:l ALGEMEEN. 1 GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST VAN 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1951. w ~7 "TV aanvang af in de gezinnen der gemeentepatiënten het sociaal-geneeskundig werk aan de spits naast het zuiver curatieve werk. Dit is een punt, dat de bij zondere aandacht waard is. Als bijzonderheid moge hier nog naar voren ko men het feit, dat in 1915 door twee artsen van de G.G.D., Dr. H. F. Fleischer en F. W. C. de Grave, pogingen werden aangewend om, door de instelling van een bepaalde opleiding, tot een verbeterde kraamverzorging te komen, welke pogingen met suc ces werden bekroond. In 1917 begon van particuliere zijde de huiselijke ziekenverpleging. Als aanvulling op de huiselijke ziekenverpleging begon zich ook de verzorging van herstellenden in dagverplegingen te ontwikkelen. Er mag ook met een gevoel van voldoening wor den vermeld, dat de geneeskundige dienst van s-Gravenhage de eerste bloedtransfusiedienst bezat, waarvan de grondleggers waren: Dr. D. Buyze en de Chef van Dienst A. van Buuren. Deze dienst werd later overgeheveld naar de afdeling ’s-Gravenhage van het Nederlandsche Roode Kruis. Geleidelijk aan groeide de G.G.D. meer in de rich ting van een geneeskundige en gezondheidsdienst. In 1923 werd een begin gemaakt met het over brengen van het meldingsbureau voor besmettelijke ziekten naar deze dienst, doch het zou 1929 worden voordat dit bureau van de Reinigings- en Ontsmet- tingsdienst overging naar de dienst, waar het uit de aard der zaak thuis behoort. Een en ander kon niet uitblijven, gelet op de invoering van de nieuwe Be smettel ij ke-Ziekten wet van 1928. De Dienst werd aangewezen als gezondheidsdienst in de zin der wet, waarmee de G.G. en G.D. was geboren. Spoedig daarna kwamen andere takken van dienst over naar de G.G. en G.D., zoals de schoolartsen dienst, het paedologisch laboratorium en de school tandartsendienst (1929) alsmede de ontsmettingsdienst (1931). Nadat de geneeskundige dienst zijn 25-jarig bestaan had gevierd, kwam het tot een nadere uitbreiding van de gezondheidsdienst door de instelling van een af deling Geestes- en Zenuwzieken, waarvan de leider op 1 Mei 1937 zijn functie aanvaardde. Aan deze afdeling was als taak aangewezen, naast de controle op de opneming van patiënten in psychiatrische in richtingen, het uitoefenen van voor- en nazorg ten behoeve van geesteszieken, waarmede de overheid op de duur hoopte te komen tot een besparing op het bedrag der verpleegkosten voor psychiatrische pa tiënten. Dr. Boland zou helaas de uitbreiding van deze af deling niet meer meemaken, daar hij in 1938 over leed. Het is ruim 40 jaren geleden, dat Dr. G. W. Boland de voorbereiding trof om de Geneeskundige Dienst op 1 Januari 1912 te doen functionneren. Deze Dienst dankt zijn oorsprong aan een voorstel van het raadslid T. van den Hoorn (12 Juli 1907), met betrekking tot „verbetering in de voorziening van hulp bij ongevallen en plotseling opkomende ernstige ziekten.” Dit voorstel werd ruim een jaar later (6 Augustus 1908) gewijzigd, waardoor het als volgt luidde: „De Gemeenteraad, van oordeel, dat in de voorziening van hulp bij plotselinge ongevallen en plotseling op komende ernstige ziekten dringend verbetering en regeling dient te komen, nodigt Burgemeester en Wethouders uit te dier zake een onderzoek in te stel len en den uitslag aan den Gemeenteraad mede te deelen.” Hieruit sproot een commissie voort, bestaande uit de artsen Dr. G. H. Roessingh, T. van den Hoorn, C. L. Bense, S. A. W. Vrijland en Dr. S. Brandes, waaraan op verzoek der commissie werd toegevoegd een lid van de afd. ’s-Gravenhage der Vereniging „Eerste Hulp bij Ongelukken”: Dr. H. M. Hijmans. Behalve de eerste hulp zou aan de nieuwe dienst ook worden opgedragen de keuring van nieuw aan te stellen gemeentepersoneel, benevens de controle op dit personeel, behoudens op onderwijzend perso neel, waarvan de controle tot 1917 bleef berusten bij de gemeentelijke schoolartsendienst. Het raadslid L. Hoejenbos meende, dat bij dit alles de geneeskundige verzorging van on- en min vermogenden zou moeten komen. Aan dit verlangen werd in 1914 voldaan. Met ingang van 1 Augustus 1911 werd tot direc teur van de nieuwe dienst benoemd Dr. G. W. Boland, officier van gezondheid, medisch leider van de afdeling ’s-Gravenhage van de Nederlandse Ver eniging E.H.B.O. Het kenmerk van de gemeentelijke organisatie was van den beginne af een innige samenwerking met de organen van het particuliere initiatief. Naast de geneeskundige dienst waren er nog an dere takken van gezondheidszorg, welke echter als zelfstandige dienst, dan wel als onderdeel van een andere dienst werkzaam bleven. Zo maakte in het begin van het bestaan van de G.G.D. de ontsmet tingsdienst een onderdeel uit van de Gemeentelijke Reinigingsdienst; de schoolartsendienst was evenals het paedologisch laboratorium een tak van zorg van de secretarie-afdeling Onderwijs, waaronder later voorlopig ook de schooltandverzorging zou vallen. Toen de geneeskundige verzorging van on- en min vermogenden bij de G.G.D. kwam, stond van de BIJLAGE 36 i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 486