31 f Op vermoedelijk oninbare rente werd een bedrag van ƒ618,81 afgeschreven. De exploitatie leverde een batig saldo op van 677,26, welk bedrag in verband met het bepaalde in art. 17 lid 5 van de beheersverordening (Verz. 1933 no. 23) aan de Gemeente werd uitgekeerd. Het totaal der 63 (v.j. 66) uitstaande leningen be droeg op 31 December 1952 rond f2.757.400,(v.j. f 2.854.600,—). De in 1952 ontvangen aflossingen bedroegen in totaal 108.200,waarvan 42.120,wegens alge hele aflossing van 4 leningen en ƒ45.000,wegens ge deeltelijke aflossing van 2 leningen. De directeur, F. BEKINK. Aan vergoeding voor vervroegde aflossing werd dit jaar niets ontvangen. Bij de 20 in 1952 voortgezette leningen werd de ren tevoet als volgt bepaald voor 3 leningen op 3,437 pCt. (ongewijzigd); voor 2 leningen op 3,5 pCt. (ongewijzigd); voor 3 leningen op 4.75 pCt. (voorheen 4 pCt.); voor 5 leningen op 4,5 pCt. (voorheen 4 pCt.); voor 4 leningen op 4,5 pCt. (voor heen 4,25 pCt.); voor 1 lening op 4,25 pCt. (voorheen ged. 4 pCt. en ged. 3,75 pCt.).voor 1 lening ged. op 3,5 pCt. (ongewijzigd) en ged. op 4,25 pCt. (voorheen 3.75 pCt.) en voor 1 lening ged. op 3,5 pCt. (ongewijzigd) en ged. op 4,5 pCt. (voorheen 4 pCt.). Voor 15 leningen, tot een totaal bedrag van ƒ353.774,werd de rentevoet dus verhoogd. Voor zover de leningen betrekking hebben op ont eigende onderpanden, waarvoor inschrijving werd ver kregen in het Grootboek voor de Wederopbouw, moet de rentevoet krachtens de bepalingen van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden gehandhaafd worden op 3'/2pCt. De rentevoet voor de in 1952 gesloten lening bedroeg 43/4 pCt. In 1952 werd bij de Gemeente geen kapitaal op genomen. Op het kapitaal werd een bedrag van ƒ97.200,afgelost. Tot executie van onderpanden werd in 1952 niet overgegaan. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK ENZ. 4 Rekening. Aflossingen. Vergoeding voor vervroegde aflossing. Rente. Kapitaal. Executies.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 440