24 FINANCIEEL OVERZICHT. ƒ4.481.918,77 3.690.000,— D. 791.918,77 Totaal 5°. 6°. II. 2°. 3°. 4°. 15 De uitkomst is in totaal rond 792.000,hoger dan de begroting, hetgeen als volgt kan worden toe gelicht: De rekening geeft aanleiding tot de navolgende opmerkingen: I. II. III. IV. personeel op arbeidscontract; de Werkloosheids- en wacht- 1.789.231,89 422.091,33 224.526,04 2.046.069,51 D. 365.231,89 116.091,33 14.526,04 „296.069,51 (bijlage II). Voor „Aanleg en uitbreiding” is rond ƒ304.000, minder verwerkt dan werd begroot, van welk bedrag 290.000,naar de kapitaaldienst van 1953 dient te worden overgebracht in verband met reeds aange gane verplichtingen. I. Sociale lasten. De overschrijding bedraagt rond 365.000,of wel ruim 25 pCt. en is veroorzaakt door: 1 de uitbetaling van salarissen en lonen tot een rond 12 pCt. hoger bedrag dan daarvoor is be groot, hetgeen een ongeveer even hoge over schrijding van de sociale lasten tot gevolg heeft; de uitkeringen ingevolge de „Tijdelijke ziekte kostenverordening”, welke niet in de begroting zijn opgenomen; de verhoging van de vacantiegratificatie over 1952; de verhoging van de kosten van de vacantie- Sociale lasten Kapitaalslasten Onderhoudskosten Afdelingskosten Kapitaalslasten. De overschrijding hiervan bedraagt rond ƒ116.000, (of wel bijna 38 pCt.), welke vrijwel geheel wordt veroorzaakt door de post rente bedrijfsvoorschot als gevolg van: 1°. het hogere percentage van de rekening-courant- rente gedurende 9 maanden in 1952 dan in de begroting was opgenomen. Dit bedroeg nl. in het le kwartaal 4V2, in het 2e en 3e kwartaal 4 en in het 4e kwartaal 31ó, terwijl bij het samen stellen van de begroting rekening is gehouden regeling c.a. van de invoering van geldverzekering; de onjuist gebleken schattingen bij het opstellen van de begroting (hoofdzakelijk in de posten verlof, ziekte en kinderbijslag). 1.424.000,— 306.000,— 210.000,— 1.750.000,— worden wélke werken ter uitvoering aan Ge meentewerken zullen worden opgedragen. De grote verschillen op de artikelen IV en V zijn een gevolg van het feit dat de redactie van de artikelen door de afd. Financiën is gewijzigd, waarbij echter geen reke ning is gehouden met de ten gevolge van deze wijzi ging nodige hergroepering van de begrote bedragen. De begrote bedragen en uitkomsten van deze beide artikelen moeten dus tezamen worden vergeleken. Voor de toelichting van de bijzondere lasten (arti kel IX) ad 461.418,05 en de bijzondere baten (artikel IX) ad 176.442,22 moge worden verwezen naar sub C.b. a. Vergelijking tussen begroting en uitkomst. Uit de begrote en werkelijke indirecte kosten kan onderstaand overzicht worden samengesteld. De uitkomst van artikel I is rond 640.000, lager dan de raming. Dit verschil is ten dele, nl. tot een bedrag van 309.126,toe te schrijven aan de bezuinigingen op onderhoud schoolgebouwen en meubelen, voorgesteld door de Directeur van G.W. op last van B. en W. (zie brief G.W. no. 3522 van 14 Maart 1952). Verder zijn de overige posten be treffende het dagelijks onderhoud van gebouwen even eens beneden de raming gebleven als gevolg van de sedert enkele jaren verbeterde planning van de met de instandhouding verband houdende werkzaam heden. De kosten van instandhouding van straten en pleinen bleven bij de begroting ten achter als gevolg van langdurig onwerkbaar weer in het einde van 1952. De uitkomsten van de artikelen II t./m. VIII, in* totaal 24.850.000,liggen 2.250.000,hoger dan het begrote bedrag ad 22.600.000,Per saldo is de uitkomst dus 10 pCt. hoger dan de raming, het geen een gevolg is van de omstandigheid, dat de be grote bedragen voor deze artikelen bij wijze van min of meer globale schatting moeten worden opgenomen, omdat bij het opmaken van de begroting geheel on bekend is of niet met zekerheid vastgesteld kan VERSLAG GEMEENTEWERKEN Gemeentewerken kapitaalontvangsten en -uitgaven Uitkomst Verschil B. Rekening van Begroting de Dienst van Rekening van van 's-Gravenhage 1952. C. Toelichting op de indirecte kosten. A. Rekening van baten en lasten (bijlage I).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 358