I
37
I
I
2
IV. MEDISCHE EN VERPLEGINGSDIENST.
Het aantal verpleegdagen heeft in het afgelopen jaar
300 374 bedragen tegen 297 024 in 1950, een toeneming
derhalve met 3 350 verpleegdagen.
Het jaar 1951 is voor onze ziekenhuizen een belang
rijk jaar geweest, door de ingrijpende gebeurtenissen,
die plaats vonden.
Wij zagen medische figuren, die sinds mensenheuge
nis aan de Gemeenteziekenhuizen verbonden waren,
afscheid nemen van de kliniek en van hun medewerkers,
met wie zij jarenlang hadden samengewerkt. Met een
gevoel, waarin zowel weemoed als dankbaarheid ge
mengd zijn, hebben wij hen zien vertrekken.
In April vertrok Dr L. Arisz, één van de oudere
Röntgenologen, die met eenvoudige hulpmiddelen
reeds in het ziekenhuis aan het Slijkeinde de Röntgen-
diagnostiek beoefende en in de loop der jaren door zijn
verfijnde diagnostiek èn zijn enorme ervaring èn zijn
gewaardeerde samenwerking, eerst met Dr Van Wely,
later ook met de andere clinici, recht heeft verworven
op de dank en het respect van zijn stad.
Op 1 Juni vertrok Dr C. L. de Jongh. Het is moeilijk
zijn verdiensten voor onze kliniek te beschrijven. Dr De
Jongh en het ziekenhuis waren en blijven zo hecht aan
elkaar verbonden, dat men zich bijna niet kan voor
stellen, dat ook voor hem een pensioengerechtigde
leeftijd moest aanbreken. Zijn persoonlijkheid heeft een
duidelijk stempel gedrukt op zijn medewerkers, op zijn
afdeling en op het ziekenhuis Zuidwal. Behalve, dat hij
als ervaren clinicus, als man der wetenschap en als cri-
tisch denker velen aan zich verplichtte, heeft hij door
zijn medeleven, zijn inspanning en zijn uitgebreide me-
V:
verplegingsdienst hebben hier bewezen, dat zij onder
zeer moeilijke omstandigheden op loffelijke wijze hun
plicht hebben gedaan. Maar al te vaak hebben wij ons
verwonderd over de goede stemming, welke onder de
zieken heerste in deze bij uitstek sombere barakken, een
goede stemming, die grotendeels te danken is aan de
voortreffelijke geest van het verpleegsterscorps onder
de humane en bekwame leiding van de hoofdverpleeg
ster Zr V. Bruyn, die, evenals haar voorgangster Zr C.
J. Jansen, in de geschiedenis dezer barakken met ere
genoemd moet worden.
Het ziekenhuis aan de Stevinstraat werd 15 October
door de Wethouder van Sociale Zaken, de heer C. H.
P. W. van den Oever geopend. Ieder, die met de bouw te
maken had, heeft met vrucht gepoogd voor de patiën
ten een fleurig, aesthetisch verzorgd ziekenhuisje te
creëren, waarin de bezielde activiteit van het personeel
de juiste sfeer zal vermogen te scheppen. Vooral ver
dient vermelding het nauwkeurige en weldoordachte
werk, dat de adjunct-directrice, Zr R. L. van Voort-
huijsen, verzette, werk, dat ongetwijfeld veel heeft bij
gedragen tot het stijlvolle, huiselijke aspect van deze
nieuwste aanwinst der Gemeenteziekenhuizen.
De plannen tot stichting van een revalidatiecentrum
in samenwerking met de H.A.V.O.1) zijn in bewerking.
dische en algemene kennis duizenden patiënten ge
steund en geholpen. De figuur, die zoveel heeft bijge
dragen tot de stijl van de „Zuidwal”, stond en staat nog
steeds met hart en ziel achter het ziekenhuis, dat zoveel
aan hem te danken heeft.
Hoezeer het vertrek van deze trouwe medewerkers
door ons wordt betreurd, toch hebben wij vol ver
wachting de opvolgers begroet. Op 1 April werd de heer
K. van Hellemond benoemd tot Röntgenoloog-dia-
gnosticus. De interne afdeling werd van 1 Juni af geleid
door Dr G. Blomhert, afkomstig uit de kliniek van Prof.
Borst, terwijl de taak van Dr Rochat, die het ziekenhuis
op 31 December 1950 had verlaten, werd gesplitst in
een afdeling Pathologische anatomie onder de reeds als
hoofdconservator werkzaam zijnde medicus P. M. Bak
ker en een afdeling Bacteriologie, welke onder Dr F. H.
Meyer is komen te staan.
Verder werd de radioloog P. J. L. Scholte, als consu
lent aangesteld in afwachting van zijn definitieve be
noeming door de Gemeenteraad tot Röntgenoloog-
therapeut.
De grote vooruitgang in de behandeling der longziek
ten, welke zich in ons ziekenhuis heeft gemanifesteerd
door het initiatief en de toewijding van de internist Dr
H. van Wely, leidde ertoe reeds vóór zijn pensionnering
als consulent voor thorax-chirurgie aan het ziekenhuis
te verbinden Prof. Dr A. G. Brom, buitengewoon hoog
leraar te Leiden, terwijl als 1ste geneesheer-longarts
werd benoemd op een nader door Burgemeester en
Wethouders te bepalen datum de huidige geneesheer -
directeur van het Nederlands Sanatorium te Davos, Dr
W. C. J. B. Hulscher, oud-medewerker van Prof. Bronk-
horst.
Behalve de gebruikelijke wetenschappelijke publi
caties, mogen vermeld worden de promotie te Utrecht
tot doctor in de geneeskunde van Dr K. Otten, na ver
dediging van zijn dissertatie: „Enige oncologische on
derzoekingen met radio-actieve zwavel” en de promotie
van Dr J. D. Bom te Leiden op het proefschrift: „De
rupturen van de korte rotatoren van de schouder”.
Ook dit jaar hebben wij met genoegen de geest van
samenwerking, welke de geneeskundige staf kenmerkt,
kunnen ervaren, een feit, dat niet slechts op zichzelf
verheugend is, maar tevens in sterke mate het medische
werk bevordert, waarvan de patiënten voordeel hebben.
Zuster Grypma legde haar functie als hoofdver
pleegster neer en vertrok naar Leiden om op de afdeling
van Prof. Mulder haar werk te continueren. Zij werd
vervangen door Zr Barto. Ook Zr Bode van de chirurgie
en Br Oele verlieten de dienst, na vele jaren hun beste
krachten aan de zieken te hebben gewijd.
In 1951 werd een derde verpleegster voor Maat
schappelijk Werk aangesteld. De komst van Zr Hage
man is een bewijs, hoezeer dit Maatschappelijk Werk
zich uitbreidt en hoezeer dit werk, dat met zoveel ernst
en ijver wordt verricht, in een behoefte voorziet. Op
deze plaats moge een woord van dank geuit worden
voor de wijze, waarop onze zusters voor Maatschappe
lijk Werk zich van haar mooie, maar moeilijke taak kwij
ten. Zij hebben er met succes naar gestreefd op een Ne-
VERSLAG GEMEENTEZIEKENHUIZEN.
1) H.A.V.O. Haagse vereniging tot de behartiging van de belangen van
onvolwaardigen.