19
4.
12
tenslotte in deze beslissing berust, toen bleek, dat deze
geen nadelige gevolgen voor de Gemeente had.
De afwikkeling van de in de Scheveningse Bosjes
toegebrachte oorlogsschade geschiedt nu met toepas
sing van artikel 7 der Wet Financiering Wederopbouw
Publiekrechtelijke Lichamen.
a.
b.
c.
f 3.298.630,—
Inzending en afwikkeling van declaraties en voor-
schotaanvragen wegens door de Gemeente ge
maakte kosten voor de uitvoering van opruimings-
en herstelwerken.
C. Wederopbouwplannen.
Vermelding verdienen voorts de pogingen, die de
Gemeente bij de Minister van Financiën heeft onder
nomen, teneinde de door het departement te verstrek
ken renteloze voorschotten in een meer redelijke ver
houding te brengen tot de door de Gemeente, ten
behoeve van de wederopbouwplannen, gedane uit
gaven. Aanvankelijk verstrekte het Ministerie van
Financiën renteloze voorschotten op de door het Rijk
ten laste van de Gemeente gebrachte uitgaven wegens
door het Grootboek voor de Wederopbouw aan der
den betaalde vergoedingen voor hoofdsom en rente
wegens ten behoeve van de wederopbouwplannen ont
eigende gronden, doch later is deze voorschotver-
terie van Wederopbouw en Volkshuisvesting de kosten
aanvankelijk als opruimingswerken had afgewezen,
terwijl ook de Commissie van Overleg voor het Land-
schapsherstel de onderhavige werken na herhaald
overleg evenmin als herstelwerken wilde aanvaarden,
mocht het tenslotte gelukken de werkzaamheden als
opruimingswerk te doen aanmerken, waarna het
Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting,
op grond van de Puinruimingsregeling, een vergoe
ding verleende van 243.031,64.
Voor de eveneens afgewezen kosten wegens door
Gemeenteplantsoenen in 1945, ingevolge een door de
centrale overheid gegeven opdracht tot tewerkstelling
van alle beschikbare arbeidskrachten, in uitvoering
genomen opruimings- en herstelwerken en de ten be
hoeve daarvan bij wijze van werkverruiming opge
dragen bewakingsdiensten, heeft de Gemeente, na
overleg met het Bureau Financiering Wederopbouw,
een verzoek gericht tot de Minister van Sociale Zaken,
teneinde een bijdrage te verkrijgen in de door haar
wegens betaalde lonen en sociale lasten gedane uit
gaven tot een bedrag van circa 950.000,
115.468,—
1.124.948,—
„2.058.214,—
B. Herstelwerken.
Nu de uitvoering van de Wet Financiering Weder
opbouw Publiekrechtelijke Lichamen geleidelijk meer
op gang komt, waardoor ook in enigszins dubieuze
schadegevallen een duidelijker inzicht is verkregen,
heeft de Dienst in het afgelopen jaar wederom een
aantal aanvragen tot het doen verstrekken van rente
loze voorschotten ingezonden bij het Ministerie van
Financiën.
Op een vrij groot aantal aanvragen tot het ver
strekken van renteloze voorschotten op de door de
Gemeente gedane uitgaven tot herstel van onroerende
en roerende goederen, waren tot voor kort slechts lage
en in veel gevallen geen voorschotten verstrekt, daar
de betreffende schadegevallen o.m. behoren tot de
zg. plunderschade, ten aanzien waarvan eerst in
Maart 1953 is beslist, dat deze schade eveneens voor
een vergoeding uit hoofde van de Wet Financiering
Wederopbouw Publiekrechtelijke Lichamen in aan
merking komt.
A. Opruimingswerken.
In aansluiting aan de mededelingen in het jaarver
slag van 1951 over een door het Rijk te verlenen
vergoeding voor de door de Gemeente, ten behoeve
van de opruimingswerken, gemaakte kosten van voor
bereiding, toezicht en de overige indirecte kosten
wordt medegedeeld, dat een door het Ministerie van
Wederopbouw en Volkshuisvesting bij Gemeentewer
ken ingesteld onderzoek nog niet is voltooid. Het
overleg van de Dienst met genoemd departement
wordt voortgezet. Verwacht mag worden, dat een be
vredigende regeling inzake vergoeding voor de indi
recte kosten zal worden verkregen.
Ook ten aanzien van andere door het Ministerie
van Wederopbouw en Volkshuisvesting voorlopig af
gewezen kosten is opnieuw contact met dit departe
ment opgenomen. Nadat over de vergoeding inzake
de indirecte kosten een definitieve regeling zal zijn
getroffen, zullen ook deze voorlopig afgewezen posten
opnieuw in behandeling worden genomen.
Ten aanzien van in 1945 en 1946 door Gemeente
plantsoenen uitgevoerde werken, waarvan het Minis-
3. Administratieve voorbereiding van de in weder
opbouwplannen uit te voeren werken, alsmede
van de overige opruimings- en herstelwerken.
Nu de massale uitvoering van herstel- en oprui
mingswerken tot het verleden behoort en de Minister
van Wederopbouw en Volkshuisvesting wederom
een aantal wederopbouwplannen heeft goedgekeurd,
concentreren de bemoeiingen van de Dienst zich
op de administratieve voorbereiding van de in de
wederopbouwplannen Bezuidenhout, Stadhouders-
plein, Zorgvliet en Afvoerkanaal uit te voeren open
bare werken, alsmede op de herbouw van enige bij
zondere scholen.
Uit het overzicht, opgenomen in bijlage II, blijkt,
dat de Dienst, na overleg met de desbetreffende rijks-
instellingen, goedkeuringen heeft verleend voor de
uitvoering van opruimings- en herstelwerken, alsmede
voor openbare werken in wederopbouwplannen voor
de volgende bedragen:
opruimingswerken
herstelwerken
wederopbouwplannen
GEMEENTELIJKE DIENST VAN DE WEDEROPBOUW EN DE STADSONTWIKKELING