8
VERSLAG FINANCIERINGS- EN BELEGGINGSFONDS.
(volgens de van 1 November 1951 af geldende be-
8.216.265,88
73.304,85
21.110,99
10.388,52
958.649,77 over het 2de halfjaar 1951
16.776,37
3.136,86
240.357,70
J,
16.051.939,71 over het 2de halfjaar 1951
Rente 3'/2 pCt. van
280.908,94
bij het Fonds in beheer of
Rente 3 pCt. van
Bij op 1 Juli 1951
Belegd op 1 Januari 1951
Bij op 1 Juli 1951
3.285,23
463.262,82
205.128,99
50.941,82
(Staat III B)
inschrijvingen in Grootboek A (Staat IV A)
palingen) (Staat IV B)
leningen van eigen fondsen (Staat V)
4.625,23
1.464,50
21,26
16.026.879,71 over het le halfjaar 1951
25.060,—
10.000,—
5.000,—
7. Uitkering aan de Gemeente van de inkomsten ter zake van
administratie zijnde vermogensbestanddelen der Gemeente.
De specificatie van het bedrag is opgenomen in de bijlagen B en C. De inkomsten van het Fonds te
dezer zake zijn verantwoord op post 11
1.360.399.28
218.848,62
2. Afschrijving op Dienst der leningen.
Het totaal bedrag van de in 1951 ter zake betaalde kosten is geheel afgeschreven. Betaald is wegens
zegelkosten65.178,50
provisie sluiten geldleningen1.095,
reclamekosten inschrijvingen Grootboek A7.031,35
Rente 3% pCt. van
h. Eigen kapitaal der Gemeente:
Belegd op 1 Januari 1951 16.023.742,85
Bij op 25 Juni 1951
4. Betaalbaar gestelde verjaarde coupons.
Ingevolge Raadsbesluit van 31 December 1945, Besluitenverzameling 1945, no. 17, kunnen Burge
meester en Wethouders verjaarde coupons, die ten gevolge van oorlogsomstandigheden niet tijdig
konden worden verzilverd, alsnog doen betalen. Op grond van dit Raadsbesluit zijn in 1951 verjaarde
coupons tot een bedrag van 1.277,50 betaalbaar gesteld.
8.^ Rente in rekening-courant.
De voor de kapitaalverstrekking nodige bedragen, welke niet tijdig door geldleningen konden worden
gedekt, zijn voorlopig in rekening-courant bij de Gemeente opgenomen. De over de opgenomen be
dragen verschuldigde rente is hier verantwoord.
5. Rente van door de algemene dienst belegde gelden.
De rente van deze beleggingen bedroeg over het eerste halfjaar 1951 3 pCt. perjaaren werd met ingang
van 1 Juli 1951 verhoogd tot 3*/2 pCt. per jaar. De rente is als volgt becijferd.
a. Belegde waarborgsommen en reserves
692.567,78, rente over het le halfjaar 1951
266.081,99
883.319,80
5.031.079,32
3. Onkosten.
Deze rekening is als volgt samengesteld
couponprovisie en rente aan bankinstellingen
kosten van advertenties betreffende uitloting van obligaties.
kantoorbehoeften
terugbetaling aan de algemene dienst van een gedeelte der wedden enz. der ambte
naren, die met de directie, de administratie, de boekhouding enz. van het Fonds zijn
belast
vergoeding aan de Gemeente voor beheerskosten
548.431,53
van welk bedrag is verantwoord in deGemeenterekening over 1951 op volgnummer 175 B ƒ521.161,94,
op volgnummer 147 (b) 104,70, op volgnummer 279 ƒ20.193,08, op volgnummer 307 59,39 en op
volgnummer 331 ƒ2.255,98, terwijl het restant ad ƒ4.656,44, betrekking hebbende op bij het Fonds
belegde gelden van het Algemeen Reservefonds voor de woningexploitatie, bij de belegde gelden is
bijgeschreven.
Voor een nadere specificatie der belegde gelden wordt verwezen naar de toelichting bij post 10 der
balans.
6. Bijdrage aan de Reserve Dienst der leningen.
Deze bijdrage steunt op het Raadsbesluit van 30 Juni 1952, Bijl. 343.
TOELICHTING bij enige rekeningen der verlies- en winstrekening en van de balans.
VERLIES- EN WINSTREKENING.
1. Rente van opgenomen leningen.
Blijkens de hierachter in bijlage A opgenomen specificatie van ten behoeve van het Fonds gesloten
geldleningen bedroeg de over 1951 verschuldigde rente van:
obligatieleningen (Staat I)
onderhandse leningen (Staat II A)
(tegen vast rentepercentage aan de algemene dienst verstrekt)
(Staat II B)
annuïteitsleningen (Staat III A)
(tegen vast rentepercentage aan de algemene dienst verstrekt)