10
i
Gemeentelijke middelbare technische school en gemeen
telijke Zeevaartschool {middelbaar nijverheidsonderwijs).
Bij Raadsbesluit van 11 Mei 1953, Bijl. 205, is voor
deze onderwijsinstellingen een nieuwe schoolgeldveror-
dening vastgesteld. Zij wordt geacht in werking te zijn
menigvuldigingscijfer verlaagd tot 0,8, gerekend te zijn
ingegaan op 1 September 1950.
Het „Tijdelijk Besluit schoolgeld lager onderwijs
1945" is bij de wet van 23 J uni 1952, Staatsblad no. 356,
gewijzigd. Daarbij werd artikel 8a toegevoegd, betref
fende de invoering van de z.g. gezinsreductie. Van het
schoolgeldjaar 1951/52 af wordt voor het gewoon,
voortgezet gewoon en uitgebreid lager onderwijs het
schoolgeldbedrag verminderd met 25 pCt., indien twee
of drie, en met 50 pCt., indien vier of meer kinderen uit
hetzelfde gezin bij de aanvang van het tijdvak, waarover
het schoolgeld is verschuldigd, leerling zijn van een
school voor lager onderwijs - kweekschoolonderwijs
daaronder begrepen - nijverheidsonderwijs, middel
baar onderwijs, voorbereidend hoger onderwijs of ho
ger onderwijs, voor zoveel het onderwijs buiten de
avonduren wordt verstrekt.
Het Rijk geeft aan de Gemeente compensatie voor
het gemis aan inkomsten wegens de hiervoren bedoelde
tariefsverlaging van 20 pCt. alsmede voor de ingevoerde
gezinsreductie.
Gemeentelijke Centrale school voor machineschrijven.
Het schoolgeld bedraagt f 25,voor de jaarcursus
en de korte cursus in machineschrijven, alsmede voor
de cursus in stenografie.
De Verordening no. 33 van 1934, laatstelijk gewijzigd
bij Raadsbesluit van 18 Augustus 1947, heeft op de
heffing van dit schoolgeld betrekking.
Kweekschool voor onderwijzeressen bij het voorbereidend
onderwijs.
De schoolgeldregeling is opgenomen in het Raads
besluit van 13 November 1950, Bijl. 533 C.
Gemeentelijke handel sa vondscholen
De heffing van het schoolgeld geschiedt krachtens de
Verordening van 13 November 1950 (Raadsbesluit van
die datum, Bijl. 533 C).
Gemeentelijke avondcursus tot opleiding voor onderwijzer
In zijn vergadering van 26 Juni 1950 (Bijl. no. 310)
besloot de Raad tot oprichting van deze avondcursus.
De cursus werd geopend op 1 September 1950.
De schoolgeldregeling is opgenomen in de Verorde
ning no. 23 van 1951. Het schoolgeld bedraagt ƒ50,
per leerling per schoolgeldjaar.
Gemeentelijke Visserijschool {lager nijverheidsonderwijs).
Voor de „dagcursus voor stuurlieden voor de zee
visvaart’’ geldt van 1 September 1951 af een nieuw
Gemeentelijke dagscholen
middelbaar onderwijs.
De Raad heeft in zijn vergadering van 20 Juli 1953,
Bijl. 367, een nieuwe schoolgeldverordening voor het
V.H.M.O. vastgesteld. De vereiste Koninklijke goed
keuring is verleend bij besluit van 20 October 1953, no. 7.
Over het algemeen is het nieuwe tarief, waarvan
terugwerkende kracht is toegekend tot 1 September
1950, ongeveer 30 pCt. lager dan het oude. Het maxi-
mum-schoolgeld is echter verhoogd van 475,tot
ƒ600,—.
Een regeling voor de toepassing van de gezinsreductie
is eveneens in de nieuwe verordening opgenomen. Hier
aan is terugwerkende kracht verleend tot 1 September
1949.
Ook ten aanzien van dit onderwijs zal het Rijk de
lagere inkomsten, zowel als gevolg van de verlaging
van de tarieven als van de invoering van de gezins
reductie, compenseren.
getreden op 1 September 1951 en kan daarom worden
aangehaald als „Schoolgeldverordening Nijverheids
onderwijs 1951”. De Koninklijke goedkeuring is ver
kregen bij besluit van 27 Augustus 1953, no. 9.
Volgens de oude verordeningen moest worden ge
werkt met vaste schoolgeldbedragen (M.T.S. 150,—
en Zeevaartschool 125,voor het B.S.-programma
en ƒ75,voor het A.S.-programma), met de mogelijk
heid van vermindering of ontheffing voor min- en on-
vermogenden. De nieuwe bepalingen geven voor deze
scholen een evenredig schoolgeldtarief, verband hou
dende met het zuiver inkomen van de schoolgeld-
plichtige, met een maximum van 480,Hoewel het
maximum dus aanzienlijk hoger ligt dan voorheen,
betekent het nieuwe tarief voor de meeste schoolgeld-
plichtigen niettemin een verlaging en wel van ongeveer
30 pCt.
In de nieuwe schoolgeldverordening is voorts de z.g.
gezinsreductie opgenomen.
Het Rijk zal aan de Gemeente compensatie verlenen
voor de lagere inkomsten, zowel als gevolg van de ver
laging der tarieven als van de invoering van de gezins
reductie.
Voor het volgen van de aan de zeevaartschool ver
bonden cursussen tot opleiding voor de examens voor
1ste, 2de en 3de stuurman voor de grote vaart is achter
eenvolgens 20,—, 15,en 9,per maand ver
schuldigd (zie de Verordening no. 1 van 1924).
voor voorbereidend hoger en
Openbaar en bijzonder buitengewoon lager onderwijs.
Bij Koninklijk besluit van 28 December 1949 (Staats
blad no. J 596) is een nieuwe regeling vastgesteld voor
het buitengewoon lager onderwijs. Krachtens artikel
20 van dit besluit wordt van 1 Januari 1950 af voor het
openbaar en voor Jiet bijzonder buitengewoon lager
onderwijs schoolgeld geheven overeenkomstig de re
gelen, welke te dien aanzien voor het gewoon lager
onderwijs gelden. De gemeentebesturen zijn belast met
het opleggen van de aanslagen voor het bijzonder on
derwijs.
VERSLAG VAN DE GEMEENTEBELASTINGEN.
4
i’