J
33
7
Bijzondere verstrekkingen.
In het verslagjaar kwamen 249 aanvragen van te-
werkgestelden om werkkleding en -schoeisel binnen.
Verstrekking van de gevraagde goederen volgde in 207
gevallen.
Bijlage X geeft een overzicht van de objecten en de
daar verrichte werkzaamheden, het aantal tewerkge-
stelden en de uitgaven. Uit dit overzicht blijkt, dat het
aantal geplaatsten in de loop van het verslagjaar sterk
is vergroot. Er dient echter rekening te worden ge
houden met het feit, dat in het voor buitenwerk on
gunstige jaargetijde het aantal tewerkgestelden door de
weersomstandigheden gedrukt werd.
Resultaat der tewerkstelling.
De tewerkstelling had een gunstig verloop, zelfs zó,
dat het aantal geplaatste werklozen kon worden ver
groot door opvoering van het aantal objecten c.q. door
uitbreiding van de bestaandede splitsing der objecten
in de groepen A en B had gunstige resultaten. Mede
hierdoor kon een goede uitvoering aan de regeling
worden gegeven, zodat werd voldaan aan het eerder
omschreven doel.
Vele malen is gebleken, dat de moedeloosheid en gees
telijke lediggang tijdens de tewerkstellingsperiode ver
minderden en dat betrokkenen hun arbeidsvermogen
konden opvoeren. Een en ander had menigmaal tevens
een gunstige invloed op het gezinsleven van de werk
lozen.
Proefobject Clubhuis „De Mussen'.
In de loop van het verslagjaar bleek grote behoefte te
bestaan aan tewerkstelling van jeugdige werklozen.
Het betreft hier in het bijzonder jongens uit de zg.
De commissie vergaderde in het verslagjaar 14 maal;
zij behandelde in deze vergaderingen 42 voorstellen
voor objecten. In 22 gevallen kon zij een gunstig advies
uitbrengen aan het College van Burgemeester en Wet
houders.
Contact werkleiding, bureau en tewerkgestelden.
Om het contact tussen het bureau en de werkleiding
enerzijds en de tewerkgestelden anderzijds te bevorde
ren, zijn enige sociale werksters en werkers werkzaam.
Hun taak omvat o.a. het in behandeling nemen van
eventuele klachten van persoonlijke aard van tewerk
gestelden en werkleiding, het bezoeken van de arbeiders
op de objecten, het afleggen van huisbezoeken, het
onderzoek naar de noodzaak tot aanvraag van werk
kleding of -schoeisel, het verlenen van bemiddeling aan
tewerkgestelden in financiële nood en bij gezinsmoei
lijkheden en het opstellen van rapporten aan de hand
van door de betrokken werkleiding verstrekte gege
vens omtrent de arbeidsprestaties van de tewerkge-
gestelden en de invloed hiervan op hun psychische en
physieke toestand en op hun gezin.
De resultaten, welke met deze vorm van sociale zorg
werden verkregen, waren zeer gunstig.
massajeugd, die uit gebrek aan werklust en arbeids
discipline geen regelmatig werk verrichten of zonder
te werken aan geld trachten te komen.
Een ongebreidelde vrijheidsdrang, een gebrekkige
geestelijke belangstelling, onvoldoende verantwoorde-
heidsgevoel, een merkwaardig inzicht in mijn en dijn,
zijn de kenmerkende verschijnselen bij deze jongens.
Pogingen werden in het werk gesteld om deze zg. „on
grijpbare jeugd” in de gelegenheid te stellen geschikte
en rustige arbeid te verrichten, waardoor de arbeids
geschiktheid wordt vergroot of hersteld en tevens wordt
getracht een zekere arbeidsdiscipline aan te kweken.
De hieromtrent door de Commissie gemeentelijke
sociale werkvoorziening gevoerde besprekingen en uit
gebrachte adviezen leidden tot het resultaat dat de
Staatssecretaris van Sociale Zaken na overleg met de
Minister van Financiën, goedkeurde dat onder bepaal
de voorwaarden ten hoogste 100 jeugdige werklozen
bij wijze van proefneming in het kader van de regeling
op een speciaal object, in samenwerking met één of
meer clubhuizen voor ongeorganiseerde jeugd, zouden
worden tewerkgesteld. Deze proef werd voorlopig aan
een termijn van 3 maanden gebonden. Voor de uit
voering van dit object werd een „Proefregeling inzake
sociale werkvoorziening voor werkloze jeugd met in
schakeling van clubhuizen voor massajeugd” opgesteld.
Bij schrijven d.d. 8 September 1952, No 306629 I,
afd.S. Z. gaven Burgemeester en Wethouders machti
ging tot tewerkstelling van 50 jeugdige werklozen ge
durende voorlopig 3 maanden voor het vervaardigen
van speelgoed e.d. Voorlopig zou de uitvoering hiervan
slechts plaatsvinden in het clubhuis „De Mussen”,
uitgaande van de Vereniging van de Haagse Jeugd.
De directeur werd belast met de uitvoering van het
proefobject.
Als toezichthoudend orgaan op de wijze van werken
van de dagelijkse leider treedt de Haagse Jeugdactie op.
De dagelijkse leiding berust bij de Heer De Bruin,
directeur van het genoemde Clubhuis „De Mussen”.
De tewerkstelling geschiedt op basis van vrijwillig
heid, terwijl de beloning die de jongens ontvangen,
afhankelijk is gesteld van de leeftijd.
De werkzaamheden op het proefobject namen een
aanvang op 29 September 1952. De Heer De Bruin
werd aanvankelijk bijgestaan door twee leiders, die te
werkgesteld waren in het kader van de Gemeentelijke
sociale werkvoorzieningsregeling voor handarbeiders,
groep A.
Bij de aanvang bestond voor de tewerkstelling weinig
animo. Langzamerhand namen echter meer jongens
aan de werkzaaamheden deel, zodat eind December
1952 42 jeugdigen aan het werk waren. Aanvankelijk
bestond slechts de mogelijkheid timmerwerkzaamheden
te verrichten. Echter kon in November 1952 een deel
der jongens schilderwerk worden opgedragen, waarbij
een derde leider toezicht uitoefende.
Tot tweemaal toe kon vervaardigd speelgoed aan
jeugdtehuizen worden overgedragen. Het resultaat tij
dens het verslagjaar bereikt met deze tewerkstelling,
stemt tot voldoening.
VERSLAG VAN HET BUREAU VOOR WERKLOZENZORG EN PERSONEELSVOORZIENING