f
3911
2
De in het vorig verslag uitgesproken hoop, dat de
aangevangen verbeteringen der electrische installatie
in het gehele gebouw zou worden voortgezet en vol
tooid, ging nog niet in vervulling. Curatoren spreken
daarom de wens uit, dat in het volgend verslag dit
onderwerp met meer opgewektheid zal kunnen worden
aangeroerd.
Bij schrijven van 11 December 1950 verzochten
Curatoren het Gemeentebesteuur op hygiënische
gronden bij de jongensgymnastiekzaal wasbakken te
doen aanbrengen. Hoewel op dit verzoek nog geen
officieel antwoord is ontvangen, menen Curatoren
op grond van een dezer dagen bij de Gemeenteraad
ingediend voorstel te mogen verwachten, dat hun
wens zal worden vervuld.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 Sept. 1951.
Namens
Curatoren van het Gymnasium Haganum
Mr L. A. NYPELS, voorzitter.
Dr J. VAN IJZEREN, secretaris.
De gezondheidstoestand van de leraar Dr J. van
Gelder, die van 22 November af zijn afwezigheid
noodzakelijk maakte, bleek gelukkig op 19 Februari
1951 hersteld te zijn, zodat hij zijn werk kon hervatten;
van verdere onderbreking is sindsdien geen sprake
geweest. Zijn lessen werden met ingang van 12 Decem
ber waargenomen door de heer E. J. Boneschanscher,
litt. cand., oud-leerling der school.
Aan Dr J. W. Ph. Borleffs werd door Burgemeester
en Wethouders met ingang van 15 Januari 1951 tot
het einde van de cursus ontheffing verleend van 18
wekelijkse lesuren in klasse I - V om hem in de gelegen
heid te stellen aan de Amsterdamse Gemeenteuniver-
siteit de onderwijstaak over te nemen van Prof.
A. W. de Groot gedurende diens afwezigheid. Het
onderwijs in Latijn van klasse VIA bleef aldus voor
verandering van leraar gespaard; de vacantielessen
van Dr Borleffs werden overgenomen door de heer
W. F. M. Tacx, litt. drs.
Ter opvolging van Mej. Dr N. Bruining, wier
ontslag reeds in het vorige verslag werd vermeld,
werd tot tijdelijk lerares in het Hebreeuws benoemd
Mej. Dr C. E. te Lintum te Leiden. Bij haar optreden
werd het onderwijs in het Hebreeuws voor leerlingen
der openbare scholen voor v.h.m.o. volgens besluit
van Burgemeester en Wethouders geconcentreerd in
het Gymnasium Haganum. Uitbreiding van het getal
leerlingen werd hierdoor niet bereikt: van het vijftal,
dat zich aanmeldde (3 in de Vie, 2 in de Ve klasse)
was er slechts één van elders afkomstig.
Als tijdelijke docenten werden voor de cursus
1950-1951 gecontinueerd Mej. J. F. Klink, voor
Frans, Mej. A. L. Sjoerdsma, voor Engels en Ir
J. C. Francken, voor wis- en natuurkunde.
Met leedwezen tenslotte zagen Curatoren aan het
einde van de cursus de wiskunde-leraar Dr J. Teixeira
de Mattos na het bereiken van de voor pensionering
aangewezen leeftijd de school verlaten. Hoe groot de
waardering was voor het voortreffelijke onderwijs van
deze docent en voor zijn deelneming aan het school
leven in het algemeen, was reeds in de vorige cursus
tot uiting gekomen bij zijn veertigjarig jubileum; thans
verheugde het Curatoren in hoge mate, dat hem bij
zijn afscheid op 6 Juli 1951 door de voorzitter de grote
zilveren medaille kon worden ter hand gesteld, hem
van Gemeentewege aangeboden.
Ook in deze cursus kwamen het College geen klach
ten op dit punt ter ore; in de maandelijkse mede
delingen van de Rector klonk steeds een toon van
tevredenheid. Het is te begrijpen, dat niet allen uit
blinken door toewijding en onberispelijke houding;
in het algemeen kan echter worden geconstateerd, dat
de steeds verder doordringende, meer moderne
opvattingen omtrent de verhouding tussen leerling
en leraren een geest van vertrouwen scheppen, waarvan
de opvoedkundige waarde niet te miskennen valt.
Het college van curatoren der gemeentelijke lycea
was in het schooljaar 1950-1951 als volgt samengesteld:
Ir J. K. Tromp, voorzitter, Mr T. A. van Dijken,
ondervoorzitter, Mr F. J. de Jong, J. F. Posthuma,
Ir P. Levedag, Dr J. Schouten en Mevr. M. H. J. P.
van Buttingha Wichers-Van Voorst Vader, secretaresse.
De vacature, die in ons midden was ontstaan door het
aftreden van Mevr. Dr Warning-Drost werd gedurende
korte tijd vervuld door Mevr. Polak Daniëls-Boon
Hartsinck. Door haar plotseling vertrek uit de
gemeente is er opnieuw een vacature ontstaan.
Aan het Grotius-Lyceum werd ditjaareen bijzonder
feest gevierd, toen het feit werd herdacht, dat de heer
Mendel 50 jaar aan het onderwijs verbonden was.
Hoe hij in zijn persoon en in zijn werk gewaardeerd
werd, bleek wel uit de grote opkomst van belangstellen
den. Met instemming hoorden alle aanwezigen de me
dedeling van de Wethouder van Onderwijs en Kunst
zaken, dat de heer Mendel benoemd was tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau.
Een grote teleurstelling voor deze school was het
uitstellen van de herbouw. Zeer twijfelachtig mag het
genoemd worden, of binnen niet al te lange tijd aan
dit werk zal kunnen begonnen worden.
Aan het Maerlant-lyceum nam van September tot de
Kerstvacantie Mr Alfred Elsom uit Watford in Enge
land de lessen over van de heer Van Veelo, een nieuw
en bijzonder experiment, dat zeker geslaagd mag
worden genoemd. De heer Elsom heeft zich in het
vreemde milieu spoedig aangepast en de kinderen
hebben zeer van zijn lessen geprofiteerd.
Aan beide scholen werd van September tot Februari
een huiswerkcursus georganiseerd met de bedoeling
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
V. Gebouw.
III. Lerarencorps.
IV. Houding en gedrag der leerlingen.
Verslag van Curatoren der gemeentelijke lycea over
het schooljaar 1950-1951.