typisten waren
15
J
In 1952 kwamen bij Burgemeester en Wethouders
5 nieuwe verzoeken in om rechtsherstel, als bedoeld
in de Wet rechtsherstel overheidspersoneel 1946 (S.
G 401); bovendien werd een in 1951 niet afgedaan
verzoek als bovenbedoeld in behandeling genomen.
In drie gevallen werd besloten tot toekenning van
een schadeloosstelling; twee aanvragers werden in hun
verzoek niet ontvankelijk verklaard; één verzoek kon
in het verslagjaar niet meer in behandeling worden
genomen.
Aan twee personen, die in 1947 in hun verzoek
niet ontvankelijk werden verklaard, werd op grond
van nadere overwegingen alsnog een schadeloosstel
ling uitgekeerd.
In totaal werd over het jaar 1950 aan het perso
neel aan schadeloosstelling (na aftrek van genoten in
komsten) uitgekeerd een bedrag van 8.884,44.
Centrale Personeelsdienst van het Ministerie van
Binnenlandse Zaken te doen opleiden.
De ontwikkeling van het moderne personeelsbeleid
bracht mede, dat bij een enkele diensttak bij wijze
van proef beoordelingsstaten werden ingevoerd, waar
door een doelmatiger en eenvormiger beoordeling van
het personeel wordt bevorderd.
In Februari kwam tot stand de „Verordening bij
zondere toeslag pensioenen 1950”, waarbij met terug
werkende kracht tot 1 Januari 1950 op de ten laste
van de Gemeente verleende pensioenen en pensioen
vervangende uitkeringen een bijzondere toeslag werd
verleend, welke toeslag met ingang van 1 Januari 1951
werd verhoogd. Bij dezelfde verordening is bepaald,
dat ook over het jaar 1949 een bijzondere toeslag
wordt toegekend aan hen, die reeds ingevolge de
„Verordening toeslag pensioenen 1947” een (gewone)
toeslag op hun gemeentepensioen genieten.
In September kwam tot stand de „Kindertoelage-
verordening voor gepensionneerden”, waarbij met
terugwerkende kracht tot 1 Januari 1950 aan ten
laste van de Gemeente gepensionneerden, die daar
voor in aanmerking komen, een kindertoelage werd
toegekend. De kindertoelage werd met ingang van
1 Januari 1951 verhoogd.
Over het dienstjaar 1952 werd evenals vorige jaren
een vacantiegratificatie verstrekt. Dit jaar bedroeg het
maximum echter 75,
Een deel van het personeel werd ook in 1952 in
de gelegenheid gesteld een voorschot op te nemen
ten einde brandstoffen tegen voorjaars- en zomerprij-
zen in te slaan.
Een gewichtige stap betekende in het verslagjaar
de oprichting van het Sociaal Voorzieningsfonds Ge
meentepersoneel van ’s-Gravenhage. Het Boeten
fonds, dat in zijn werking zeer beperkt was, werd in
verband hiermede opgeheven.
De voorlopige maatregel inzake het verlenen van
een tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige
verzorging werd in enigszins gewijzigde vorm besten
digd. De uitkering bedroeg maximaal 60,
De invoering van de Wachtgeld- en Werkloosheids
wet bracht ten aanzien van het gemeentepersoneel na
genoeg geen gevolgen mede, omdat de wet niet van
toepassing is op ambtenaren. Wel werd op de voet
dier wet een Uitkeringsverordening vastgesteld, welke
aan personeelsleden bij onvrijwillig ontslag uitzich
ten biedt op uitkeringen, welke zijn afgestemd op de
bedragen en termijnen van bovengenoemde wet.
Voor personeelsleden, die wegens het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd ontslagen worden,
werd de mogelijkheid geopend om ter overbrugging
van het verschil in uitbetalingstermijnen van salaris
en pensioen gedurende 6 weken na het ontslag op
arbeidscontract werkzaam te blijven.
Enkele groepen van het gemeentepersoneel zagen
hun salarispositie verbeterd tengevolge van een her
ziening van de groepering van werklieden- en ambte
narenfuncties, als correctie op de zg. technische her
ziening van de gemeentelijke salaris- en loonregelin
gen in 1948; tevens werd een aantal wijzigingen aan
gebracht in de Loonregeling 1947.
Bij Raadsbesluit van 11 Augustus 1952 (Bijlage
450) werd besloten tot wijziging van het Ambtenaren
reglement en van het Werkliedenreglement 1911 in
verband met de bezoldiging van personeelsleden, die
zich voor eerste oefening in militaire dienst bevinden.
Burgemeester en Wethouders stonden toe, dat de
contributies van de vakverenigingen in den vervolge
via de loonadministraties van de gemeentelijke instel
lingen centraal worden geïnd.
Ook in 1952 werd buitengewoon verlof verleend
voor het deelnemen aan cursussen van volkshoge
scholen, voor het leiden van door jeugdorganisaties
georganiseerde jeugdkampen en voor het volgen van
een cursus voor jeugdleiders.
Bij het Gemeentelijke Bureau voor de Huisvesting
I werd een dienstcommissie ingesteld.
De resultaten met de opleiding van
van die aard, dat besloten werd dit jaar wederom
enige krachten voor rekening van de Gemeente bij de
Verzoeken om (her)plaatsing in gemeentedienst
van ontslagen gezuiverd personeel en politieke delin
quenten.
Behandeld werden 7 nieuw ingekomen verzoeken
benevens 4 verzoeken, welke in het vorig verslagjaar
niet meer in behandeling konden worden genomen.
In 3 gevallen adviseerde de commissie in voor be
trokkene gunstige zin; in 8 gevallen afwijzend.
Burgemeester en Wethouders hebben in al deze
Rechtsherstel Gemeentepersoneel.
Regelingen met betrekking tot het Gemeente
personeel.
Zuiveringscommissie voor het personeel der ge
meente 's-Gravenhage, optredende als adviescom
missie inzake (her)plaatsing van politieke delinquen
ten en personen, die krachtens een der zuiverings
besluiten zijn ontslagen.