24
2°.
170.138,22
D. 404.638,38
ƒ4.077.280,39
ƒ4.481.918,77
V.
56.779,67
56.779,67
D.„
D. 461.418,05
C. 176.442,22
176.442,22
C.„
D. 284.975,83
Nadelig saldo
16
I. Sociale lasten.
Te weinig doorberekend rond 146.000,De
doorberekening van deze kosten geschiedt door de
met een percentage van 316. Het hieruit voort
vloeiende nadeel bedraagt rond 42.000,
de overschrijding van de betalingstermijn van 14
dagen van door G.W. maandelijks aan de Ge
meente 's-Gravenhage uitgezonden rekeningen,
zonder dat tot het declareren van rente is over
gegaan.
Bijzondere baten
(Artikel IX)
Totaal van de
bijzondere lasten
(Artikel IX)
Overige bijzondere
lasten
Sociale lasten
Kapitaalslasten
Onderhoudskosten
Afdelingskosten
II.
III.
IV.
D. 146.101,69
88.398,47
II. Kapitaalslasten.
Te weinig doorberekend rond 88.000,De
doorberekening van deze kosten geschiedt door alle
directe kosten met Vi pCt. te verhogen. Dit percen
tage blijkt achteraf te laag te zijn geweest als gevolg
van de reeds onder C.a.II. genoemde factoren.
IV. Afdelingskosten.
De overschrijding bedraagt rond 296.000,of
wel bijna 17 pCt. De belangrijkste post, welke enige
toelichting vereist, is die voor algemene salarissen en
lonen, welke is overschreden met ruim 250.000,
Van dit bedrag is 200.000,een gevolg van een
wijziging in de interne kostprijs-berekening. Voorheen
werden nl. de kosten van de met voorbereiding en
toezicht belaste ambtenaren van de Centrale Werk
plaatsen op directe wijze ten laste van de werken ge
boekt, hetgeen op grote practische bezwaren stuitte,
zodat per 1 Augustus 1951 is overgegaan tot indirecte
belasting van de werken d.m.v. een opslagpercentage.
Het gevolg hiervan is echter dat deze salarissen thans
in de afdelingskosten naar voren komen.
De overige overschrijdingen zijn vnl. het gevolg
van de omstandigheid dat ten tijde van het opstellen
van de begroting met schattingen moet worden ge
werkt (vooral t.a.v. de omzet, zie toelichting onder
A.). De overschrijding van de omzet bedraagt ruim
5 pCt., hetgeen de afdelingskosten op een ongeveer
gelijke wijze beïnvloedt.
III. Onderhoudskosten.
De overschrijding bedraagt rond 15.000,of
wel ongeveer 7 pCt. Er zijn tussen de begroting en de
uitkomst aanzienlijke verschillen, t.w.:
1°. Gebouwen, opstallen en loodsen.
Het grote overschot op dit onderdeel is een ge
volg van de omstandigheid dat een groot deel
van het voorgenomen onderhoud is afgelast
i.v.m. de voorbereiding van een nieuw gebouw
voor de Dienst van Gemeentewerken.
2°. Gereedschappen, werktuigen, hulpmaterieel,
automobielen en motorrijwielen.
De hier ontstane grote overschrijdingen zijn vnl.
veroorzaakt door wijzigingen in het systeem van
verantwoorden van deze kosten bij de invoering
van een
waarvan
stellen van de begroting 1952
den voorzien.
nieuw rekeningschema per 1-1-1951
de invloed ten tijde van het samen
niet kon wor-
1.789.231,89
422.091,33
224.526.04
„2.046.069,51
1.643.130.20
333.692,86
224.526,04
1.875.931,29
In totaal is de doorberekening van de indirecte
kosten naar de werken rond 405.000,te laag
geweest, daarnaast bedraagt het saldo van de overige
bijzondere lasten en baten rond 120.000,(t.w.
176.442,2256.779,67), zodat de rekening over
1952 uiteindelijk met een nadelig saldo van rond
285.000,moest worden afgesloten.
Dit kan als volgt worden toegelicht:
productieve bruto-lonen en -salarissen te verhogen
met 35 pCt. en diverse toeslagen op lonen en salaris
sen met 5 pCt. Deze percentages blijken achteraf te
laag te zijn geweest als gevolg van de reeds onder
C.a.I. genoemde factoren.
b. Vergelijking tussen de uitkomst en de door
berekening.
Met betrekking tot de indirecte kosten kan de vol
gende samenvatting worden gemaakt:
VERSLAG GEMEENTEWERKEN
Verschil
VI.
4
I.
Uitkomst
Doorberekend in
de werken c.a.