1 in het verslagjaar ongewijzigd en omvatte 18 instel lingen. Het aantal stadspatiënten verminderde echter weder om. Doordat sinds 1 Januari de ouden van dagen, die uitkering ontvangen ingevolge de Noodwet Ouder- GEMEENTEAPOTHEEK VAN 'S-GRAVENHAGE. VERSLAG OVER HET JAAR 1951. domsvoorziening, automatisch verplicht verzekerd zijn, zal de pharmaceutische verzorging van stadsarmen - eertijds de voornaamste taak van de Gemeenteapo- theek - binnenkort vrijwel geheel ophouden. Het verslagjaar was in dit opzicht nog een overgangs jaar. Het aantal voorschriften voor thuiswonende stads patiënten liep echter reeds sterk terug en bedroeg 10 854 of 0,8 pCt van het totaal tegen 58 921 of 4,6 pCt in 1950. Voor de verzorgingshuizen der Gemeente, alsmede voor de R.K. en Ned. Herv. Wees- en Oudelieden- huizen (beide instellingen met een eeuwenoud privilege van gratis genees- en verbandmiddelen) is de regeling getroffen, dat deze tehuizen in hun geheel door de Ge- meenteapotheek pharmaceutisch blijven verzorgd en van 929.000,een bedrag van 420.000,d.i. 46 pCt van het geheel. In het verslagjaar werd wederom een aantal nieuwe preparaten „fabriekmatig” bereid. Bijzondere vermel- der werkzaamheden - gesteld moesten worden. In eigen fabricage-afdelingen werden met behulp van moderne pharmaceutische machines sindsdien steeds meer ge neesmiddelen in eigen beheer „fabriekmatig” bereid; eigen laboratoria alsmede een eigen bibliotheek en do cumentatiedienst maakten de ontwikkeling van tal van nieuwe preparaten mogelijk, die voorheen van buitenaf betrokken werden, terwijl een goed geoutilleerde eigen technische dienst deze nieuwe eenheid van apotheek en pharmaceutische „fabriek” completeerde. Tegelijk hiermede voltrok zich de laatste phase van een geleidelijk proces van verandering in de taak der Gemeenteapotheek. Van stadsarmenapotheek met veelal gratis-verstrekking was zij centrale ziekenhuis apotheek van ’s-Gravenhage en randgemeenten gewor den met als taak het tegen vergoeding verrichten van de pharmaceutische verzorging van de ziekenhuispatiënten in vrijwel alle ziekenhuizen alsmede het verlenen van specialistische hulp aan deze ziekenhuizen op klinisch- chemisch gebied. De geschetste groei en ontwikkeling vonden vanzelf sprekend hun weerspiegeling in een overeenkomstige groei en wijziging van het administratief apparaat, dat op de duur geheel op bedrijfseconomische leest ge schoeid moest worden. Het bovengenoemde formele besluit tot invoering van de bedrijfsvorm maakt het thans mogelijk de bedrijfsboekhouding in volle omvang woordigen op de totale post aankoop-geneesmiddelen toe te passen en het beheer volledig aan te passen aan de nieuwe verhoudingen. De wetenschappelijke staf werd met ingang van het verslagjaar uitgebreid door de aanstelling van een tweede biochemicus en wel de heer J. M. van Mulken, ding verdient het feit, dat het vanaf medio 1951 door pharm. drs. het inrichten van een nieuwe aseptische vul-afdeling De verzorging van de ziekenhuizen en klinieken bleef en de aanschaffing van een nauwkeurige automatische doseer-apparatuur voor steriele poeders mogelijk was om alle penicilline in het eigen bedrijf „uit te vullen”. De politieke toestand, in het bijzonder het uitbreken vaneen oorlogstoestand in Korea, deed door verhoging der prijzen zijn invloed op de uitgavenpost voelen. Bij besluit van de Gemeenteraad van 22 Januari 1951 werd de Gemeenteapotheek aangewezen als afzonder lijke tak van dienst als bedoeld in artikel 252 der Ge meentewet en kwam daarmede te vallen onder de Alge mene Verordening op het beheer van bedrijven der Ge meente ’s-Gravenhage. Dit besluit om de apotheek voortaan in de bedrijfsvorm te doen beheren moet ge zien worden als het logisch gevolg en in zekere zin de afsluiting van een ontwikkeling, die zich gedurende een vijftiental jaren voltrokken heeft. Toen in 1938 het nieuwe pand aan de Zuidwal werd betrokken, kon de inrichting aangepast worden aan de moderne technisch-wetenschappelijke eisen die - mede in overeenstemming met de sterk toegenomen omvang dat de ziekenfondsen per fondspatiënt een vast bedrag zullen vergoeden. Het aantal recepten was vrijwel gelijk aan dat van 1951 en bedroeg 1 308 861. Het verbruik aan antibiotica nam evenwel wederom enigszins toe, terwijl bovendien weer enkele nieuwe zeer kostbare preparaten hun intrede deden. Het penicillineverbruik steeg niet veel (van 46 op 52 milliard eenheden, waarde ƒ235.000,evenmin als het verbruik aan aureomycine incl. het soortgelijke preparaat terramycine, dat dit jaar naast aureomycine in de handel kwam (van 2900 gm op 3200 gmwaarde ƒ26.000,—). Het chloramphenicol-verbruik daarentegen steeg aanzienlijk (van 2 op 11 kg) en vroeg een bedrag van ƒ45.000,—. Aan streptomycine, waarvan in 1949 17,5 kg werd verbruikt, werd 26,3 kg afgeleverd, hetgeen een bedrag van ƒ68.000,vergde. Van de overige bijzondere dure geneesmiddelen mo gen vermeld worden het anti-tuberculose-middel para- aminosalicylzuur (P.A.S.), waarvan 570 kg werd ver bruikt (v.j. 540 kg) met een waarde van ƒ30.000,als mede twee nieuw ontdekte geneesmiddelencortisone, waarvan 28 gm (waarde ƒ4.600,en cortrophine, waarvan 42 gm (waarde 11.000,verbruikt werd. De bovengenoemde zeven geneesmiddelen vertegen- BIJLAGE 38 Algemeen overzicht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1951 | | pagina 524