33
I
Verschil met de oude regeling.
Bij de oude regeling kon in de tewerkstelling slechts
een verschil worden gebracht door toepassing van uur-
of tariefloon. Thans worden de werkloze handarbeiders
onderscheiden in de groepen A en B.
In groep A vallen de handarbeiders, die er in hoofd
zaak als gevolg van economische omstandigheden tijde
lijk niet in slagen arbeid te vinden en die in verband
met, hetzij de aard van hun beroep, hetzij hun mindere
geschiktheid voor grondwerk, ook niet of voorshands
niet bij een D.U.W.-object worden geplaatst. Hierdoor
is het thans mogelijk degenen te plaatsen die nog slechts
zeer kort werkloos zijn. De subsidie voor deze groep
bedraagt thans 95 pCt. (oud 75 pCt.).
Tot groep B behoren de handarbeiders, die, deels
tengevolge van de economische omstandigheden en
deels in verband met hun persoonlijke gesteldheid ge
durende lange tijd werkloos zijn en niet voor plaatsing
in aanmerking kunnen worden gebracht. De subsidie
voor groep B is verhoogd van 75 pCt. tot 90 pCt.
De Commissie gemeentelijke sociale werkvoorzie
ning (zie hieronder) interpreteert deze onderscheiding
als volgt:
A-objectzwaar werk of werk waarbij meer geschoold
heid of geoefendheid wordt vereist;
B-object: licht werk en b.v. eenvoudig grondwerk.
Een termijn ten aanzien van de duur der tewerkstel
ling wordt niet meer genoemd. Conform het advies van
de commissie bepaalden Burgemeester en Wethouders
bij hun besluit van 5 Augustus 1952, No 303812, dat
ook onder de nieuwe regeling de tewerkstelling over
het algemeen niet langer dan een half jaar zou mogen
duren.
Op deze wijze wordt voor het grote aantal werk
lozen, dat voor plaatsing in aanmerking kan komen en
wenst te komen, een roulering mogelijk gemaakt.
De bepaling van het loon geschiedde in de oude rege
ling op basis van de sociale-bijstandsuitkering. Aange
zien het bedrag der uitkering voor groep B van de
Sociale Voorziening thans uiteenvalt in een vast bedrag
voor levensonderhoud en een huurvergoeding, was het
noodzakelijk de nieuwe loonregeling een zelfstandig
karakter te geven. Indien op tijdloon wordt gewerkt be
draagt het uurloon in een le klasse gemeente voor
groep A 0,90 en voor groep B 0,86 (weekloon res
pectievelijk 43,20 en 41,28). Voor groep A kan het
uurloon worden verhoogd met maximaal ƒ0,05 per uur
Sociale Zaken dd. 24 Juni 1952, No 8930, ingrijpend
gewijzigd. De vernieuwde regeling trad op 30 Juni 1952
in werking. In de considerans overwoog de Staats
secretaris „dat het wenselijk is dat voor werkloze hand
arbeiders, die niet bij een D.U.W. ^-object zijn tewerk
gesteld, werkobjecten tot stand worden gebracht, ten
einde bedoelde arbeiders in de gelegenheid te stellen
hun arbeidsgeschiktheid te vergroten, in stand te hou
den, dan wel te herstellen”.
Commissie gemeentelijke sociale werkvoorziening.
De in de regeling voorgeschreven en bij besluit van
Burgemeester en Wethouders benoemde commissie,
welke het College bij de uitvoering van de regeling moet
adviseren, werd 30 Juni 1952, in verband met de invoe
ring van de nieuwe regeling, opgeheven en vervangen
door de Commissie gemeentelijke sociale werkvoor
ziening.
Aan het eind van het verslagjaar was deze commissie
als volgt samengesteld
lid-voorzitterOndergetekende (plv. P. Vroegindewei)
leden: Ir H. G. A. Bakhoven, Hoofdingenieur bij Ge
meentewerken (plv. Ir W. K. Seyn); I. Rijnveld, Ad-
junct-directeur van Gemeenteplantsoenen (plv. J. A.
Quint); J. Das, technisch hoofdambtenaar B bij het
Gemeentelijk Grondbedrijf (plv. C. J. Veldhuyzen);
F. A. J. Albers, contact-ambtenaar voor Sociale Bij
stand bij het Ministerie van Sociale Zaken en Volks
gezondheid (plv. D. C. van Borselen); F. M. Steinmetz,
Adjunct-directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau
te ’s-Gravenhage (plv. A. A. Nicolai); A. J. van Hagen,
vertegenwoordiger van het Nederlands Verbond van
Vakverenigingen (plv. H. J. Jurgens); M. J. Rotteveel,
vertegenwoordiger van de Katholieke Arbeidersbe
weging (plv. F. van der Ham); J. H. Krooshof, verte
genwoordiger van het Christelijk Nationaal Vakverbond
(plv. M. D. Stafleu); secretaris: M. W. van Daalen,
hoofdcommies bij het Gemeentelijk Bureau voor Werk
lozenzorg (plv. H. Statema).
indien bijzondere geoefendheid of verantwoordelijk
heid is vereist. Op het uurloon van groep B is een toe
slag van 0,03 mogelijk indien de handarbeider zijn
werkzaamheden met bijzondere toewijding verricht.
Het besluit van Burgemeester en Wethouders dd.
23 Juli 1951, No 277809 S.Z., dat de lonen van de
wakers gelijkstelde met die van de armlastige wakers
in de Gemeentelijke werkverschaffing, bleef van kracht.
Dit om een juiste verhouding te waarborgen tussen de
beloning der wakers en die der andere handarbeiders,
die met aanmerkelijk zwaardere werkzaamheden zijn
belast.
Wordt in tarief gewerkt, dan bedraagt het basis-uur-
loon in gemeenteklasse 1 voor groep A f 0,82 en voor
groep B ƒ0,78. Naar gelang van de geleverde prestaties
kan het loon variëren van 10 tot 20 pCt. boven het
basis-uurloon.
De mogelijkheid van het verstrekken van een rijwiel-
vergoeding en van werkkleding blijft gehandhaafd.
In de nieuwe regeling zijn, in verband met de ge
noemde wijzigingen, de bevoegdheden van de commis
sie (voortaan Commissie gemeentelijke sociale werk
voorziening) uitgebreid. Niet alleen kan de commissie
adviseren inzake de groepenverdeling en beloning op
de objecten, doch haar taak draagt thans ook een indi
vidueel karakter, doordat haar onder meer is opgedra
gen te adviseren inzake bijzondere klachten van te-
werkgestelden en wijziging van groepsindeling der
individuele gevallen.
t:
VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING
1) D.U.W.
Dienst Uitvoering Werken.
6