemeente moge uit het navolgende overzicht blijken.
3
de woningen. Vandaar dat de percentages der verschil
lende woningtypen, voltooid in de periode 1945 t./m.
1950, vrijwel overeenstemmen met die van de in 1945/
’49 goedgekeurde woningen. Een vergelijking tussen de
cijfers der in 1951 voltooide en in 1950 goedgekeurde
woningen doet zien, dat de verandering in de onderlinge
verhouding der woningtypen in eerstgenoemd cijfer
slechts zeer vertraagd tot uitdrukking komt.
Daarnaast lijkt het gewenst enig inzicht te geven in de
wijze, waarop dit streven naar een grotere woningdif-
ferentiatie tot uitdrukking komt in de tot dusver vol
tooide woningen. Daartoe zijn gemakshalve de in de
jaren 1945 t./m. 1950 met de in 1951 gereedgekomen
woningen vergeleken, aangezien het grotere aantal kleine
woningen, tot de bouw waarvan in 1950 werd besloten,
nog geen invloed kon hebben op de in dat jaar voltooi-
aandeel der éénslaapkamerwoningen iets afnam ten gun
ste van dat der tweeslaapkamerwoningen. In de onder
staande staat komt dit duidelijk tot uitdrukking. Ook
blijkt hieruit, dat voor wat de woningwetbouw betreft
het percentage dezer kleine woningen practisch gelijk
bleef aan dat van het voorgaande jaar, indien men reke
ning houdt met de stijging van de woningwetbouw van
60,1 tot 63,7 pCt. of met ruim 5 pCt. De verdere stij
ging van het aantal kleine woningen is dan ook vrijwel
3. Financiering nieuwbouw. De wijze van financiering
van de na-oorlogse goedgekeurde woningbouw in de
geheel te vinden bij de gezamenlijke particuliere bouw,
t.w. van 18,4 tot 18,6 pCt. terwijl het aandeel van deze
bouw van 39,9 tot 36,3 pCt. daalde. Zodoende steeg het
aantal één- en tweeslaapkamerwoningen bij de particu
liere bouw over de perioden 1945 t./m. 1949, 1950 en
1951 onderscheidenlijk van 35 tot 46 en 50,5 pCt. In
overeenstemming met dit beeld liep het aandeel der
woningen met vier en meer slaapkamers opnieuw aan
zienlijk terug, nl. van 5,1 tot 3,7 pCt.
VERSLAG WEDEROPBOUW EN STADSONTWIKKELING.
Totaal.
Periode.
1950.
1951.
1945/49.
1951.
1945/49.
1950.
1945/49.
1951.
1950.
100
100
100
100
100
100
100
Totaal
100
100
Gereedgekomen woningen.
Totaal.
Woningwetbouwfinanciering.
Particuliere bouw.
1951
1951
pCt.
Aantal.
pCt.
Aantal.
pCt.
4 749
1 633
100
100
1 772
100
100
4 003
100
2 370
2 977
100
Totaal
Particuliere woningbouw.
Periode.
Zonder
374
Aantal.
I
onvoldoende gegevens
334 m’ 3-
339 m3
1945/50
Aantal.
1945/50
pCt.
1945 t./m. 1949
1950
1951
Aantal
slaap
kamers.
1945 t./m. 1949
1950
1951
Aantal
slaap
kamers.
1
2
3
meer
Normale
I bijdrage.
Woningwetbouwfinanciering
in percentages.
4 506
2 960
1 880
Woningwet
bouwfinanciering.
Woningwet
bouw
financiering.
258 m’
213 m3
210 m3
1 744
685
Financiële
regeling
particulieren.
314 m3
274 m3
279 m3
233
512
Particuliere bouw
in percentages.
206
2
11,3
22.1
39,0
27,6
Herbouw
financiering.
11,3
34,8
42,4
11,5
Herbouw-
financiering.
115
497
796
225
357
154
237
13.2
38,0
40,0
8,8
37
924
306
Zonder
financiering.
346 m3
338 m3
324
1 719
2 032
674
7
36,7
43,4
12,9
Totaal
in percentages.
Totaal
particuliere
woning
bouw.
2 138
2 202
1 057
368
1 613
1 677
345
251 m3
246 m3
Totaal-
generaal.
6 644
5 536
2 937
1
2
3
meer
4,4
43.9
45,1
6,6
4,2
44.6
45.0
6,2
31,3
45,4
22,5
0,8
ringsregeling
Woning
bouw
j 1947/1948.
26,2
50,6
22,4
0,8
10,7
47,1
37.2
5,0
11,8
23,3
40,2
24,7
7,0
30,4
48,8
13,8
9,2
40.3
41,9
8,6
23,3
41,2
30,4
5,1
21,5
46
28,8
3,7
Finuncie-
i Verminderde?
j bijdrage.
Totaal
woningwet-
tbouw-
finanriFTincy financiering,
financiering, j
1951
pCt.
Aantal.
253
1 116
881
120
124 I
1 327
1 341
185
200
392 I
691 I
489
Premie- Ve±"<?frde|
Wonmg-
i bouw 1950. b^°n'”9g50.
Goedgekeurde en geaccepteerde woningbouwplannen.
1945/50
Aantal. pCt.
4 506
3 334
1 880
6,8
36,2
42,8 I
14,2 I