34
I
IV.
BIJZONDERE VOORZIENINGEN.
250,82
23,12
360,05
393,90
166,75
VI. VERZORGING.
GEZINSVERZORGING.
V.
6
I
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN
Bovendien:
Tot.
Tot
Dienst
1.340 1.136
835 4.906 3.524
832
4.356
Toegestaan
335.897,62
294.842,49
34.614,19
34.857,59
29.000,—
Aantal behandelde aanvra- j
gen
Afgewezen en vervallen
Voor de op het onderdeel steunverlening betrekking
hebbende getallen zie voorts bijlagen 2, 3 en 4 op blad
zijden 15 en 16.
Op het gebied van de bijzondere voorzieningen had
den in het verslagjaar geen ingrijpende wijzigingen
plaats.
Voor de op dit onderdeel betrekking hebbende
cijfers wordt verwezen naar de bijlagen 3 en 4 (blad
zijde 16).
982
150
5.642
1.286
Vreemde
lingen en
staatlozen
Politieke
delin
quenten
1950.
via via de
verg. P;
kosten
bijdragen van betrok
kenen en onder
houdsplichtigen
5.238 1.008 6.246 4.660
1.167 173
4.0711
Totale kosten
Bijdragen van betrokkenen
en onderhoudsplichtigen
Van de Verenigingen terug
te ontvangen subsidie van
het Rijk over de jaren
1947 t/m 1951
kosten
bijdragen van betrok
kenen en onder
houdsplichtigen
Ook in het verslagjaar was het aantal beschikbare
krachten niet voldoende om aan alle daarvoor in aan
merking komende gezinnen de gevraagde hulp te ver
lenen. Het aantal bij de Dienst voor Sociale Belangen
in dienst zijnde krachten liep terug en bedroeg 22 op
31 December 1951. Pogingen om dit aantal te verhogen
mislukten ook nu, doordat zich helaas geen geschikte
sollicitanten aanmeldden.
Voor de belangrijkheid van de gezinsverzorging
wordt langzamerhand steeds meer begrip getoond. Ver
scheidene instellingen en bedrijven zijn overgegaan tot
het oprichten van een „Sociaal Fonds” voor het perso
neel, dat o.a. zo nodig de kosten van gezinsverzorging
voldoet. Als regel wordt de termijn van gezinshulpver-
lening vanwege de „Sociale Fondsen” op 6 weken ge
steld. (Het Sociaal Fonds van het Ministerie van Eco
nomische Zaken, met de daaronder ressorterende
Bureaux, besloot in September de termijn tot 3 maanden
te verlengen). Eerst daarna richten bedoelde Fondsen
een verzoek tot de Dienst voor Sociale Belangen om de
hulpverlening over te nemen. De instellingen, waarmede
de Dienst op deze wijze samenwerkte, waren: Minis
terie van Economische Zaken, Centraal Bureau voor
de Statistiek, Ministerie van Waterstaat, Nederlandse
Spoorwegen, P.T.T. en het Algemeen Sociaal Fonds
van de Grafische Bedrijven in Nederland.
1951.
I via via de
i verg. Dienst
Op 31 December 1951 waren in totaal 472 (511) kin
deren in verzorging, van wie 313 (364) op sociale indi
catie. 126 (119) kinderen werden verzorgd wegens ver
pleging van één of beide ouders, 41 (37) wegens schei
ding der ouders, 74 (85) wegens overlijden van één of
beide ouders en 34 (46) wegens gebrek aan huisvesting.
Op medische indicatie werden op advies van de Ge
meentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst op
31 December 159 (147) kinderen verzorgd (blinden,
doofstommen en geestelijk en lichamelijk onvolwaar-
digen, alsmede kinderen, die door de Medisch Opvoed
kundige Bureaux naar de Dienst voor Sociale Belangen
zijn verwezen).
Op 31 December 1951 werden in totaal 1 787 (1 672)
verpleging behoevende volwassenen (onder wie bejaar
den), te weten 1 071 (1 008) vrouwen en 716 (664) man
nen, voor gehele of gedeeltelijke rekening van de Dienst
verzorgd.
Van de 1 220 (1 146) als ouden van dagen aange
merkte personen ontvingen 1 084 (1 023) een uitkering
krachtens de Noodwet Ouderdomsvoorziening.
Omtrent de verzorging van ouden van dagen wordt
tevens verwezen naar het vermelde onder „Gemeente
lijke Verzorgingshuizen” (zie hieronder).
Wegens plaatsgebrek konden ook dit jaar niet alle
verzoeken om opneming in de Gemeentelijke Verzor
gingshuizen worden ingewilligd. Ook de particuliere
rusthuizen, waarmede de Dienst een overeenkomst
heeft gesloten, waren vrijwel volledig bezet. Door in
schakeling van een nieuw particulier rusthuis werd het
aantal plaatsen uitgebreid met 34.
In verband met de stijging van de kosten voor levens
onderhoud moest de vergoeding voor verzorging in in
richtingen en bij particulieren worden verhoogd.
Dat het Tehuis aan de Delagoastraat 36 (afdeling
„Noodhuisvesting”) nog steeds in een behoefte voor
ziet, blijkt uit het feit, dat dit gedurende 1951 geheel
bezet, soms zelfs overbezet was. Door bemiddeling van
het Gemeentelijk Bureau voor de Huisvesting werd in
het verslagjaar aan 43 in het Tehuis aan de Delagoa
straat verblijvende gezinnen woonruimte verschaft.
De bijlagen 5, 6 en 7 (voorkomende op bladzijden
17 en 18) geven overzichten van het aantal verzorg
den in en buiten de Gemeentelijke tehuizen, alsmede
van de aan hun verzorging verbonden kosten en ont
vangen bijdragen.
1951: 1950:
1.371,28 1.085,91
Ten laste van de Dienst ge
bleven 272.283,43
259.984,90
1) Hierin is begrepen een bedrag van f 29.000,betreffende het tijdvak
1 April 1949 t/m 2 December 1951, dat nog aan de Verenigingen dient te
worden nabetaald.