1
I
ALGEMEEN.
1 lokaal
1
LAGER ONDERWIJS IN DE GEMEENTE ’S-GRAVENHAGE.
VERSLAG OVER HET JAAR 1952.
5 lokalen door ontruiming van het gemeentelijk
schoolgebouw M'ajubastraat 2c.
Alle voorlopig
bestemd voor
j het openbaar
i en het bijzon-
der onderwijs.
„Overvoorde”;
BIJLAGE 40 1
Scholenbouw.
Werd in de verslagen van het onderwijs van de
laatste jaren reeds opgemerkt, dat het tempo van de
scholenbouw wegens te geringe beschikbaarstelling
van bouwvolume door het Rijk, reden gaf tot be
zorgdheid, ook in het jaar 1952 was het aantal loka
len, dat mocht worden gebouwd te gering om de
grote leerlingentoeneming bij het lager onderwijs zon
der moeilijkheden op te vangen.
Reeds bij de voorlopige vaststelling van de urgen-
tielijst scholenbouw 1952 (voor de op deze lijst ge
plaatste scholen stelt de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen in het desbetreffende jaar
bouwvolume beschikbaar) hebben Burgemeester en
Wethouders deze Minister er op gewezen, dat het
slechts door een vrijwel onbeperkte goedkeuring van
het aantal te bouwen nieuwe scholen mogelijk zou
zijn de leerlingenaanwas in de uitbreidingswijken te
kunnen opvangen. Ook ditmaal kon de Minister even
wel slechts zeer gedeeltelijk aan de wensen van het
gemeentebestuur tegemoet komen. De verdeling van
de schoollokaliteit, met name per September 1952,
gaf dan ook opnieuw aanleiding tot grote moeilijk
heden. Niettemin konden ook dit jaar zij het op
vele scholen ten koste van een hoge klassebezetting
alle leerlingen bij het lager onderwijs worden ge
huisvest zonder dat tot invoering van halve school
tijden diende te worden overgegaan.
In het verslagjaar kwamen 70 schoollokalen ter
beschikking, te weten:
17 lokalen Roemer Visscherstraat 114;
4 lokalen bij de openbare lagere school Rijslag 17
(uitbreiding);
4 lokalen bij de openbare lagere school Galvani-
straat 43 (uitbreiding);
6 lokalen aan de Guntersteinweg in
5 lokalen bij de bijzondere lagere school Amalia
van Solmsstraat 157 (uitbreiding);
4 lokalen door verbouwing van het gemeentelijk
schoolgebouw Spionkopstraat 9 (in ge
bruik bij het v.h.m.o. en het u.l.o.);
2 lokalen bij de bijzondere lagere school Stortenbe-
kerstraat 181 (uitbreiding);
ten behoeve van het geven van onderwijs
aan kinderen, verblijvende in het woon
wagenkamp aan de Loozerlaan;
22 lokalen door wederinrichting van het ontruim
de gemeentelijk schoolgebouw Bezem
straat 3 en
Met de voorbereiding van diverse andere scholen
voor het openbaar en het bijzonder lager onderwijs,
zoals:
17 lokalen school Baambruggestr.
12 lokalen Utenbroekestraat 6;
8 lokalen Kokosnootstraat;
17 lokalen Dovenetelweg;
27 lokalen Pieter Langendijkstr.;
12 lokalen bijzondere school Raaphorstlaan;
14 lokalen bijzondere school Nieuwersluisstraat;
14 lokalen bijzondere school Spaarwaterstraat (her
bouw);
8 lokalen bijzondere school v/h Schuijtstraat 324
(herbouw);
7 lokalen bijzondere school Beeklaan 184 (uitbrei
ding);
8 lokalen bijzondere school Pieter de Hoochplein
(vervanging);
2 lokalen bijzondere school v. Beverningkstraat
2931 (uitbreiding);
6 lokalen bijzondere school omgeving Belgisch
Plein;
4 lokalen bijzondere school Sweelinckstraat 22-24
(aankoop en verbouwing van pand),
werd goede voortgang gemaakt, zodat mag worden
aangenomen, dat de hierbovenvermelde aantallen
schoollokalen grotendeels in 1953 in gebruik zullen
worden genomen.
Verder bestaan er goede vooruitzichten, dat in het
begin van 1953 een aanvang zal kunnen worden ge
maakt met de herbouw van het Grotius-Lyceum aan
de Klaverstraat, waartoe de Raad in zijn vergadering
van 29 September 1952 besloot. Van Rijkswege werd
eveneens medewerking toegezegd voor de bouw van
twee gymnastieklokalen bij dit lyceum.
Ten aanzien van de hierbovengenoemde bijzondere
scholen moet worden opgemerkt, dat Burgemeester
en Wethouders op het tempo van het gereedkomen
van de bouw geen overwegende invloed hebben, daar
het toezicht hierop geheel bij de besturen van de bij
zondere scholen berust.
Naast de vermelding op de urgentielijsten is de Mi
nister van Wederopbouw en Volkshuisvesting in som
mige gevallen bereid gebleken extra-toewijzing van
bouwvolume in overweging te nemen, indien aan be-