r
werklieden
meentelijke Vismijn te Vlissingen.
GEMEENTELIJKE DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN TE 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1951.
Commissie van Bijstand.
De Commissie van Bijstand voor het Haven- en
Marktwezen bestond op 31 December 1951 uit de heren
C. P. Damme. P. den Duik Hzn., F. H. M. Lem, K. J.
Nieukerke, Dr B. van den Tempel en W. Verburg.
Voorzitter was de Wethouder van Economische Zaken,
de heer Mr J. van Aartsen, secretaris het Hoofd van de
afdeling Economische Zaken der Gemeentesecretarie
de heer Mr M. Blei Weissmann.
Algemene dienst
Vissershaven
Binnenhavens
Marktwezen
Visafslag
27
Rijkswaterstaat en 8 jachten; in totaal 148 vaartuigen.
Tot de Scheveningse vloot behoorden van deze sche
pen: 123 vaartuigen; 2 waren afkomstig uit Vlaardin-
gen, 2 uit Katwijk, 1 uit Stellendam, 1 uit Tholen, 1 uit
Vlissingen, 1 uit IJmuiden, 1 ongemerkt kortelings
van de helling gekomen 5 behoorden tot het bagger-
materiaal, 1 reddingboot van de Koninklijke Noord- en
Zuidhollandse Redding-Maatschappij (K.N.Z.H.R.M.),
1 was eigendom van de Rijkswaterstaat, 8 jachten wa
ren particulier bezit en 1 behoorde tot de Visserij-in-
spectie.
Aan het einde van het verslagjaar bestond de Scheve-
ningse vissersvloot uit 113 motorloggers, 10 motorkot-
ters, 6 motorschokkers, 5 motorsloepen of vletten en
2 passagiersvletten, te zamen 136 schepen.
Voor de sloop en andere doeleinden buiten Scheve-
ningen werden verkocht 1 stoomlogger, 1 motorlogger,
en 2 motorkustvissersvaartuigen. Drie motorloggers
die onder een Schevenings nummer voeren werden
met een andere plaatsnaam aangeduid. De motorkotter
SCH 2 vertrok naar Zuid-Afrika.
Van de Scheveningse vloot waren voor opleg of re-
Op 31 December 1951 lagen in de haven: 105 motor-
111
544
527
386
1 733
A. HAVENDIENST.
I. VISSERSHAVEN. Treil visserij.
Scheepvaart. Aan de treilvisserij voor verse vis namen deel 33 mo-
Op 1 Januari 1951 lagen in de haven de volgende torloggers die te zamen 266 reizen maakten, d.i. gemid-
vaartuigen: 1 stoomlogger, 103 motorloggers, 28 mo- deld 8.06 reis per schip. Het aantal haringtreilers be-
torkotters of -schokkers, 8 motorsloepen of -vletten, droeg 63. Zij maakten 251 reizen of gemiddeld 3,98 reis
1 sleepboot, 1 baggermolen, 3 onderlossers, 1 zandzui- per schip.
ger, 1 reddingboot, 1 motorkotter van de Visserij-in-
spectie en 5 jachten; in totaal 153 vaartuigen.
Van deze schepen behoorden 129 vaartuigen tot de
Scheveningse vloot, 3 waren afkomstig uit Katwijk, 1
uit Ouddorp, 6 uit Stellendam, 1 uit IJmuiden; 5 vaar
tuigen dienden als baggermateriaal1 was het eigendom
van de Visserij-inspectie; de 5 jachten waren particulier
bezit.
De reddingboot is eigendom van de Koninklijke
Noord- en Zuidhollandse Redding-Maatschappij
(K.N.Z.H.R.M.).
In het verslagjaar kwamen in totaal de haven binnen
8 746 schepen met een inhoud van 1.392 001 nP tegen
Personeel.
Aan het einde van het verslagjaar waren 108 perso
nen aan het Haven- en Marktwezen verbonden, nl. 50 7 975 vaartuigen met een inhoud van 1 281 083 m3 in
ambtenaren en 33 werklieden in vaste dienst, 6 ambte
naren en 2 werklieden in tijdelijke dienst en 1 ambte
naar, 15 werklieden en 1 werkvrouw op arbeidsovereen- loggers, 23 motorkotters of motorschokkers, 4 vletten
komst. of kleine motorkustvaartuigen, 1 motorkotter van de
Evenals in vorige jaren werden in de loop van het Visserijinspectie, 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 2 onder-
verslagjaar enige losse werklieden gedurende korte of lossers, 1 sleepboot, 1 reddingboot, 1 motorvlet van de
lange tijd in dienst genomen, voornamelijk ter vervan
ging van personeel bij verlof of tijdens ziekte.
De formatie van het personeel was als volgt.
Algemene dienst 9 ambtenaren en 1 werkvrouw
Vissershaven
Binnenhavens
Marktwezen
Visafslag
Het aantal ziektedagen van het personeel bedroeg
1 733, over de afdelingen als volgt verdeeld.
16,00
14,29
Met ingang van 1 April van het verslagjaar werd be
noemd tot halchef aan de Scheveningse Visafslag de
heer J. L. van Leeuwen, voorheen directeur van de Ge- paraties in andere havens 10 motorloggers en 1 motor
kotter. Er waren geen schepen meer ter visserij ook om
dat de weersomstandigheden dit niet toelieten.
1
,9
12
34
25
1950.
Totaal.
165
Gemiddeld
per persoon.
11,10
13,75
21,08
16,04
BIJLAGE 27