19
ÏTJI 2’
t
I
8
b. De Adviescommissie voor het Verkeer.
Met de instelling van de Adviescommissie voor het
Verkeer, welke op 13 December 1951 door de Burge
meester werd geïnstalleerd, eindigde de werkzaamheid
van de Verkeerscommissie, die in het verslagjaar der
tienmaal had vergaderd. In de nieuwe Adviescommissie,
welke haar taak eerst in het volgende verslagjaar zal
Ondanks een geringe uitbreiding van personeel bij de
afdeling Stadsontwikkeling, bleef de totale personeels
sterkte, mede als gevolg van verleend ontslag, in het
jaar 1951 ongewijzigd. Hoewel Burgemeester en Wet
houders destijds machtiging verleenden tot uitbreiding
van genoemde afdeling, kon deze niet plaats hebben,
omdat personeel met een voldoende theoretische en
practische scholing voor stedebouwkundig werk nog
steeds zeer schaars is.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het per
soneelsverloop in het verslagjaar.
aanvangen, hebben naast de leden van de oude verkeers
commissie (t.w. de hoofddirecteur van W. en S., de
directeur_van Gemeentewerken, de directeur van de
Haagse Tramweg-Maatschappij en de Hoofdcommis
saris van Politie) zitting een vertegenwoordiger van de
A.N.W.B., van de K.N.A.C., van de K.N.M.V. en van
de Vereniging voor Veilig Verkeer, benevens een be
roepschauffeur. Het secretariaat is opgedragen aan de
afdeling Stadsontwikkeling van de Dienst. De Com
missie adviseert Burgemeester en Wethouders over door
hen te bepalen verkeersaangelegenheden en is bevoegd
ook uit eigen beweging voorstellen, welke zij in het be
lang van de verkeersveiligheid nuttig en nodig acht, aan
Burgemeester en Wethouders te doen.
dit onderzoek zouden moeten worden bevorderd,
waarbij zoveel mogelijk voorrang ware te geven aan
die betreffende:
a. het gebied in de omgeving van de Y-mond;
b. de agglomeratie ’s-Gravenhage.
Ingevolge dit verzoek heeft genoemde „vaste com
missie" (V.C.) dit onderzoek aldus georganiseerd,
dat zijn ingesteld:
een werkcommissie onder leiding van de voorzitter
der V.C., die bestaat uit: de vertegenwoordigers in
de V.C. van de Ministeries van Wederopbouw en
Volkshuisvesting, Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening, Economische Zaken, Verkeer en Water
staat en Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen;
twee vertegenwoordigers van elk der colleges van
Gedeputeerde Staten;
een vertegenw'oordiger van elk der gemeentebestu
ren. Deze werkcommissie behandelt de vragen van
meer principiële aard, die haar worden voorgelegd
door de technische werkgroep. Deze werkgroep is ge
vormd uit
het bureau van de Rijksdienst voor het Nationale
Plan, de drie provinciale planologische diensten en
de drie gemeentelijke diensten; zij heeft het werk
program der werkcommissie opgesteld en verricht
al het technische voorbereidende werk, dat voor het
onderzoek is vereist.
De door de V.C. aan de Minister uit te brengen rap
porten, nl. de beide verlangde interim-rapporten en
het eindrapport, worden vastgesteld na overleg met
de werkcommissie. In de werkcommissie heeft voor
’s-Gravenhage zitting de Wethouder van Weder
opbouw, terwijl in de technische werkgroep de
hoofddirecteur van W. en S. zitting heeft. Beide per
sonen kunnen zich door speciale deskundigen doen
bijstaan, hetgeen als regel gebeurt. Ten slotte werd
nog een „commissie van onderzoekers" ingesteld, die
uitsluitend bestaat uit de stedebouwkundige onder
zoekers van de Rijksdienst voor het Nationale Plan,
de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht
en de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en ’s-Gra
venhage en die tot taak heeft het in het kader van de
problemen van het Westen des lands noodzakelijke
surveywerk te verrichten ten behoeve van de tech
nische werkgroep en werkcommissie.
Zowel de technische werkgroep als de commissie van
onderzoekers kwamen in de loop van het verslag
jaar een groot aantal malen bijeen en het eerste sub-
rapport, t.w. dat over „het gebied in de omgeving van
de Y-mond’’ kon door de werkcommissie worden
vastgesteld.
2
2 I
II. DE AFDELING STADSONTWIKKELING.
Nadat de heer Dudok in de loop.van het verslagjaar op
zijn verzoek, wegens het beëindigen van zijn werkzaam
heden, eervol ontslag werd verleend als stedebouwkun
dig adviseur der gemeente ’s-Gravenhage, kwam het
zwaartepunt bij de voorbereiding van de onderschei
dene stedebouwkundige maatregelen ten volle bij de af
deling Stadsontwikkeling te liggen. Uiteraard blijft bij
haar taak ten deze het door de Raad principieel aan
vaarde structuurplan de richtsnoer vormen en worden
de nog door de heer Dudok vervaardigde basisplannen
(b.v. voor Mariahoeve, Bouwlust-Vrederust-Berestein)
zoveel mogelijk als grondslag aangehouden.
De vorenbedoelde voorbereiding geschiedde op de ge
bruikelijke wijze in nauw overleg met de andere daarbij
betrokken Gemeentelijke diensten en bedrijven en
met het hoofd van de afdeling Wederopbouw en Volks
huisvesting der Gemeentesecretarie, terwijl ook weer
VERSLAG WEDEROPBOUW EN STADSONTWIKKELING.
Groepen.
Paragraaf 4. Diversen.
Personeel.
Technische ambtenaren
Administratieve ambtenaren
Werklieden
Totaal
2 20
9 i 31
52
3
9
1
13 13
19
31 i
52
Algemeen.
In 1951