20
1
35
30
25
Uit staat II blijkt het aantal van Gemeentewege uit
gereikte of afgestempelde toegangsbewijzen. Dit be
droeg:
GEMEENTEBELASTINGEN VAN 'S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1952.
(Zie de staten I en II.)
De belasting wordt geheven krachtens de Verorde
ning no. 17 van 1932, laatstelijk gewijzigd bij Raads
besluit van 16 April 1951.
Het verslag geeft een overzicht van de volgende Ge
meentebelastingen
belasting op vermakelijkheden;
hondenbelasting
straatbelasting
rechten voor het gebruik of genot van openbare Ge
meentegrond
vergunnings- en verlofsrecht;
schoolgelden
verpleeggelden Gemeentelijke openlucht- en buiten
scholen
opcenten grondbelasting;
opcenten personele belasting;
ondernemingsbelasting.
26,3
25,9
20,4
20,0
18,7
Uitspraak Raad van Beroep.
De naamloze vennootschap „N.V. Haagsche Over
dekte Kunstijsbaan H.O.K.U.”, gevestigd te ’s-Graven-
hage, had bij de directeur der Gemeentebelastingen op
4 April 1951 een bezwaarschrift ingediend tegen een
Staat I bevat een overzicht van de opbrengst en van
het voor toegangsbewijzen bestede bedrag over de jaren
1950, 1951 en 1952.
De zuivere opbrengst dezer belasting bedroeg over
1952 ƒ2.698.066,— tegen ƒ2.705.420,— over 1951,
zodat de opbrengst over 1952 rond ƒ7.000,of ruim
0,25 pCt. minder bedroeg dan die over 1951.
in 1946
1947
1948
1949
1950
1951
1952
Het aantal afgegeven toegangsbewijzen bedroeg, in
percenten van het totaal, voor
De belasting op vermakelijkheden, die tegen betaling
toegankelijk zijn, heeft in het verslagjaar bedragen:
35 pCt. van vermakelijkheden, die geheel of gedeelte
lijk uit een bioscoopvoorstelling bestonden,
behoudens die, waar uitsluitend films werden
vertoond welke door de in artikel 15 der Bio
scoopwet bedoelde Centrale Commissie zijn
goedgekeurd als betreffende onderwerpen van
wetenschap, nijverheid, landbouw en handel.
Voor laatstgenoemde voorstellingen werd 20
pCt. geheven;
van bals en danspartijen;
van kermisvermakelijkheden;
van toneel-, cabaret-, variétévoorstellingen en
andere vermakelijkheden, welke gevolgd wer
den door een bal of een danspartij
van de overige vermakelijkheden.
Van het totale aan toegangsbewijzen bestede bedrag
werd uitgegeven voor
terwijl het gemiddeld bestede bedrag per toegangsbe
wijs bedroeg voor
14 840 782 of gemiddeld 31,1 per inwoner;
13 812 766
14 048 595
11 274 818
11 174 227
10 737 865
BIJLAGE 10
1950.
1951.
1952.
1950.
1951.
1952.
Belasting op vermakelijkheden.
toneelvoorstellingen
opera en operette
ballet
concerten
bioscoopvoorstellingen
revue
sport
tentoonstellingen
overige vermakelijkheden
toneelvoorstellingen
opera en operette
ballet
concerten
bioscoopvoorstellingen
revue
sport
tentoonstellingen
overige vermakelijkheden
,9
9»
99
99
99
99
18,9
toneelvoorstellingen
opera en operette
ballet
concerten
bioscoopvoorstellingen
revue
sport
tentoonstellingen
99
99
99
99
99
99
pCt.
2,5
0,5
0,2
3,4
72,9
1,8
6,7
1,2
10,8
pCt.
2,7
0,7
0,3
2,4
69,-
2,4
7,-
4,2
11,3
pCt.
2,4
0,8
0,3
2,8
70,5
2,3
6,3
2,8
11,8
1950.
pCt.
6,9
1,2
1.2
5,7
61,6
5,1
5,6
0,8
12,8
1951.
pCt.
5,4
1,8
0,9
4.2
61,-
5,8
5,1
1,9
13,9
1952.
pCt.
5,7
1,8
1,2
4,1
61,8
5,6
5-
2,6
12,2
ƒ2,25
2,97
3,83
1,86
0,94
2,44
0,75
0,65
ƒ2,34
2,37
4,57
1,62
0,81
2,67
0,81
0,65
ƒ2,33
„2,48
3,14
1,55
„0,91
2,70
0,86
„0,72
10 967 169