47 a&- i i h Behoudens het feit, dat in dit museum door het inruimen van enkele kamers gelegenheid werd ge schapen er tijdelijk het Nederlandse Costuummuseum onder te brengen, zijn over het Museum Bredius geen bijzonderheden te vermelden. Aangezien voor het Costuummuseum geen afzonderlijk entree werd ge heven, deelde ook het Museum Bredius in de be langstelling, die de jongste aanwinst sedert de open stelling genoot, hetgeen de verdubbeling van het be zoekcijfer ten opzichte van het voorgaande jaar dui delijk demonstreert. Zie overigens voor deze bezoekcijfers de staat op bladzijde 17. Voor de grafische kunst werd de hoofdprijs toege kend aan H. Berserik voor zijn ets „Zwangere vrouw”. De twee materiaalprijzen gingen naar Hubert Bekman voor „Acht figuren”, een houtsnede en naar Jenny Dalenoord voor haar linoleumsnede „Ezelmarkt”. Op 13 December vond des middags in de aula de prijsuitreiking plaats. De prijzen werden uitgereikt door de Burgemeester, Mr F. M. A. Schokking. Een keuzecollectie uit de inzendingen werd van 14 tot 29 December tentoongesteld. In het verslagjaar werd een begin gemaakt met de algehele vernieuwing van de glazen dakbedekking van het Gemeentemuseum. Het plan is, dat in vier jaar het gehele dak van nieuw glas zal worden voorzien. De in de oorlogsjaren totaal vernielde dakbedekking werd in 1946 spoedshalve vernieuwd, omdat het gebouw op korte termijn moest worden betrokken. Het draad- glas, dat op dat moment leverbaar was, blijkt achteraf niet aan de te stellen eisen te voldoen, waardoor veel breuk optreedt en de kans op beschadiging der kunst werken door lekkages niet uitgesloten moet worden geacht. Door de Jacob Marisstichting werden in 1952 twee prijsvragen uitgeschreven: een voor schilderkunst en een voor grafische kunst. De jury voor de schilderkunst was samengesteld als volgt: Bob Buys, kunstschilder, Amsterdam; Jan van Heel, kunstschilder en bestuurslid van de Jacob Marisstichting, ’s-Gravenhage; H. H. Kamerlingh Onnes, kunstschilder, Delft; Mark Kolthoff, kunst schilder, Amsterdam; K. E. Schuurman, conservator van de Dienst voor Schone Kunsten, ’s-Gravenhage. De jury voor de grafische kunst was samengesteld als volgt: mevrouw J. V. C. BakkerHefting, be stuurslid van de Jacob Marisstichting, ’s-Gravenhage; Dick Elffers, kunstschilder-graficus, Amsterdam; Pro fessor H. Levigne, graficus en hoogleraar aan de Jan van Eyck-Academie, Maastricht; H. Verburg, weten schappelijk assistent van de Dienst voor Schone Kunsten, ’s-Gravenhage. Voor de schilderkunst werd de hoofdprijs gesplitst en toegekend aan R. J. Drayer voor het schilderij „Haringvliet” en aan W. Hussem voor het schilderij „Dans”. De materiaalprijzen, elk groot f 300,wer den uitgereikt aan T. van Eysden voor zijn „Stilleven souvenirs”(tempera) en aan Toon Wegner voor het schilderij „Twee mannen”. Friedhoff, Fr. Spanjaard, de Wethouder van Onder wijs en kunstzaken de heer J. van Zwijndregt en de waarnemend Directeur D. J. Balfoort. Na afloop van de plechtigheid werd een lunch aangeboden. Op 23 Augustus werd de 10 000ste bezoeker van de tentoonstelling „Vier Eeuwen Nederlands Zilver” ont vangen. Aangeboden werd het werk van C. J. Hudig: „Zilver van de Nederlandse edelsmid” (Heemschut- serie); Van 3 September tot en met 9 November vertoefde de directeur Mr L. J. F. Wijsenbeek, in Amerika, waar hij optrad als „Leader of a working group at the Unesco Seminar on the Role of Museums in Education” in het Brooklyn Museum N.Y.; Op 21 November werd des ochtends in de Com missiekamer door de Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen de Adviescommissie voor re presentatieve aankopen van moderne kunst geïnstal leerd; De cursus en daarbij behorende rondleiding voor leerkrachten bij het lager onderwijs, waarmede in 1950 in samenwerking met de Kunststichting voor de Jeugd en het Paedagogisch Centrum werd begonnen en die in 1951 en in het verslagjaar werd voortgezet, werd op 16 Mei beëindigd met een slotles in de kleine voordrachtszaal door de cursusleider de heer F. Schultink. Door de Paedagogische afdeling, te zamen met de afdeling Haagse Historie, werd, onder auspiciën van de Moerwijkgemeenschap en in samenwerking met het Instituut voor Arbeidersontwikkeling in enige lokalen van de openbare lagere school aan de Roemer Visscherstraat van 24 December tot 3 Januari onder de titel „Den Haag Vroeger en Nu” een historische tentoonstelling georganiseerd, welke de geschiedenis van de Escamppolder, waarin de Moerwijk is gelegen, door schilderijen, gravures, tekeningen en foto’s in beeld bracht. Een maquette en een grote wandkaart demonstreerden de toekomstige ontwikkeling van deze wijk. De tentoonstelling werd op 23 December des avonds geopend. Mr L. J. F. Wijsenbeek verwel komden de genodigden, waarna de heer H. C. Freeke, lid van het bestuur van de Stichting Moerwijkge meenschap een inleiding hield. De openingsplechtig heid werd verricht door de Wethouder van Onder wijs en Kunstzaken, de heer J. van Zwijndregt. De tentoonstelling was overdag gratis te bezichti gen. In de avonduren werd f 0,10 entree geheven. In totaal bezochten 858 personen deze tentoonstelling, waarvan 735 gratis. p R VERSLAG VAN DE DIENST VOOR SCHONE KUNSTEN. 4 Museum Bredius. Jacob Marisprijsvraag 1952. Paedagogische voorlichting.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1952 | | pagina 617