19
I
4
gekeurde woningbouw in de Gemeente moge uit het
volgende overzicht blijken.
b. De verhouding woningwetbouwparticuliere bouw.
De verhouding tussen de overheidsbouw en de
particuliere bouw bleef zich in 1952 in voor de laatste
ongunstige zin ontwikkelen.
a. De verhouding Gemeentebouw en verenigingsbouw.
In het jaarverslag van 1952 is reeds vermeld, dat
als algemene norm te dezer stede wordt aangenomen,
dat het grootste gedeelte van de woningwetbouw door
de bouwverenigingen moet worden verzorgd.
De verhouding tussen de woningbouw van Ge
meentewege en die door de bouwverenigingen na de
oorlog blijkt uit het volgende overzicht.
De tot 1951 bestaande verhouding van ongeveer
3 5 heeft zich in 1952 derhalve nog niet hersteld.
Zulks vindt echter mede zijn oorzaak in het feit, dat
de plannen voor de woningbouw in het uitbreidings
plan Morgenstond uitgaande van de Gemeente, in
een verder gevorderd stadium verkeerden dan die van
de woningbouwverenigingen en derhalve ook eerder
werden goedgekeurd.
Het evenwicht zal, naar het zich laat aanzien, zich
in 1953 goeddeels herstellen.
raam van de woningwetbouw en over de verhouding
woningwetbouw en particuliere bouw.
3. Financiering nieuwbouw.
De wijze van financiering van de naoorlogse goed-
In 1952 is dus voor het eerst een aanvraag goed
gekeurd voor de bouw van woningen met toepassing
van de „Premieregeling Woningbouw 1950”.
Naast het feit, dat er, ondanks de goedgekeurde
bouw van ruim 400 woningen voor de verhuur (waar
van circa 110 door de „Vereniging tot verbetering
van woningen voor de arbeidende klasse”), nog steeds
een dringende behoefte was aan middenstandswonin-
gen voor de verhuur, was er nog een andere reden
om deze aangelegenheid bij de aanvang van het ver
slagjaar met kracht ter hand te nemen. De rijksbe-
groting voor het jaar 1952 hield nl. rekening met een
belangrijke inkrimping van het woningbouwvolumen,
waardoor in het bijzonder de woningwetbouw zou
worden getroffen. Hiertegenover stond, dat in het
bouwprogramma voor 1952 de premiebouw zeer op
de voorgrond werd geschoven, zodat het geboden
was zekerheid te scheppen, dat in ieder geval een be
langrijk aantal premiewoningen zou kunnen worden
gebouwd.
Als plaats voor de bouw van deze gemeentelijke
premiewoningen werd aangewezen de grond ter weers
zijden van de Meppelweg, welke de hoofdtoegangsweg
vormt tot het uitbreidingsplan Morgenstond. Deze
terreinen sluiten aan bij de wijk Leyenburg, waar
eveneens veel middenstanders zijn gehuisvest, en op
welke terreinen 1 000 woningen kunnen worden
gebouwd.
De belangstelling van particuliere zijde voor de
premiebouw was in 1952 nog aanmerkelijk geringer
dan in het voorafgaande jaar, zowel tengevolge van
de reeds in het vorige verslag gememoreerde af
nemende koopkracht als tengevolge van het feit, dat
de Premieregeling Woningbouw 1950 in de grote ste
den financieel niet voldoende aantrekkelijk is.
Teneinde de particuliere woningbouw niettemin zo
veel mogelijk te stimuleren, zijn de herziene „Richt
lijnen ter uitvoering van de „Verordening Woonge
legenheid II” in de gemeente ’s-Gravenhage”, inzake
het betrekken van nieuwbouw, in het verslagjaar op
nieuw zoveel mogelijk verruimd.
Thans nog een enkele opmerking over de verhou
ding Gemeentebouw en verenigingsbouw binnen het
GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING
Particuliere woningbouw.
Periode.
374
504
Totaal
12 537
374
504
3 884
1 128
1 336
6 348
Bouwverenigingen.
Jaar.
Gemeente.
Particuliere bouw.
Jaar.
1945 t./m. 1949
1950
1951
1952
4 506
2 960
1 880
3 191
Woningwet-
bouwfinanciering.
Verminderde
bijdrage.
1 744
1 124
514
502
1945 t./m. 1949
1950
1951
1952
1945 t./m. 1949
1950
1951
1952
Herbouw-
financiering.
357
154
237
380
Zonder
financiering.
37
924
306
69
36,3
36,8
46,6
54,7
4 506
3 334
1 880
3 695
2 138
2 202
1 057
951
32.2
39,9
36,0
20,5
63,7
63,2
53,4
45,3
Totaal-
generaal
der goed
gekeurde
woningen.
6 644
5 536
2 937
4 646
Premiereg.
won.bouw j
1950
gemeente
Geaccepteerde plannen voor woningwetbouw in procenten.
Geaccepteerde aanvragen voor woningen in procenten.
Woningwetbouw
Gem. premiebouw.
67,8
60,1
64,0
79,5
Fin. reg.
1947/1948
en (verminderde)
Premiereg. ’50.
19 763
Totaal
overheids-
bouw particuliere
(woningwet-;
4- premie- i
bouw)
Normale
j bijdrage.
13415
Totaal
woning
bouw.