j 22 Noord- en Zuidhollandse Redding-Maatschappij, kantoor Herengracht 545, Amsterdam (C.). In 1951 werd in totaal 13 maal een beroep gedaan Haags Centraal Drankweer Comité, secretariaat Marcelisstraat 27. Het aantal leden der aangesloten organisaties be droeg per 1 Januari 1952 1 421 (per 1 Januari 1951 1 454). Medewerking werd verleend aan het organiseren van de Landelijke Blauwe-Week Actie. Het Comité werd belast met de straat- en huiscollecte, die 3.169,28 opleverde. Tijdens de actie werden 25 000 kranten en 800 raambiljetten verspreid. De aandacht op de drankbestrijding werd enerzijds ge vestigd door het varen door de Haagse grachten van een motorboot, voorzien van een geluidsinstallatie en enkele propagandaborden, anderzijds door het rijden door de gehele stad van 2 auto’s met geluidsinstallatie. Deze activiteiten waren mogelijk, doordat het Co mité ook in het verslagjaar van de Gemeente een subsidie ontving van 900, Het „Martinusfonds” voor financiële steun aan slachtoffers van het alcoholisme bedroeg op 1 Ja nuari 1952 1.061,51. De werkzaamheden van het Adviesbureau voor Al coholisme van het Haags Centraal Drankweer Comité werden in de loop van het verslagjaar beëindigd door de oprichting op 17 Augustus 1951 van de Vereniging „Consultatiebureau voor Alcoholisme”, welke voldoet aan de van overheidswege gestelde bepalingen. Het aantal vergunningen ingevolge de Drankwet be droeg op 31 December 1951 500, het maximum aan tal vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 24 Decem ber 1930 vermeerderd met 2 vergunningen, verleend ingevolge artikel 8, eerste lid, dier wet. Het vergunningsrecht bleef bepaald op 12,50 van iedere 50,huurwaarde. De totale opbrengst van het vergunningsrecht krachtens de Drankwet bedroeg over het vergunnings- jaar geëindigd op 30 April 1951 191.781,25, waar in aan hotelvergunningsrecht 760,is begrepen. De opbrengst van het verlofsrecht over het verlofs- jaar, geëindigd op dezelfde datum, was 11.268,75. De staat op bladzijde 23 bevat de opgaven, bedoeld in de artt. 35 en 51 der Drankwet. tot het houden van kampvuren en het verbranden van vuil uitgereikt. Aan het gehouden examen voor operateur in een bioscooptheater namen 16 personen deel; 15 candi- daten slaagden. Overeenkomsten voor regelmatige inspectie van brandblusmiddelen bestonden met het Rijk voor 56 en met particulieren voor 103 gebouwen. De Gemeente had de brandveiligheidsmaatregelen voor 98 gebou wen aan de Brandweer opgedragen. Hierbij werden 2 122 brandkranen en 39 220 me ter slang gecontroleerd. Ook werden nog 510 brand- blusapparaten nagezien en gevuld. Voorts werden 64 brandpompen beproefd, waaronder de permanente brandblusinstallatie van het Huis ten Bos en die van de Nieuwe Kerk aan het Spui. Het rollend materieel werd regelmatig nagezien en waar nodig gerevideerd. Een nieuwe autospuit, een nieuwe vrachtmateriaalauto en een motorrijwiel wer den in dienst gesteld. De grote verplaatsbare muziektent werd 56 maal en de kleine 10 maal geplaatst voor het geven van concerten of jeugdvoorstellingen. Bij het onderhoud van de gebouwen, hetwelk zo veel mogelijk in eigen beheer geschiedt, werden in de loop van het verslagjaar de slaapzalen van de brand weerkazernes Duinstraat en Rijswijkseweg van een naadloze afdekvloer voorzien; de verbouwing van het magazijn met de daarbij behorende kantoorruimten in de kazerne Prinsestraat kwam gereed. In verband met de organisatie Burgerlijke Verdedi ging werd begonnen met het trainen van het kader in de gewijzigde instructiemethoden. op de diensten van de motorreddingboot „Arthur”. Verscheidene malen werd weer hulp geboden aan vissersvaartuigen, die op zee in de omgeving van de Vissershaven in moeilijkheden verkeerden. Ook in het verslagjaar bleef de reddingboot bij stormachtig weer in de buitenhaven gereed liggen om eventueel aan in nood verkerende loggers onmiddellijk assistentie te kunnen verlenen. De „Arthur” is in 1951 één maal uitgevaren om hulp te verlenen bij de redding van een piloot van een vliegtuig van de Marine Luchtvaart-Dienst, dat bij Noordwijk aan Zee in zee was gestort. De motorstrandreddingboot „Prins Bernhard” was in het boothuis gestationneerd. Haagse Vrijwillige Brigade tot Redding van Dren kelingen, secretariaat Paets van Troostwijkstraat 111. In het verslagjaar beschikte de brigade over 4 „Tom”-loodsen en 8 piketposten. Door de dienst doende leden werden 7 drenkelingen uit zee gered. Bovendien werd 4 maal uitgerukt voor loos alarm. Ongeveer 135 verdrinkingsgevallen konden worden voorkomen door waarschuwend optreden. In 254 gevallen werd eerste hulp verleend. Ook in het verslagjaar ondervond de brigade me dewerking van de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, van Gemeentewerken en van Gemeenteplantsoenen. De samenwerking met de Ge meentepolitie was uitstekend. Het aantal leden daalde in het verslagjaar met 28 en kwam daardoor op 31 December 1951 tot 244, het aantal donateurs was per dezelfde datum 66. De ontvangsten beliepen in 1951 een bedrag van 3.777,07; de uitgaven een bedrag van 3.492,10. In het verslagjaar werd door de Gemeente een sub sidie ten bedrage van 600,aan de brigade ter beschikking gesteld. Drankbestrijding. Drankwet. Redding van drenkelingen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 30