35 LASTEN. dit hoofdstuk tot uitdrukking 24 Ilb. Exploitatie vrachtauto's. Hoofdzakelijk door lagere onderhoudskosten zijn de lasten verminderd met 4.409,47. IV. Werkverschaffing volgens artikel 29 der Armenwet. II. Algemeen beheer. De hogere lasten ad 46.316,27 hebben in hoofd zaak betrekking op de salarissen. Ondanks een geringe daling van de personeels sterkte zijn deze meerdere lasten toe te schrijven aan toegekende rangs- en periodieke verhogingen. Ila. Exploitatie werkplaats. Wegens minder uitgevoerde opdrachten dan in 1951 zijn de lasten f 15.331,18 lager, in hoofdzaak door mindere kosten van grondstoffen en materialen. Voor ondersteuning aan doortrekkenden en dak lozen waren de uitgaven 3.344,18 hoger. De uitgaven wegens verstrekkingen bij wijze van voorschot in geld en in natura voor noodzakelijk levensonderhoud zijn niet meer afzonderlijk tot uit drukking gebracht, doch verantwoord als steun van bijzondere aard. Dit verschilt met 1951 72.826,27. De kosten van verzorging anders dan in de Ge meentelijke Verzorgingshuizenwaren 424.725,70 hoger, een gevolg van de voortdurende stijging der verzorgingsprijzen, alsmede van een toeneming van het aantal verzorgden. De kosten van verpleging van niet-verzekerden wa ren f 25.361,03 lager. Wegens verpleging van niet-aanvullend verzeker den werd 8.207,97 minder uitgegeven. Voor verpleging van aanvullend verzekerden werd 254.079,75 meer uitgegeven, hoofdzakelijk tenge volge van de stijging van het aantal aanvullend ver zekerden. De kosten inzake verpleging van verzekerden, welke niet door de ziekenfondsen worden vergoed zijn 455.766,13 lager dan in 1951, tengevolge van een nieuwe overeenkomst met de te ’s-Gravenhage werkzame algemene ziekenfondsen. Wegens kosten van verpleging van personen, opge nomen ter bestrijding van geslachtsziekten, werd 500,13 minder verantwoord. Door een per 1 Januari 1952 ingevoerde wijziging van het Ziekenfondsenbesluit zijn de rechten der ver zekerden ten aanzien van het vervoer naar en van de ziekenhuizen verminderd en kunnen niet meer alle vervoerskosten ten laste van de verzekering worden gebracht. Voor zover de verzekerden zelf de desbe treffende bijdragen niet konden betalen kwamen deze voor rekening van de Dienst. De uit deze maatregel voortvloeiende lasten bedroegen in 1952 2.727, Om redenen van administratieve aard zijn de kos ten van steunverlening aan vreemdelingen met inbe grip van staatlozen, welke niet aan het Rijk in reke ning kunnen worden gebracht, niet meer afzonderlijk als lasten verantwoord. Dit geeft in vergelijking met 1951 voor deze post een verschil van 123.712,60. De uitgaven wegens bijslagen op kosten van arbeidstherapie betreffende t.b.c.-patiënten waren 1.578,05 hoger, een gevolg van een toeneming van het aantal tewerkgestelden en vermeerdering van het aantal arbeidsuren. Inzake zenuwpatiënten waren de kosten f 38,25 hoger dan in 1951. Voor de post „Werkverschaffing” werd 3.601,86 minder uitgegeven. III. Ondersteuning met geld of levensbehoeften, ver zorging, verpleging in ziekenhuizen. In hoofdzaak als gevolg van een toeneming van het aantal ondersteunde partijen werd voor volgno. la 478.002,42 meer uitgegeven dan in 1951. De kosten van steun van bijzondere aard zijn 379.494,11 hoger, in hoofdzaak betrekking hebben de op winteruitkering, meubilair, ligging en dekking, kleding en schoeisel, terwijl onder dit hoofd thans bedragen zijn verantwoord wegens kosten van verster kende middelen, welke voorheen ten laste werden ge bracht van Hoofdstuk V. Tevens zijn onder dit onderdeel de kosten van verstrekkingen bij wijze van voorschot in geld en in natura voor noodzakelijk levensonderhoud gebracht, zulks in afwijking met voorgaande jaren, toen deze kosten op een afzonder lijk volgnummer van werden gebracht. Aan noodvoorzieningenwerd 43.867,87 meer uit gegeven, eveneens een gevolg van een toeneming van het aantal ondersteunde partijen. Aan premiën ter verkrijging van rente ingevolge Sociale Wetgeving, pensioenen en lijfrente werd 524,17 meer uitgegeven. Voor ondersteuning met losse giften was 851,20 minder nodig. De kosten wegens steun aan blinden, werkzaam in werkinrichtingen, waren 2.691,67 hoger en houden in hoofdzaak verband met de omstandigheid, dat met ingang van 1 Januari 1952 een uitkering is toegekend aan oud-tewerkgestelden bij de Gemeentelijke Werk plaatsen voor Blinden c.a., die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. Ook de kosten van begraven van onvermogenden waren hoger, n.l. 2.224,25. Wegens ondersteuning ingevolge verhuisregeling aan personen, woonachtig in andere gemeenten, is 2.329,57 meer uitgegeven. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE DIENST VOOR SOCIALE BELANGEN

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 503