Ei
10
I
(Zie de staten IV en V).
De belasting bedraagt voor de tweede luxe hond van
dezelfde houder ƒ50,en voor iedere verdere hond van
dezelfde houder telkens ƒ25,meer dan voor de vorige
hond verschuldigd is.
Gedeeltelijke ontheffing wordt verleend bij een in
komen van minder dan ƒ3.000,
haar opgelegde aanslag in de vermakelijkhedenbelas
ting. Deze aanslag was opgelegd wegens het bij het
schaatsenrijden regelmatig ten gehore brengen van door
luidsprekers versterkte gramofoonmuziek. Reclamante
was van oordeel, dat zij ten onrechte was aangeslagen,
omdat de ter opluistering van het schaatsenrijden ge
geven muziek slechts van zeer ondergeschikte aard was
en een onderdeel van het schaatsenrijden uitmaakte en
dit laatste hoofdzaak en doel was.
Op dit bezwaarschrift werd 21 Mei 1951 afwijzend
beschikt, uit overweging dat het geven van de hiervoren
omschreven muziek valt onder het begrip „vermaak”,
als bedoeld in artikel 2 der belastingverordening.
De H.O.K.IJ. kwam in beroep bij de Raad van Be
roep voor de Directe Belastingen te ’s-Gravenhage.
Deze verklaarde bij zijn uitspraak van 4 Augustus 1952
de door belanghebbende opgeworpen grieven onge
grond en bevestigde de beschikking van de directeur
der Gemeentebelastingen.
Staat IV geeft een vergelijkend overzicht van het aan
tal aangeslagen percelen, de opbrengst der kohieren en
de zuivere opbrengst na aftrek van ontheffing na re
clame en van de oninbare posten, over de jaren 1943 tot
en met 1952.
Het aantal belastbare percelen steeg van 73 585 in
1951 tot 75 113 in 1952, derhalve met 1 528.
Voor de heffing van deze belasting geldt de Verorde
ning no. 30 van 1922, laatstelijk gewijzigd bij Raads
besluit van 19 November 1951.
Jaarlijks vóór 1 November bepaalt de Gemeenteraad
met welk verhoudingscijfer het in artikel 6 der verorde
ning opgenomen tarief voor het komende belastingjaar
zal worden vermenigvuldigd. Indien vóór dit tijdstip
geen besluit is genomen, geldt het verhoudingscijfer
van het lopende belastingjaar. Voor het jaar 1952 is het
verhoudingscijfer bepaald op 2% (Raadsbesluit van
19 November 1951, Bijl. 584, goedgekeurd bij Konink
lijk besluit van 21 Februari 1952, no. 24). Dit verhou
dingscijfer geldt van 1941 af.
Staat V geeft een overzicht van de belastbare percelen
voor de straatbelasting, gerangschikt in 13 groepen naar
de belastbare opbrengst en het bedrag der belasting voor
iedere groep, naar de toestand op 1 Januari 1952.
Uit deze staat blijkt voorts voor hoeveel percelen
groepsgewijs verschuldigd is:
1ste de normale belasting;
2de der belasting, wanneer slechts één der voorzie
ningen aan de wegen (aanleg en onderhoud, verlichting,
afvoer van water en vuil) voor rekening van de Ge
meente komt.
Deze cijfers kunnen nog wijzigingen ondergaan ten
gevolge van nog op te leggen aanslagen, te verlenen
ontheffingen op reclames en wegens oninbare posten.
Voorts geeft deze staat een overzicht van de houders
van honden, die aan de controlerende belastingambte
naren geen belastingbewijs konden tonen. Deze aan
houdingen hebben geleid tot het opleggen van de vol
gende aanslagen
Verder vermeldt de staat het aantal honden, dat als
gevonden aan de politie werd afgegeven en ten slotte de
aantallen honden, welke kosteloos of tegen vergoeding
in het dierenasyl werden afgemaakt.
In staat III komen voor het aantal houders van hon
den, ingedeeld naar hun inkomen, het aantal luxe,
waak- en bedrijfshonden, alsmede de opbrengst der
belasting over de jaren 1948 tot en met 1952.
Het aantal honden bedroeg:
In 1952 was het aantal bij de belastingadministratie
bekende honden dus 99 minder dan in 1951.
De zuivere opbrengst van de hondenbelasting be
droeg over de jaren 1951 en 1952 onderscheidenlijk
ƒ362.505,en ƒ379.271,derhalve over 1952 rond
16.766,meer dan over 1951.
in 1947 voor 5 850 honden;
4 374
4 509
2 157
3 138
2 874
1948
1949
1950
1951
1952
(zie staat III.)
Deze belasting is geregeld in de Verordening no. 33
van 1950, gewijzigd bij Raadsbesluiten van 24 Novem
ber 1952 en 23 Maart 1953.
Van 1 Januari 1947 af wordt geheven:
voor de eerste luxe hond 25,
voor elke waakhond20,
voor elke bedrijfshond8,
voor elke kennel150,maximaal.
VERSLAG VAN DE GEMEENTEBELASTINGEN.
Totaal.
Luxe honden.
2
Straatbelasting.
18 642
20 774
21 863
21 271
21 372
21 265
Waak
honden.
100
224
352
340
318
325
16
24
31
31
35
36
18 758
21 022
22 246
21 642
21 725
21 626
Kt
in 1947
1948
1949
1950
1951
1952
Bedrjjfs-
honden.
Hondenbelasting.