II. PERSONEEL. 1 GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN TE 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1951. De dames M. Cannemeyer (eerste verzorgster) en G. H. M. Münninghoff (verzorgster), alsmede de heren J. Lurks (adjunct-referendaris) en G. T. Zuethoff (amb tenaar voor sociale arbeid A) herdachten de dag, waar op zij 25 jaar in dienst van de Gemeente waren. Wegens het bereikt hebben van de pensioengerech tigde leeftijd verlieten de Dienst: 1 Januari G. W. H. Lintveld (controleur C); 1 Mei F. H. Keizer (portier B); 1 Juni A. H. Kuylaars (hoofdambtenaar voor sociale arbeid-afdelingschef)1 September G. van Tongerloo (eerste huishoudster) en 1 September A. van der Zee (ambtenaar voor sociale arbeid B). Vier leden van het personeel kwamen te overlijden, n.l.de commies B: S. Rang (15 Januari); de ambtenaar voor sociale arbeid AW. van Mastricht (23 Maart); de inspecteur A: J. van Oosten (3 April) en de zaalwachter C. de Haas (9 Augustus). Algemeen. Evenals in het vorig verslagjaar daalde de totale sterkte van het personeel, ditmaal met 21 leden, zodat op 31 December 1951 797 personen in dienst waren (zie bijlage 1 op bladzijde 15). De daling heeft in hoofdzaak betrekking op de on derdelen administratie en gezinsverzorging. Door invoering van andere werkmethoden, hetgeen mogelijk werd door het in gebruik stellen van moderne kantoormachines, alsmede door invoering van enkele practische wijzigingen, konden de plaatsen, welke door normaal verloop openvielen, door eigen vrijge komen krachten worden bezet. Hoewel het effect van de gewijzigde methoden gedeeltelijk teniet werd gedaan door herplaatsing van uit Indonesië terugge keerde ambtenaren, bedroeg de daling in de adminis tratie 13 personeelsleden. De vermindering van het aantal krachten voor de gezinsverzorging bleef aanhouden (29 op 31 December 1950 tegen 22 op dezelfde datum van het verslagjaar). Het is niet mogelijk gebleken voor dit werk geschikte personen in dienst te nemen. Het Bestuur spreekt zijn waardering uit over de wijze, waarop het personeel zich ook in het jaar 1951 van zijn taak kweet. Personeelsvereniging. Getrouw aan de traditie verleende de Personeels vereniging haar gewaardeerde medewerking bij ont- spannings- en wijdingsbijeenkomsten voor de in de Gemeentelijke Verzorgingshuizen en in het Gemeen telijk Tehuis voor Kinderen opgenomen verzorgden. Dienstcommissie. In het jaar 1951 kwam de Dienstcommissie eenmaal in vergadering bijeende verstrekking van dienstkleding was het onderwerp van bespreking. I. BESTUUR. In zijn vergadering van 2 Januari 1951 benoemde de Gemeenteraad Mevrouw M. Fr. P. Daamen-Allard tot lid van het Bestuur van de Dienst, zulks ter voorziening in de vacature, ontstaan door het vertrek van de heer Th. C. J. van der Valk. In het verslagjaar was het Bestuur als volgt samen gesteld: Voorzitter, de Wethouder van Sociale Zaken, de heer C. H. P. W. v. d. Oever; Leden: Mevrouw M. Fr. P. Daamen-Allard en de heren C. P. Damme, D. W. Dettmeijer, Jac. Dubbeldam, N. Veldhoen en N. F. A. Vugts, allen lid van de Gemeenteraad. De secretaris der directie van de Dienst, de heer H. Thierry, was opnieuw als secretaris toegevoegd. Ontwikkeling. De volgende deskundige sprekers hielden voor drachten over vraagstukken, welke direct of indirect verband houden met de taak van ambtenaren van een sociale instelling: Dr N. Speyer, hoofd der psychiatrische afdeling van de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst te ’s-Gravenhage (onderwerp: „De psychologische be tekenis van de droom als kennisbron voor het sociale gedrag van de mens.”); Dr A. Platenburg te Voorburg („De uitoefening van het maatschappelijk werk, bezien vanuit de huidige sociologische aspecten van onze samenleving.”); Mejuffrouw J. M. Smelik, wnd. directrice van het Ge- meente-Bureau voor Beroepskeuze te ’s-Gravenhage („Beroepskeuze.”) Prof. Dr J. Waterink, hoogleraar aan de Vrije Univer- siteit te Amsterdam („De mens en de zin van zijn ar beid.”); Mr M. J. A. Moltzer te Bloemendaal („De geestelijke achtergrond en de grondslagen van het maatschappelijk werk.”); Dr J. van der Grient, referendaris aan het Ministerie van Justitie te ’s-Gravenhage („De nieuwe inzichten in het gevangeniswezen.”); Prof. Dr J. Waterink, hoogleraar aan de Vrije Univer- siteit te Amsterdam („Kinderen met leer- en gedrags- moeilijkheden.”) en Dr J. Koekebakker, directeur van het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde te Leiden („De psychologie van het gezinsleven.”). BIJLAGE 34 ■i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 448