27
1
Op 1 September is het vooronder uitgebrand van de
motorkotter SCH 112. Een matroos is aan de bekomen
brandwonden overleden.
Het mistsignaal werd op 49 dagen in werking gesteld
met een totaal van 228 uur en 39 minuten.
De geleidelichten werkten over het algemeen goed.
In de maanden Maart, September, October en Novem
ber kwamen kleine storingen voor, die spoedig verhol
pen konden worden.
De dienst der seininrichting werd onafgebroken dag
en nacht waargenomen. In het begin van het jaar stond
aangegeven18 D.P.het sein kon steeds (tot 28) wor
den verhoogd. In het najaar moest het weer lager ge
steld worden. Enige keren werden nieuwe wippers in
geschoren.
In het verslagjaar werd 26 maal zg. schadevaring ge
rapporteerd. Van de gemaakte schade werd proces-ver-
baal opgemaakt, dat werd doorgezonden naar de Dienst
van Gemeentewerken, die voor verdere afwikkeling
zorgde.
In totaal werden, evenals in 1950,279 schepen op de
leepheliing gebracht nl. 236 motorloggers, 24 motor-
kotters, 6 motorschokkers, 1 motorkustvaartuig, 2 jach
ten, 1 stoomtreiler en 9 diverse vaartuigen.
In het verslagjaar zijn op de helling gebouwd: 1 olie-
tankboot, 1 kleine baggermolen en 2 viskotters.
In totaal werd 6 645 400 liter duinwater aan de vaar
tuigen uitgegeven, waarvan 2 264 900 liter in de eerste
binnenhaven en 4 380 500 liter in de tweede binnen
haven, onderscheidenlijk in 659 en 1 376 aanvragen.
In 1951 werd 1 412 327 m2 kaderuimte door de rede
rijen in beslag genomen.
In het verslagjaar werd de hijskraan 333 maal in ge
bruik gesteld tegen 335 maal in 1950.
De Gemeentelijke Reinigingsdienst heeft het haven
terrein regelmatig bezemschoon gehouden en het vis-
vuil van de erven der rederijen in schuiten verzonden.
Alle vuilnisbakken aan de havens werden verwijderd.
De baggermolen „Maas” haalde uit de binnenhavens
826 vrachten van 120 m3 of in totaal 99 120 m3 bag
gerspecie. De zandzuiger „Blanka” bracht 351 vrachten
zand in totaal 66 757 m3 uit de buitenhaven naar zee.
Op 11 December 1951 raakte de motorlogger SCH
116 bij het binnenkomen de grond. De motorlogger
SCH 19 ging uit, volgens het sein, met 26 dm diepgang
en kwam vast te zitten. Deze verspeelde daarbij een ge
deelte van zijn kiel en moest naar de helling worden ge
bracht.
toren. Op 23 April werd het door de motorlogger SCH
84 van het strand gesleept en naar de helling gebracht.
De motorschokker GO 22 bracht het vaartuig op 26
April naar Goedereede.
In de late avonduren van de 11de Augustus kwam
een onbekend jacht zonder navigatielichten de haven
binnen. Het vaartuig raakte, waarschijnlijk door zijn
zwaarte, aan de grond, ongeveer 100 meter buiten de
remstoel buiten de as van de haven. Daarna draaide het
schip door het Westen naar het Noord-Westen, raakte
op het Noorderhoofd en sloeg daar stuk. Het personeel
van de Dienst wendde, met de hulp van enige burgers,
reddingspogingen aan. Een kwartier na het voorval
bleek dat de 2 opvarenden onopgemerkt van het wrak
waren afgekomen en zonder zich te melden, in een auto
waren verdwenen. Later is de naam van één der op
varenden van het jacht bekend gewordenhij bleek van
Nederlandse nationaliteit te zijn.
De bruto opbrengsten waren in het verslagjaar iets
hoger dan in het voorafgaande. Beliepen deze in 1950
ƒ201.807,06, in 1951 bedroegen dezeƒ228.753,81 t.w.:
174.975,40
39.461,71
In totaal werden aangevoerd door 517 loggers en
4 851 kustvaartuigen 14 943 310 kg verse zeevis (verse
haring inbegrepen) welke aan de afslag werden verkocht
voor 5.358.050,41volgens specificatie in onderstaande
staat I. Van elders voornamelijk van IJmuiden, werden
aan de afslag aangevoerd 691 583 kg ter waarde van
360.708,55. Bovendien werden aangevoerd 484 443 kg
garnalen, die aan de afslag 359.510,62 opbrachten.
heffingen op verse vis
haring
overige ontvangsten
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.
Duinwater.
Kaderuimte.
I
II. VISAFSLAG.
Exploitatie.
3
Mistsignaal.
Geleidelichten.
Seininrichting.
Schadevaring.
Sleephelling.
Gebouwd op de helling.
Hijskraan.
Reiniging.
Baggerwerk.
14.316,70
Aanvoer van verse zeevis.