35 Noodwet nog niet in werking. IV. BIJZONDERE VOORZIENINGEN. 6 k. Daling van het aantal partijen door gunstige werking Nood wet. 3 231 2 722 2 155 1 966 1 927 2 139 2 227 2 257 2 329 2413 2 413 2 489 2 602 2 648 2 659 2 693 2 770 2813 2 814 2 908 3 028 r Voortdurende stijging van het aantal partijen door stijgende kosten van levensonderhoud en de daardoor noodzakelijke verhoging der steunbedragen. Daarnaast is de toeneming van het aantal ouden van dagen onder de bevolking van in vloed. Zoals bekend mag worden geacht, vergoedt het Rijk aan emigranten, die daartoe financieel niet bij machte zijn, de kosten van emigratie van boord tot aan de plaats van bestemming. De zgn. aanloopkos ten, zoals b.v. de reiskosten van de plaats van in woning tot aan de vertrekhaven, het zeewaardig ver pakken en verzenden van de inboedel, het doorlichten, de benodigde passen met foto’s en visa, kunnen even wel niet ten laste van het Rijk worden gebracht. Voor ondersteunden, die wensen te emigreren en die geen der de Haagse bevolking is mede van invloed op het aantal ouden van dagen, dat zich voor geldelijke ondersteuning tot de Dienst wendt. Hieronder volgt een overzicht van de toeneming van het aantal ouden van dagen te ’s-Gravenhage: j Voor de op het onderdeel „steunverlening” betrek king hebbende getallen zie voorts bijlagen 2 en 3 op bladzijde 17. De 8 991 verschillende personen (namelijk 9 806 partijen min 815 dubbeltellingen), die in 1952 als ondersteunden in de administratie voorkwamen, zijn als volgt verdeeld naar kerkelijke gezindte. Ter vergelijking is, naast de procentuele verhou dingen van 1949, 1950 en 1951, ook de procentuele verhouding van de Haagse bevolking per 1-1-1952 gegeven. Het aantal ondersteunde ouden van dagen (65 jaar en ouder) bedroeg op 1 Januari 1952 in totaal 2 770 (=45,7 pCt. van het totale aantal ondersteunde par tijen) en op 31 December 1952 in totaal 3 028 par tijen 45,6 pCt. van het totale aantal ondersteunde partijen). Ondanks de werkelijke stijging van het aantal oudelieden vond een kleine procentuele daling plaats, hetgeen veroorzaakt werd door de relatief sterkere stijging van het aantal ondersteunde partijen beneden de 65-jarige leeftijd. De volgende cijfers tonen het verloop van het aan tal ondersteunde ouden van dagen sinds de inwerking treding van de Noodwet Ouderdomsvoorziening. Ondersteunde partijen. Mei 1947 1- 1-48 1- 4-48 1- 7-48 1-10-48 1- 1-49 1- 4-49 1- 7-49 1-10-49 1- 4-50 1- 7-50 1-10-50 1- 1-51 1- 4-51 1- 7-51 1-10-51 1- 1-52 1- 4-52 1- 7-52 1-10-52 31-12-52 Van de 3 028 ondersteunde ouden van dagen op 31 December 1952 waren er 2 865 in het genot van een uitkering krachtens de Noodwet Ouderdomsvoor ziening. Voor de overige 163 partijen is een aanvang om een uitkering lopende of komen deze partijen niet voor een uitkering in aanmerking, ingevolge de be palingen van de Noodwet Ouderdomsvoorziening. Om enige vergelijking te kunnen maken zij ver meld, dat in de gemeente ’s-Gravenhage op 1 Januari 1951 in totaal 17 305 ouden van dagen, op 1 Januari 1952 in totaal 18 363 ouden van dagen en op 31 December 1952 in totaal 19 641 ouden van dagen een uitkering ingevolge de Noodwet Ouderdomsvoor ziening ontvingen. Op 31 December 1952 waren 218 partijen van 64 jaar in ondersteuning. Het merendeel dezer partijen zal in de loop van 1953 voor een uitkering N.O.V. in aanmerking komen. De sterke toeneming van het aantal bejaarden on- - VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN Jaar. aantal. In pCt. van totaal. Gezindte. 1952. 1951. 0,4 5.1 13,0 Totaal 100 100 s Aantal in 1952 126 3 384 11 760 15 973 21 886 30 320 39 171 45 561 47 301 49 732 52 041 54 488 2 212 41,3 1,4 37,6 0,3 5,3 41,8 1,3 38,4 0,3 5,1 13,1 42,1 1,5 37.9 5,7 5,9 6,2 6,9 7,4 8,3 8,5 8,7 9,0 9,3 Personen van 65 jaar en ouder te ’s-Gravenhage. in pCt van de bevolking. 1950.1949. Ned. en Waals Herv.3 717 Gereformeerd Rooms-Katholiek Overige kerkelijke ge zindten: a. Israëliet b. Christelijk c. Niet-Christelijk Geen kerkelijke gezindte 24 452/ 20 d 1 268 j 14,1 8 991 100 206.022 271 280 354 987 437 675 532 998 552 154 558 849 571 853 578 516 584 435 0,5 5,1 5,0^ 14,4 27,0 100 100 volkstelling 1899 1909 1920 1930 1947 bev. reg. 31-12-48 31-12-49 31-12-50 31-12-51 31-12-52 O rt V W I 40,81 30,8 1,4 7,8 37,9 29,3 Totale Haagse bevolking, i Kerkelijke gezindte der ondersteunden. Ondersteunde ouden van dagen. 1- 1-50

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 487