s
13
15 I
waterfitters.
VI. RIVIERWATERLEIDING.
ii
Dienst voor abnormale verbruiken.
In 1 972 gevallen is een onderzoek ingesteld in per
celen, waarin een abnormaal verbruik werd veronder
steld. Hierbij werden o.a. in 648 gevallen min of meer
ernstige gebreken aan drinkwaterinstallaties geconsta
teerd. Er werden daarbij o.a. 103 gebreken aan closet-
stortbakken, 386 lekken in binnenleidingen (waaronder
322 ondergrondse lekken), 32 defecte stop- en tap
kranen en 71 aftapkranen in geopende stand aange
troffen.
Door de genoemde gevallen van abnormaal verbruik
werd naar schatting 85 000 m3 water extra verbruikt.
In de volgende tabel zijn de aantallen geplaatste meters, met uitzondering van de Venturimeters, op
genomen.
van 261 tot 359 m3/h en bedroeg gemiddeld 300 m3/h.
De volgende staat geeft de gemiddelde waarden van
het nachtverbruik in de verschillende maanden van het
jaar 1952.
Het betonskelet van het filtergebouw te Bergambacht
kwam half Juni gereed. Eind Mei werd de voltooiing van
het filtergebouw aanbesteed. Het werk werd opgedra
gen aan de N.V. tot Aanneming van Werken v.h. H. J.
Nederhorst te Gouda, welke Vennootschap onmiddel
lijk na het gereedkomen van het betonskelet met de
voltooiing een aanvang maakte. De werkzaamheden
werden met kracht voortgezet, tot zij tegen het einde
van het jaar door weersomstandigheden enigermate
werden vertraagd.
h. Diverse distributie-aangelegenheden.
Waterverbruik gedurende de nachturen.
Het waterverbruik gedurende de uren van minimum
verbruik in de nacht (het zg. nachtverbruik) varieerde
Nachtverbruik.
Regeling voor de erkenning van
In 1952 werden 5 nieuwe bewijzen van inschrijving
als erkend waterfitter uitgereikt; 27 erkenningen kwa
men te vervallen. Dientengevolge verminderde het aan
tal uitgereikte bewijzen van inschrijving in de loop van
het verslagjaar van 437 tot 415.
Het aantal personen, aan wie toestemming is verleend
om in eigen percelen waterfitterswerkzaamheden te
verrichten, is in het jaar 1952 niet veranderd; op 31
December 1952 bedroeg het 34.
Indeling van het waterverbruik.
De als bijlage 1 bij dit verslag gevoegde grafiek geeft
over de jaren 1934 tot en met 1952 in procenten van de
opgepompte hoeveelheid water een overzicht van de
over watermeters geleverde en door die meters aange
wezen hoeveelheid water, de eveneens over watermeters
geleverde, doch niet door de meters aangewezen hoe
veelheid water (het zg. waterverlies), de geschatte hoe
veelheden, die door lekken in hoofd- en dienstleidingen
zijn weggestroomd, en de hoeveelheden, die naar schat
ting of volgens meting voor verschillende, op de bijlage
vermelde, doeleinden zijn gebruikt.
i3
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING
Schoepen- en volumemeters.
1 233
241
146
130
14
34
3
45
16
6
2
2
1
14
41
29
1
2
1
1
Totaal
135 089
1 346
244
46
19
Maand.
Sept.
Oct.
Nov.
Dec.
Nachtverbruik in m3/h
295
291
292
291
302
309
290
308
7.1
7,0
6,9
6,4
6,0
6,5
7,0
6,5
6,7
7,5
7,0
Geplaatste watermeters.
Idem per duizend van het gemiddelde
verbruik per etmaal over de maand
Vermogen
(grootte).
134 969
43
32
2
27
136 815
43
32
3 m3.
(13 mm)
4
103
1 I
27
3
38
Watermeters voor aangesloten percelen, met
inbegrip van de tussenmeters met afzonder
lijk minimum en de bijmeters
Watermeters voor afgesloten percelen
Tussenmeters zonder minimumi
Watermeters in gebruik aan het Pompstation
5 m3.
(19 mm) (25
van het Bedrijf
Overige watermeters in gebruik voor diverse
doeleinden
Standpijpen met meters
Meters op sproeiwagens
175 160
Maart. April.
Mei. Juni, j Juli. Aug.
Jan. Febr.
I I I i Woltman-
7 m3. 10 m3. I 20 m3. 30 m3. 50 m3. 80 m3. meters. Totaal,
mm) (32 mm) (38 mm).(50 mm) (75 mm) (lOOmm)j
40
158
137 132
295 286
319 322
6,4