40n 11 52 pCt bij het dagonderwijs. Eveneens een wat groter gedeelte is 51-60 jaar oud, nl. een derde tegen nog geen 30 pCt bij het dag-v.h.m.o. Het aantal boven 60-jarigen is bij het avondonderwijs naar verhouding echter kleiner, nl. 6 pCt tegen 10 pCt bij het dagonderwijs. Voor de mannelijke en vrouwelijke leerkrachten afzon derlijk zijn evenals bij de verdeling der leerkrachten naar het aantal lesuren geen cijfers gegeven, op grond van het zeer geringe aantal vrouwen bij deze inrich tingen. onderwijs veel meer leerkrachten telt met een niet- volledige M.O.-akte of een lagere vakakte. Was voorheen het mannelijk element in de school bevolking sterker vertegenwoordigd dan het vrouwe lijke, na de oorlog is hierin verandering gekomen en vormen de meisjes de meerderheid; de laatste jaren maken ze rond 60 pCt van het totaal uit. Het aantal leerlingen bij deze instelling blijft nog voortdurend toenemen. Bedroeg het in 1950 1 467, in de daaropvolgende jaren liep het op via 1 511 in 1951 tot 1 584 in 1952. De toeneming komt hoofdzakelijk voor rekening van de vrouwelijke leerlingen. Hun aan tal nam sinds 1950 met 100 toe, dat voor de mannelijke leerlingen met slechts 17. Vergeleken met de toestand kort vóór de oorlog is het aantal mannelijke leerlingen vrijwel verdubbeld, dat der vrouwelijke is echter meer dan verdrievoudigd. Ten aanzien van de cursisten der Centrale School voor Machineschrijven is het van belang een onder scheiding te maken in leerlingen die a. nog dagonderwijs genieten b. avondonderwijs genieten c. geen onderwijs meer genieten. Het percentage leerlingen, dat nog dagonderwijs ge niet, beweegt zich de laatste jaren rond 70 pCt van het totaal. Bij de mannelijke leerlingen is dit deel groter dan Bijna 40 pCt van het totaal aantal leerkrachten blijkt in het bezit te zijn van een volledige M.O.-akte en een kwart van een niet-volledige. Voorts heeft 10 pCt een academische graad behaald, terwijl 2 pCt de studie hiervoor nog niet voltooid heeft. Hierbij dient opge merkt, dat een leerkracht bij het handelsavondonder wijs evenals bij het handelsdagonderwijs als bevoegd is aan te merken ook wanneer hij een niet-voltooide aca demische opleiding of een niet-volledige M.O.-akte heeft. Mederekenend degenen met een andere bevoegd heid gevende akte is 82 pCt der leerkrachten bevoegd en de overblijvende 18 pCt onbevoegd. Deze laatsten bezitten veelal een lagere vakakte of hoofdakte. Een vergelijking van het openbaar en het bijzonder avondonderwijs doet zien, dat het openbaar onderwijs relatief wat meer academisch gegradueerden en bezitters van een M.O.-akte telt dan het bijzonder, waartegen over het laatste meer leerkrachten met een andere be voegdheid gevende akte of een andere geen bevoegd heid gevende akte als hoofdakte of lagere vakakte heeft. Vergeleken met wat voor het dagonderwijs werd ge constateerd, valt op te merken, dat bij dit laatste naar verhouding aanzienlijk meer leerkrachten te vinden zijn met een academische graad, waartegenover het avond- Met betrekking tot de bevoegdheden van de leer krachten bij de handelsavondscholen is eenzelfde in deling gemaakt als bij het dag-v.h.m.o. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Aantal leerlingen bij de aanvang der Totaal. M. V. Totaal. Bevoegdheid. I Abs. Abs. Abs. 2 5 16,1 7 6,7 8 25,8 31 100 104 100 73 100 Totaal Cursussen aangevangen in M. V. 18 1 i Openbaar onderwijs. In pCt. 8 32 I 19 2 8 1 7 10 40 2 26 In pCt. 1,9 25,- 17,3 1- 1926/’27 1930/’31 1935/’36 1939/’4O 1945/’46 1950/’51 1951/’52 1952/-53 1926 t./m. 1930 1931 t./m. 1935 1936 t./m. 1940 1941 t./m. 1944 1945 t./m. 1949 1950 1951 1952 374 390 401 328 324 625 630 642 210 383 341 278 386 842 881 942 584 773 742 606 710 1 467 1 511 1 584 10 1 13,8 1,4 6,5 25,8 3,2 22,6 9,6 38,5 55,1 51,6 54,7 54,4 45,- 42,6 41,7 40,5 48,4 45,3 45,6 55,- 57,4 58.3 59,5 11,- 43,7 1,4 26,-’ 2,7 Aantal mannelijke en vrouwelijke i leerlingen in pCt. i van het totaal aantal. cursussen. Absoluut. Voltooide acad. opl Volledige M.O. akte Niet voltooide acad. opleiding Niet volledige M.O.akte Andere bevoegdh. gevende akte Andere geen bevoegdh. gevende akte Geen akte 44,9 Gemeentelijke Centrale School voor Machineschrijven. Leerkrachten bij het handelsavondonderwijs naar bevoegdheden. Leerkrachten naar bevoegdheden. Bijzonder I onderwijs. In pCt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 590