17 n BIJLAGE HOOFDSTUK I. HOOFDSTUK II. WONINGWETBOUW. ALGEMEEN. 1 GEMEENTELIJKE WONINGDIENST. VERSLAG OVER HET JAAR 1952. Rondleiding. Vele belangstellenden werden in de nieuwe wijken rondgeleid. De bezoekers waren o.a. afkomstig uit: Wenen, Nigeria, Istamboel, Londen, Almelo, Breda en Utrecht. Dienstgebouwen. De dienstgebouwen verkeerden in goede staat. Ruimtegebrek belemmert een efficiënte werkwijze, zo dat spoedige overgang naar het in aanbouw zijnde stad huis, dringend noodzakelijk wordt geacht. Personeel. Het bij de Dienst werkzaam zijnde personeel bestond op 31 December 1952 uit 104 ambtenaren en 91 werk lieden, die als volgt zijn onder te verdelen: 69 ambtenaren in vaste dienst, waarvan 3 gedetacheerd bij de Stichting „Centraal Woningbeheer”, 30 ambte naren in tijdelijke dienst, 5 ambtenaren op arbeidsover eenkomst, 76 werklieden in vaste dienst, 11 werklieden in tijdelijke dienst, 4 werklieden op arbeidsovereen komst, 11 werkvrouwen op arbeidsovereenkomst, in dienst van de concierge of de beheerder der dienstge bouwen. Organisatie. Sinds 1 Januari 1952 werd aan de afdeling secretari aat de controle op de voortgang van de bouw toege voegd. De stand van de administratie en van de bouw van alle woningwetcomplexen, zowel van de Gemeente als van de toegelaten verenigingen en stichtingen, wordt hier op planborden dagelijks geregistreerd en aan de hand van de voor ieder complex opgestelde planning wordt de voortgang van het werk gecontroleerd. Voor het snel verzamelen van statistische en andere gegevens over de stand van de bouw bewezen de plan borden goede diensten. Beheer. De Gemeentelijke Woningdienst werd beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door de Com missie voor de Plaatselijke Werken en Eigendommen. Woningvoorraad. Tabel I geeft een overzicht van de stand van de wo ningbouw in de 4 grote stedenAmsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Utrecht. Bouwkosten. De bouwkosten waren in 1952 vrijwel stabiel, ver toonden soms zelfs een geringe neiging tot dalen. Stagnatie bij de uitvoering. Het werk heeft geen belangrijke stagnatie onder vonden. Beschikkingen betreffende de nieuwe bouw. In 1952 kwam geen verandering in de financierings- regelingen voor woningwetbouw en premiebouw. Beschikbaar bouwterrein. Tabel II geeft een overzicht van de op 31 December 1952 beschikbare bouwterreinen. Winkelverdeling in de nieuwe wijken. De commissie voor de Bedrijfsruimte van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor ’s-Gravenhage heeft in 1952 hiertoe tegen het einde van 1951 door het College van Burgemeester en Wethouders inge schakeld de Stichting Centraal Woningbeheer en de besturen der woningbouwcorporaties regelmatig en zeer kundig van advies gediend bij de toewijzing van de in de nieuwe woningbouwcomplexen beschikbaar ge komen winkels. Behoudens bijzondere gevallen werden deze adviezen als bindend beschouwd. A. Algemeen. Bouw van nieuwe woningen door Gemeente en toegelaten verenigingen en stichtingen. In 1952 werden 2 764 woningen opgeleverd (tegen 2 370 in 1951); in uitvoering waren op 31 December 1952: 3 569 woningen (tegen 3 063 op 31 December 1951). Het aantal woningen, waarvoor de plannen in het stadium van voorbereiding verkeren (waarvoor op dracht voor het maken van het schetsplan maar nog geen bouwvergunning werd verleend) bedraagt op 31 December 1952 5 800. Bij Raadsbesluit van 21 Juli 1952 werd crediet verleend voor het houden van de prijsvraag „Wijkcentrum Morgenstond”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 263