19
ii
een zodanige werkwijze, al of niet gepaard gaande
met een uniform aftrekpercentage, de verschillende
gemeentelijke instellingen zo mogelijk vrijwaart voor
extra werkzaamheden, alsmede voor het maken van
uitvoerige kostenspecificaties, waardoor naast een be
spoediging van de afwikkeling tevens een besparing
van kosten wordt verkregen.
In sommige gevallen, o.m. met betrekking tot direct
na de bevrijding uitgevoerde werken tot herstel van
de oorlogsschade aan bouwkundige werken, mocht
deze wijze van afwikkeling na een uitvoerig onderzoek
worden toegepast, terwijl in andere gevallen, o.a. met
betrekking tot het herstel van de bestratingen en bij
de schade aan de huisaansluitingen van het Gemeen
telijk Gasbedrijf, na langdurig overleg in 1952 nog
geen beslissing kon worden verkregen.
4.513.200,—
3.147.217,36
952.295,—
5.213.374,—
2.805.920,—
2.785.426,24
Naast de hiervoren bedoelde verzoeken tot toe
kenning van een vergoeding op grond van de artike
len 7, 8, 9, 13 en 14 van de Wet Financiering Weder
opbouw Publiekrechtelijke Lichamen, heeft de Dienst
tot dusver bij het Ministerie van Wederopbouw en
Volkshuisvesting de volgende verzoeken ingediend
tot toekenning van een vergoeding overeenkomstig
artikel 10 van bovengenoemde wet voor de uiteinde
lijk ten laste van
2. Registratie en aangifte van de door de Gemeente
geleden oorlogsschade.
Daar de termijn van aanmelding van de oorlogs
schade van de Gemeente en van de in verband daar
mede in te zenden verzoeken tot toekenning van een
vergoeding op grond van de artikelen 7, 8, 9 en 13
der Wet Financiering Wederopbouw Publiekrechte
lijke Lichamen, ingevolge de eerste uitvoeringsbe
schikking op 31 December 1951 is gesloten, hebben
de gedurende 1952 ingezonden verzoeken bijna uit
sluitend betrekking op immateriële schaden.
In enkele gevallen is bij wijze van uitzondering
nog goedkeuring verleend tot aanmelding van mate
riële schaden voor aanvankelijk in het wederopbouw-
plan Scheveningse Bosjes uit te voeren werken, die
ingevolge een beslissing van het Ministerie van Finan
ciën op basis van artikel 7 der wet, d.w.z. als objec
tenschade moeten worden afgewikkeld.
Ingevolge de vierde tot en met de veertiende in
1952 verschenen uitvoeringsbeschikkingen zijn inmid
dels nog aangemeld de door de Gemeente geleden
schaden wegens: gederfde leges voor bouwvergun
ningen; verwijdering van ontplofbare stoffen; op last
van de bezettende macht uitgevoerde sloopwerken;
puinopruiming; onvermijdelijke kosten van bewa
kingsdiensten als gevolg van oorlogsomstandigheden
enz.
Zoals uit rubriek II „immateriële schaden” van bij
gaand overzicht moge blijken zijn voorts nog een
aantal verzoeken tot toekenning van een vergoeding
ingezonden voor ten laste van de Gemeente gebleven
kosten wegens onvermijdelijke uitgaven als recht
streeks gevolg van de oorlogsomstandigheden, welke
kosten volgens de opvatting van de Gemeente even
eens in aanmerking dienen te komen voor een ver
goeding op grond van de Wet Financiering Weder
opbouw Publiekrechtelijke Lichamen.
Bijlage I geeft een overzicht van de in 1952 bij het
Ministerie van Financiën ingezonden verzoeken tot
toekenning van een vergoeding tot een totaal van
5.610.705,21, alsmede van de tot en met 31 Decem
ber 1952 in totaal ingezonden schadeclaims ad
63.927.550,57.
de Gemeente blijvende kosten van
uitvoering van wederopbouwplannen, t.w.:
Stokroosplein
Afvoerkanaal I
Afvoerkanaal II
Stadhoudersplein/Zorgvliet 1
Zorgvliet II
Scheveningse Bosjes
Kerkhoflaan (gedeelte plan
Scheveningse Bosjes)
Bezuidenhout A
Bezuidenhout B
Zeearendstraat
Van-Bleiswijkstraat
Indigo-Kamperfoeliestraat
Totaal
Ten aanzien van enige dezer verzoeken heeft de
Commissie Financiering Wederopbouw Publiekrech
telijke Lichamen inmiddels advies uitgebracht aan de
Minister van Financiën, waarna deze, in overleg met
zijn ambtgenoten van Wederopbouw en Volkshuis
vesting en van Binnenlandse Zaken mede in verband
met de in de wederopbouwplannen aan te brengen
verbeteringen, heeft beslist, welke bedragen van de
hieronder vermelde plannen op de wederopbouwplan-
rekening worden toegelaten. Door deze beslissing
waarmede Burgemeester en Wethouders zich in enkele
gevallen met een voorbehoud in andere gevallen onder
gelijktijdige inzending van bezwaren voorlopig hebben
verenigd komen de volgende bedragen voor een ver
goeding ingevolge artikel 10 van de wet in aan
merking:
Zorgvliet II
Scheveningse Bosjes
Bezuidenhout A
Bezuidenhout B
Zeearendstraat
V an-B leiswijkstraat
1.150.180,—
559.200,—
90.300,—
„4.885.250,—
83.900,—
125.250,—
Ten aanzien van het plan Scheveningse Bosjes
heeft het Rijk beslist, dat het niet in de bedoeling ligt
de kosten van de in dit plan uit te voeren openbare
werken op de wederopbouwplanrekening toe te laten,
daar in de geprojecteerde openbare werken een zeer
belangrijk herstelelement schuilt en, voorzover dit
niet het geval is, de werkzaamheden het karakter
dragen van wijzigingen en verbeteringen, welke prac-
tisch geen verband houden met de wederopbouw.
Hoewel de Gemeente tegen deze beslissing haar
bezwaren heeft ingebracht met het oog op de moge
lijke financiële consequenties, heeft zij na overleg
32.824,—
342.027,—
8.716.185,50
170.041,—
125.250,—
40.329,50
28.844.089,60
GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING
>5