37 ver Openbare school voor moeilijk opvoedbare kinderen. Het candidatenonderzoek voor deze school om vatte 54 (v.j. 93) leerlingen, van wie er 45 (v.j. 61) wèl en 9 (v.j. 32) niet werden toegelaten. Van de toegelaten leerlingen moesten er 13 (v.j. 14) op een wachtlijst worden geplaatst. Wegens het ruimtegebrek konden dus slechts 32 (v.j. 47) van de toegelaten leerlingen worden geplaatst. De uitbreiding van schoolruimte en van onderwij zend personeel hield nog steeds geen gelijke tred met de uitbreiding van het aantal leerlingen. In Februari werd door de Wethouder van Onder wijs en Kunstzaken een commissie ingesteld om adviezen uit te brengen aangaande het beleid met betrekking tot deze school te voeren. Aan de bijeen komsten van de commissie, die 5 maal vergaderde, namen het hoofd der school en de schoolarts-psy- chiater als adviseurs deel. School voor slechthorenden en spraakgebrekkigen. Ten onderzoek kwamen in 1952 81 kinderen. Hiervan waren er 47 slechthorend en 34 spraakge- brekkig. Voor 54 van deze kinderen werd plaatsing op de school voor slechthorenden en spraakgebrekkigen geadviseerd. Ingeschreven werden gedurende het verslagjaar 41 kinderen, waarvan 22 slechthorend, 12 met ge spleten gehemelte en 7 hoorstom, spraakgebrekki gen dus. Op 1 Januari 1952 bedroeg het aantal leerlingen 147, waarvan 84 jongens en 63 meisjes. Als slechthorenden stonden hiervan 100 leerlingen geboekt, als spraakgebrekkigen 47 (25 met gespleten gehemelte en 22 hoorstommen). Tot de kleuterklasse behoorden 19 kinderen. In de loop van het jaar verlieten 28 kinderen (9 slechthorend, 19 spraakgebrekkig), de school. Op 31 December 1952 waren 160 leerlingen in geschreven (95 jongens, 65 meisjes); 112 behoorden tot de groep slechthorenden, 48 waren spraakge brekkig. Op 1 Januari 1953 stonden nog verscheidene kin deren, wier opname dringend gewenst werd geacht, op een wachtlijst, die moest worden aangelegd wegens plaatsgebrek. De gezondheidstoestand van de geplaatste kinderen was bevredigend. Het aantal consulten van oorarts en schoolarts bedroeg 5 144. Het gebruik van de moderne apparaten voor ge- hooronderzoek en voor gehoortraining (audiometer en speechamplifier), zowel als voor het dagelijks ge bruik in de twee hoogste klassen, voldeed geheel aan de verwachtingen. De wenselijkheid bestond nog steeds om deze apparaturen (groepstelefoon en microfoons) in nog twee lagere klassen aan te brengen, ten einde ook deze kinderen te doen profiteren van het betere 12 Algemene opmerkingen aangaande scholen voor buitengewoon onderwijs. (Met uitzondering van de buitenscholen.) Gedurende het gehele verslagjaar vond het syste matisch onderzoek aan de onderscheidene scholen voor b.l.o. plaats op de wijze, zoals in het jaarverslag 1951 werd beschreven. In de hoogste leeftijdsgroepen der debielenscholen had de mogelijkheid van vereenvoudigd ambachts- schoolonderwijs voor jongens en van vereenvoudigd huishoudonderwijs voor meisjes weer de bijzondere aandacht. De organisatie van de huishoudopleiding voor debiele meisjes bleek goed te werken. Minder bevredigend waren de uitkomsten van het ambachts- schoolonderwijs voor debiele jongens. Het bleek na melijk, dat de ambachtsscholen zich niet altijd hielden aan het steeds op grond van een psychotechnisch onderzoek afgegeven advies van de schoolarts voor het b.l.o. of de leider van het Paedologisch La boratorium. Soms werden jongens geplaatst ten aan zien van wie een negatief advies was uitgebracht, maar ook weigerde men wel jongens, wier plaatsing verantwoord was geacht. Voor uitzending naar buiten hebben de school artsen in het verslagjaar 2 560 kinderen aanbevolen. Bovendien werd door de uitzendende verenigingen voor 166 kinderen keuring door de schoolartsen voor uitzending aangevraagd en werd voor 126 kinderen, die door de geneeskundigen van de consultatiebureaux voor zuigelingen en kleuters aanbevolen waren voor uitzending in dagverpleging door de vereniging „Naar het Strand” fiat aangevraagd. Onderscheidenlijk in 128 en 126 gevallen werd gunstig advies gegeven. Verlenging van fiat, omdat geen uitzending plaats vond binnen de 4 maanden gedurende welke het fiat geldig is, werd 193 maal aangevraagd. In 164 ge vallen werd de verlenging goedgekeurd. Wijziging van fiat voor gezinsuitzending in fiat voor kolonieuitzending werd 2 maal gevraagd en ook ver leend. Fiat voor uitzending voor een langere termijn dan 7 weken werd in 1 291 gevallen aangevraagd en voor 1 290 gevallen verleend. Voor bijzonderheden omtrent de uitzendende enigingen en de uitgezonden kinderen wordt verwezen naar het Verslag van de toestand der gemeente ’s-Gravenhage. „verstaan” voor de ontwikkeling van taalbezit en uitspraak. Wekelijks werd, gedurende het hele verslagjaar, een ochtend besteed aan het psychologisch onderzoek van leerlingen of van candidaten, voor wie de leer krachten of de oor- en spreekarts zulk een onderzoek hadden gevraagd, omdat het vermoeden van zwak zinnigheid was gerezen. Bij de beoordeling van deze gevallen werden de in het vorige verslag besproken maatstaven ook thans aangelegd. VERSLAG VAN DE GEM. GENEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST. is' Uitzending van kinderen naar buiten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 530