40n zekere bezwaren zouden kleven, wees zij er in haar advies op, dat de voorgestelde werkwijze slechts zou kunnen worden toegepast voor de eerste drie leerjaren, terwijl elke leerling deze voorlopige eindstreep voor alle vakken moet hebben bereikt, voor hij naar klasse IV kan gaan; voorts, dat het systeem wel een buitenge woon harmonische samenwerking vereist tussen de do centen der verschillende groepen, terwijl het opstellen van een rooster een schier onoplosbare puzzle wordt meende zij wel, dat de voorgestelde methode zoveel aantrekkelijks bevatte, met name ook door de grotere mate van bewegingsvrijheid wat indeling van de leerstof en tempo van behandeling betreft in de klassen 12 en 3, dat tot het nemen van een proef kan worden geadvi seerd. De Commissie waardeerde ook zeer de warme be langstelling voor het onderwijs, welke uit de voorstellen en het in deze door de directeur der H.B.S. Johan de Witt genomen initiatief naar voren kwam. Inmiddels werd de vereiste goedkeuring verleend tot het nemen van de proef voor het tijdvak van 1 Septem ber 1952 tot en met 31 Augustus 1957. De voorstellen, gedaan tot het aanbrengen van enige wijzigingen in het leerplan der Middelbare Meisjesschool waren meer te beschouwen als een eerste stap in de rich ting van meer ingrijpende wijzigingen. Ook hierover deed de Commissie zich voorlichten door de directrice der betreffende school en ook met deze plannen, welke tot strekking hadden, het onderwijs zo in te richten, dat meer rekening zou kunnen worden gehouden met aan leg en toekomstplannen der leerlingen, kon de Commis sie instemmen. De plannen, welke inmiddels werden goedgekeurd, betreffen voorlopig slechts vervanging, in de 4e klasse, van één uur handtekenen door één uur handtekenen of handenarbeid, alsmede vervanging van één uur wiskun de door één uur wiskunde of handelswetenschappen. De bedoeling is om geleidelijk over te gaan tot een systeem van kern- en keuze-vakken. Het voorstel van de Stevin-H.B.S. betrof invoering van de Dalton-methode voor de vakken Nederlands, Frans, Duits en Engels in de eerste en tweede klassen. Ook hiermede betuigde de Commissie haar instemming. De vraag, of het huidige leerplan der middelbare scholen voldoende is aangepast aan de capaciteiten van de gemiddelde leerling was aanleiding tot een meer prin cipiële beschouwing hiervan, zulks mede naar aanlei ding van een verzoek van de Wethouder van Onderwijs om advies ten aanzien van een eventuele wijziging in het leerplan, met name betreffende de vakken Frans en wiskunde, dit in verband met de teleurstellende resul taten van het onderwijs in deze vakken. De aangelegen heid werd door de Commissie uitvoerig besproken, waarbij zij tot de conclusie kwam, dat voor het geven van een definitief advies de beschikking over concrete cijfers inzake het aantal gegeven onvoldoendes voor de genoemde vakken aan de verschillende scholen in de laatste jaren nodig zou zijn, in verband waarmede aan de Wethouder overlegging van zodanige gegevens werd verzocht. In het verslagjaar vonden enige wijzigingen plaats in de samenstelling der Commissie. Na een kortstondig lidmaatschap zagen de heren Ir B. B. C. Felix en Dr J. C. A. Fetter zich genoodzaakt als leden der Commissie te bedanken. In de vacatures ontstaan door het bedanken van mevrouw J. H. Reiche-Klein en de heer Mr J. Woltjer, werd voorzien door de benoeming van mejuffrouw F. ten Cate en de heer Mr B. A. Droogleever Fortuyn. De samenstelling der Commissie is thans als volgt: Dr C. van den Berg, voorzitter, J. B. Reichardt, onder voorzitter, Mr G. W. A. de Veer, ondervoorzitter, me vrouw M. H. J. P. van Buttingha Wichers-Van Voorst Vader, secretaresse, Dr P. Beyer, R. Bos, Jhr Mr J. H. de Brauw, mejuffrouw F. ten Cate, H. W. J. Dekker, Th. Dessauvagie, K. Dijk, Mr B. A. Drooglever For tuyn, Mr A. J. Hagen, mevrouw Mr B. J. A. de Kanter- Van Hettinga Tromp, C. van Leeuwen, mevrouw W. P. A. Reitsma-Valstar, Mr A. F. Schepel, mevrouw Mr T. J. Tinbergen-De Wit, Mr Jac. G. Wittkampf en J. P. Zaaijer, leden. Wat betreft het onderwijs aan de verschillende onder het toezicht der Commissie staande scholen, verdient wel bijzondere vermelding de groeiende belangstelling, welke steeds meer tot uiting komt voor de vernieuwing der onderwijs-methoden. Het advies der Commissie werd ingewonnen ten aan zien van concrete voorstellen tot wijziging van de leer plannen der H.B.S. Johan de Witt, van de Middelbare Meisjesschool en van de Stevin H.B.S. Van deze drie voorstellen, was dat, gedaan door de directeur der H.B.S. Johan de Witt, het meest ingrijpende. Beoogd werd, door het instellen van drie afdelingen, die respectievelijk in 2, 3 of 4 leerjaren de stof zouden behandelen welke tot dusver door alle leerlingen in drie leerjaren moest worden verwerkt, elke leerling het tem po te doen vinden, dat bij zijn aanleg past, terwijl de mogelijkheid om leerlingen van de ene naar de andere afdeling tussentijds te laten overgaan wanneer ziekte of andere dringende omstandigheden dit gewenst maken, het veelvuldig doubleren zou tegengaan. Bovendien zou door het splitsen van de leerstof in drie groepen (talen, exacte vakken en de overige vakken) en door de bepaling, dat een leerling, binnen zekere grenzen, in verschillende afdelingen der drie groepen zou kunnen worden geplaatst, worden tegemoet geko men aan de moeilijkheden van eenzijdig begaafde leer lingen. Deze bepaling zou voorts de mogelijkheid ope nen tot gedeeltelijke bevordering, zodat een leerling, die niet voor volledige overgang in aanmerking zou komen, toch niet steeds een vol jaar zou behoeven te verliezen. Hoewel de Commissie, die zich door de directeur der H.B.S. Johan de Witt persoonlijk deed voorlichten, teneinde een zo volledig mogelijk inzicht in de materie te verkrijgen, zich niet ontveinsde, dat aan het stelsel VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. 3 Verslag van de Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs te 's-Gravenhage over het schooljaar 1951-1952.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 574